Holocaust betekend in het Grieks: “Brandoffer” Veel Joodse mensen vinden dit geen passende naam, omdat een offer doet vermoeden dat je voor iets 'goeds' gestorven bent. Veel Joodse mensen noemen deze genocide (volkenmoord) daarom liever: Shoa = Hebreeuws “Grote vernietiging”
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
9.6 De Holocaust
Holocaust betekend in het Grieks: “Brandoffer” Veel Joodse mensen vinden dit geen passende naam, omdat een offer doet vermoeden dat je voor iets 'goeds' gestorven bent. Veel Joodse mensen noemen deze genocide (volkenmoord) daarom liever: Shoa = Hebreeuws “Grote vernietiging”
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen: Aan het einde van de les kan je...
1. Uitleggen hoe de vernietigingskampen waren georganiseerd;
2. uitleggen hoe het antisemitisme zich ontwikkelde;
3. uitleggen hoe antisemitisme uitliep op een volkerenmoord.
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerkend aspect
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Antisemitisme
In de middeleeuwen werden joden door de kerk gezien als moordenaars van Christus.
Ze moesten in getto’s leven en konden geen burgers worden en veel ambachten niet uitoefenen.
Omdat de kerk het vragen van rente afkeurde, waren bankiers vaak joden.
Dat leidde tot het stereotype van joden als uitbuiters en geldwolven.
Er waren veel vooroordelen over joden, door deze angstbeelden
werden joden soms slachtoffers van pogroms.
Slide 6 - Tekstslide
Onder invloed van de verlichting kregen joden dezelfde rechten als andere burgers.
In de 19e eeuw waren veel joden kunstenaar, wetenschapper, vrij beroep of bankier: dat leidde tot jaloezie en vormde het beeld van jood als kapitalist en uitbuiter.
Na WO I hadden veel communisten een joodse achtergrond hierdoor ontstond het vijandbeeld van jood als gevaarlijke revolutionair.
Alle negatieve stereotypen en vooroordelen kwamen samen in het antisemitisme van de nazi's. Er zou een wereldwijd joods complot zijn om ‘het Germaanse ras’ te vernietigen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
1 clichébeeld van joden (9.30)
2 boycot van joodse winkels (9.31)
3 joden met een ster in getto’s laten wonen (9.29)
4 mishandeling van joden in de Kristallnacht, 1938
5 vergassing (bron 51)
Slide 11 - Tekstslide
Neurenberger Rassenwetten
1935
Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken. Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger. Deze wetten zijn ook bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Kristallnacht
9 november 1938
In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi.
Na een radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
De naam Kristallnacht verwijst naar het vele glaswerk dat tijdens deze aanvallen werd vernield. Van joodse zijde werd later bezwaar gemaakt, zij vonden de naam te eufemistisch gegeven de ernst van de gebeurtenissen. Sindsdien worden er in Duitsland ook andere namen gebruikt zoals Reichspogromnacht en Novemberpogrome 1938.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Vernietiginskampen
Auschwitz
2 delen
1. Werkkamp
2. Vernietigingskamp
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Josef Mengele
Engel des doods
Experimenten
Gifinjecties
Tweelingen
Joden onvruchtbaar maken
enz.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Bevrijd door de Russen
Januari 1945
2 jaar later al museum
In eerste instantie geleid door oud-gevangen
Alles wat vervalt, wordt steeds opnieuw opgebouwd door de Poolse overheid
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Huiswerk
Lees: H9.7 De bezetting van Nederland (blz.130-131) Maak: Opdr. 1, 2, 6, 7, 12, 13, 14 (blz.119-120)