2. EXHIBIT HAVO

EXHIBIT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

EXHIBIT

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen van de opdracht:

1. Theoretisch onderzoek: Hoe ontwerp je een tentoonstelling voor een kunstmuseum voor jullie eigen generatie? (hoofdvraag en deelvragen)

2. Een eigen ingerichte tentoonstelling, gemaakt met Artsteps, geschikt voor het gekozen museum en gericht op jonge generaties

3. Een bezoek aan een museum met daarover een kort verslag of de alternatieve opdracht (zie dia Meet&Greet)

Slide 2 - Tekstslide

                                                            Voorwaarden

- Je voert dit onderzoek uit in duo's.
- Inleverdatum: woe 1 maart 2023.
- Je levert het in via Teams (worddoc. plagiaat) en zet het op je site.
- Het theoretische onderzoek telt minimaal 2000 woorden. Solo: 1500 woorden.
- Je krijgt van je docent een hoofdvraag en 7 bijbehorende deelvragen.
- Je onderzoek bevat een meet&greet.
- Je eigen ontworpen tentoonstelling heeft een titel en bevat minimaal 10 objecten in totaal. Hier pas je een kijkwijzer op toe. 
- De volgende discipline moet aan bod komen:  Beeldende kunst en vormgeving
- Je werkt in je eigen kanaal in Teams, werkhouding tijdens de les wordt ook meegenomen in de beoordeling. 



Slide 3 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

1. Maak een duo en geef deze door aan je docent.


2. Ga naar kunstuithetvuistje.nl en log in. Je klikt op 'lespakketten havo/vwo', vervolgens op 'Museum in uitvoering' en maakt de twee modules, deze vind je onder 'museum in uitvoering':
- 'White Cubes en Kunsttempels'
- 'Show me what you've got'

Klassenwachtwoord: DH4C 
 


    



Slide 4 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

3. De hoofdvraag luidt:
Hoe ontwerp je een tentoonstelling voor een kunstmuseum voor jullie eigen generatie?

- Deelvraag 1: Wat is een kunsttentoonstelling?
Beantwoord de vraag en beschrijf in je antwoord minimaal 3 tentoonstellingen van 1 museum of verschillende musea; wat houdt de tentoonstelling in? Waarom spreekt het je aan?
 



    



Slide 5 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

- Deelvraag 2: Wat voor soorten (kunst)tentoonstellingen zijn er?
Zoek voorbeelden van en omschrijf minimaal 3 voorbeelden van soorten (kunst)tentoonstellingen. Is er sprake van een solotentoonstellingen, overzichtstentoonstellingen, of reizende tentoonstellingen (zoek dit op). Er zijn namelijk veel verschillende tentoonstellingen!

- Deelvraag 3: Wat komt er kijken bij het maken van een tentoonstelling?
Zoek en omschrijf: wie, wat, waar en hoe? Denk aan het complete plaatje: verzekeringen, vervoer, beveiliging, marketing etc.  

 



    



Slide 6 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

- Deelvraag 4: Welke onderwerpen/thema’s zijn geschikt voor een (kunst)tentoonstelling voor een jonge generatie?
Zoek en omschrijf: welke thema’s kom je veelal tegen? Welke kunsttentoonstellingen worden vaak bezocht door jongeren? Wat spreekt jongeren aan op het gebied van kunst? 

- Deelvraag 5: Welk thema zouden jullie willen gebruiken voor de tentoonstelling?
Omschrijf het thema, leg het thema uit en vertel waarom je voor  dit thema hebt gekozen.

 



    



Slide 7 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

- Deelvraag 6: Welke kunstobjecten zouden er binnen dit thema passen binnen jullie tentoonstelling?


 



    



Jullie kunnen zoeken naar (kunst)objecten die passen bij de ckv-discipline: beeldende kunst en vormgeving (denk aan schilderijen, beelden, installaties, vormgeving, fotografie, performance art, design (mode). Zoek naar minimaal 10 kunstobjecten. Per object vermeld je:

1. De titel.
2. Beschrijf werk en gebruik de begrippen: 2D-3D? Figuratief of abstract? Vormen: geometrisch-organisch, hoekig-rond, open-gesloten, kleuren, materialen en technieken.
3. Is het werk herkenbaar of realistisch? Waardoor wel of niet?
4. Beschrijf het ontstaan van het werk.
5. Beschrijf waar het werk over gaat.
6. Geef je mening: waarom dit uitgekozen kunstwerk?

