Landdegradatie vragen + info

Lage druk
Hoge druk
Lagedruk
Hoge druk
Lage druk
1 / 44
volgende
Slide 1: Sleepvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lage druk
Hoge druk
Lagedruk
Hoge druk
Lage druk

Slide 1 - Sleepvraag

Welke uitspraak over het verschil tussen een warme en een koude zeestroom is juist?
A
Een koude zeestroom bestaat uit opwellend diepzeewater
B
Een warme zeestroom stroomt van de polen richting de evenaar
C
Een warme zeestroom stroomt vanuit een relatief warm gebied naar een kouder gebied
D
Koude zeestromen komen alleen voor rondom Antartica

Slide 2 - Quizvraag

Noem drie klimaatfactoren.

Slide 3 - Open vraag

Welk kenmerk hoort bij een subtropische zone?
A
Mediterrane vegetatie
B
koude winters
C
droogte

Slide 4 - Quizvraag

Landdegradatie

Slide 5 - Tekstslide

Met welke problemen kun je geconfronteerd worden als je voedselgewassen wilt verbouwen? Natuurlijke dimensie!

Slide 6 - Open vraag

Problemen met verbouwen voedsel:
Te droog
Te nat
Te koud
Chemische vruchtbaarheid
Fysische vruchtbaarheid
Te steil
...

Slide 7 - Tekstslide

Welke acties kun je ondernemen om dit op te lossen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Oplossingen
Irrigatie
Bemesting
Ploegen / eggen
Kas
Drainage
Terassen aanleggen

Slide 10 - Tekstslide

buizenstelsel
in de grond netwerk van poreuze buizen waarin het water kan wegvoeien uit de bodem
afvoer
door hoogteverschil loopt overtolig water weg uit de bodem en kan dus niet meer voor verdamping en verzilting zorgen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Landdegradatie =
landbouwgrond is niet meer geschikt voor het verbouwen van gewassen

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaak?
natuur of mens

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kan de natuur de kwaliteit van de bodem verslechteren?

Slide 15 - Open vraag

en de mens?
  • overbemesting
  • ontbossing
  • overbeweiding
  • onzorgvuldige akkerbouw

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bodemerosie = 
door de mens of de natuur veroorzaakt wegspoelen of wegwaaien van het bovenste deel van de grond
  • Bovenste deel grond = bodem  >> hierin zitten veel voedingsstoffen

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaken bodemerosie:
1. ontbossing
2. overbeweiding
3 onzorgvuldige akkerbouw

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Ontbossing
  • voor houtwinning of aanleggen bouwland
  • bodem ligt onbeschermd
  • bij zware regenval of storm 
spoelen of waaien bodemdeeltjes weg

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Overbeweiding
  • meer dieren op de grond dan waarvoor voedsel is
  • structureel kale plekken op de grond
  • ook wortels sterven af
  • >> bodemerosie

Slide 23 - Tekstslide

In welk werelddeel zal overbeweiding een groot probleem zijn?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Oceanië

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Onzorgvuldige akkerbouw
  • Na de oogst ligt de grond braak
  • >> bodemerosie

Slide 26 - Tekstslide

Wat helpt daartegen?
stripcropping
ploegen langs hoogtelijnen
weinig ploegen
niet nuttig deel oogst laten liggen op de akker
struiken/bomen aanplanten om wind te breken

Slide 27 - Tekstslide

Welke twee manieren om de akkerbouw duurzaam te maken zie je in de volgende twee afbeeldingen?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Eerste afbeelding
Tweede afbeelding
Strip cropping
Ploegen langs hoogtelijnen
Bomen / struiken planten tegen wind
Deel oogst op het veld laten liggen

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Verzilting
Zouter worden van de bodem 
(waardoor landbouw steeds moeilijker wordt)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hoe werkt verzilting?
  • Water komt op de bodem en zakt er in weg
  • Zouten lossen op in het bodem- en grondwater
  • Door capillaire werking komt grondwater weer omhoog
  • Het water verdampt
  • Zout blijft achter op de bodem en vormt daar een laagje

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Capillaire werking is het sterkst in een grondsoort met
A
kleine korrels
B
grote korrels

Slide 37 - Quizvraag

Grootste korrels
Gemiddelde korrels
Kleinste korrels
Zand
Löss
Klei

Slide 38 - Sleepvraag

Door irrigatie kan verzilting optreden

> meer water op de bodem
> soms stopt toevoer water
> dan komt water weer omhoog

Slide 39 - Tekstslide

Soorten irrigatie

Slide 40 - Tekstslide

Bij druppelirrigatie gebruik je het
meeste/minste (1) water
en is de kans op verzilting
het kleinst/grootst (2)
A
meeste, kleinst
B
meeste, grootst
C
minste, kleinst
D
minste, grootst

Slide 41 - Quizvraag

Kwetsbare landschapzones

Slide 42 - Tekstslide

Kwetsbaar vooral bij:
  • lange droge periodes
  • veel reliëf
  • groot neerslagoverschot

Slide 43 - Tekstslide

Welke landschapszones zijn dus vooral kwetsbaar voor landdegradatie?
A
subtropische zone
B
tropische zone
C
aride zone
D
gematigde zone

Slide 44 - Quizvraag