Slide 8 - Tekstslide

                              Stappenplan theoretisch onderzoek

Bij het vak CKV staan 11 dimensies centraal. Deze dimensies (invalshoeken) gaan je helpen om kunst te analyseren. Ze zorgen ervoor dat je vanuit verschillende invalshoeken naar kunst gaat kijken. In dit onderzoek bespreek je de dimensie:

 ‘traditie en innovatie’

Maak de module van de dimensie 'traditie en innovatie'  in Kunst uit het Vuistje en beantwoord vervolgens de volgende deelvraag:

- Deelvraag  7: Op welke wijze is jullie tentoonstelling innovatief en dus geschikt voor de doelgroep?
 

 
    


 



    



Slide 9 - Tekstslide

                                        Stappenplan theoretisch onderzoek

 8. Schrijf een conclusie waarin je antwoord geeft op de hoofdvraag: Hoe ontwerp je een tentoonstelling voor een kunstmuseum voor jullie eigen generatie?



Houd rekening met de volgende zaken:
- Belangrijkste onderdeel van je onderzoek
- Voeg geen nieuwe informatie toe 
- Maak hem niet te kort!

- Begin met herhalen van de hoofdvraag
- Vat de kern van alle deelvragen samen
- Geef tenslotte antwoord op je hoofdvraag
- Geef evt. opties aan voor verder onderzoek

Slide 10 - Tekstslide

                                        Stappenplan theoretisch onderzoek

 9. Maak een bronnenlijst, doe dit per deelvraag


 Wat is een goede bron?
 
- Wikipedia is niet perse een goede bron. Je kunt de originele bronnen die gebruikt zijn in een artikel onderin terugvinden. 
- Zoek een redelijk actuele bron (dus niet uit 1982).
- Gebruik bronnen zoals krantenartikelen, documentaires, podcasts, boeken, arttube.
- Check altijd de schrijver / nieuwsbron etc. Is deze betrouwbaar?

Slide 11 - Tekstslide

                                        Stappenplan theoretisch onderzoek

10. Schrijf een inleiding en een voorwoord


 Wat is het verschil tussen een inleiding en een voorwoord?
 
- De inleiding leidt  het onderzoek in. Door de inleiding weet je ongeveer wat je kunt verwachten. In de inleiding wordt het onderwerp geïntroduceerd en vertel je hoe het onderzoek is opgebouwd, zodat de lezer weet wat die kan verwachten.
 
- In het voorwoord kun je ook andere zaken aan het licht brengen, zoals waarom je voor het onderwerp hebt gekozen en kun je aandacht besteden aan wat voor onderzoek je hebt gedaan. Onthoud dat een voorwoord kort en bondig moet blijven en je dit pas kunt schrijven als je verslag of scriptie af is. Het is persoonlijk met als doel wat je wil delen met de lezer voordat je daadwerkelijk begint.

Slide 12 - Tekstslide

                                        Stappenplan Tentoonstelling in ArtSteps




Je maakt je eigen digitale tentoonstelling in Artsteps, verzamel de afbeeldingen en schrijf zaalteksten. In deze afspeellijst vind je uitleg over Artsteps.

- Zaalteksten
Jullie maken korte zaalteksten (samenvatting van kunstobject), die worden vermeld in Artsteps. Deze teksten verwerk je in het vlakje Description (zie volgende dia).







Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

MEET & GREET

Jullie gaan beide (afzonderlijk van elkaar) een meet&greet ondernemen in periode 2. Dit kan op verschillende manieren, maar het zou mooi zijn als deze aansluit bij het thema ‘design your museum’, door een kunstmuseum te bezoeken. Bewaar je entreeticket en maak een selfie in het museum. Je maakt een verslagje aan de hand van de kijkwijzer. 

Ga je niet naar een museum? Dan maak je minimaal twee modules uit Kunst uit het Vuistje: Is dit kunst of kan het weg? & In productie over vormgeving (deze staan onder de discipline Beeldende kunst & vormgeving). Naast het maken van deze modules bekijk je een documentaire die te maken heeft met kunst (over een kunstenaar of museumcollectie). Je maak een kort verslag van deze film. 
 
Kies een bijvoorbeeld een documentaire van een van deze sites: 
-   Site
Site
 
Let op: deze meet&greet telt niet mee met het aantal woorden van je onderzoek!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

 Wat is het verschil tussen een museum en een tentoonstelling?
 
- Musea hebben vaste collecties (denk aan de Nachtwacht in het Rijksmuseum).
- Ze hebben ook tijdelijke tentoonstellingen, of wisseltentoonstellingen.
- Voor wisselende tentoonstellingen lenen musea vaak werk aan elkaar of van elkaar. Dit vergt veel voorbereiding. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video