3. Verlichting Justus van Effen, Van Alphen en imaginaire reisverhalen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Drie belangrijke begrippen van de Verlichting
A
optimisme, gevoel, ratio
B
optimisme, pruikentijd, didactisch-moralistisch
C
ratio,God, didactisch-moralistisch
D
Pruikentijd, optimisme, boekdrukkunst

Slide 2 - Quizvraag

Waarom is 'geluk' nu een onderwerp om over na te denken?

Slide 3 - Open vraag

De Latijnse spreuk die bij de Verlichting hoort is:

Slide 4 - Open vraag



Slide 5 - Tekstslide

Justus van Effen had een duidelijk opvatting over hoe je een beter mens kon worden.
A
je moet altijd gehoorzaam wezen
B
je moet goed je best doen op school
C
je moet vroeg opstaan + je tijd goed gebruiken
D
je moet kritisch naar jezelf kijken

Slide 6 - Quizvraag

'Proeve van kleine gedichten voor kinderen' was enorm populair. Hoe wordt dit succes verklaard?
A
Het was het eerste kinderboek in de historie van Nederland
B
Het was door een kind geschreven, dat echter anoniem wilde blijven
C
Het werd geschreven vanuit het perspectief van een kind
D
Het werd geschreven in moeilijke taal, zodat kinderen taal leerden

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de moraal van dit gedichtje?

Slide 9 - Open vraag

huiswerk opdr. 1
a. Optimisme: De verlichting was een optimistische tijd, omdat men ervan uitging dat mensen van nature goed waren en dat zij zich door meer kennis ook beter zouden gedragen.
b. Pruikentijd: Dubbele betekenis, ten eerste droeg men daadwerkelijk pruiken. Ten tweede staan de pruiken voor de decadentie en de zelfgenoegzaamheid van de elite. Waar in de zeventiende eeuw grote kunstenaars actief waren en het land zich op allerlei vlakken enorm ontwikkelde, kwam dat in de achttiende eeuw enigszins tot stilstand.

Slide 10 - Tekstslide

huiswerk opdr. 1
c. Didactisch-moralistisch tijdschrift: tijdschrift dat kennis verschafte (didactisch), maar ook besprak hoe een verlicht mens geacht werd zich te gedragen (moralistisch). De Hollandse Spectator van Van Effen is de bekendste Nederlandstalige spectator.
d. Ratio/rationalisme: de ratio is de rede, het verstand. Een verlicht mens gaat uit van zijn verstand, beredeneert alles en maakt op basis daarvan zijn beslissingen

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk opdr. 2
a. Spinoza zei dat hij niets van de Bijbel begreep: de Bijbel werd gezien als het letterlijke woord van God. Gods woord was bovenal waar en als het onbegrijpelijk was, dan lag dat aan de mens en niet aan God. Spinoza trekt het woord van de Almachtige, waar de hele samenleving op gebaseerd is, in twijfel.
Spinoza meende dat er geen hel was. Als er geen hel is, wat zou mensen er dan van weerhouden crimineel te worden? Volgens Spinoza is de mens van nature goed. Ook veranderde het doel van het leven. Dat doel was vooral geweest: ervoor zorgen dat je in de hemel komt of in ieder geval niet in de hel. Nu komt de nadruk meer op het aardse leven te liggen.


Slide 12 - Tekstslide

huiswerk opdr. 2
Spinoza geloofde niet in de zondeval: De slang had Eva niet verleid tot het eten van de appel van de kennis, Eva had Adam niet verleid. God had de mens gewoon laten zien wat vergif was. De mens is dan niet bij geboorte al zondig, maar in staat zelf iets van zijn leven te maken.
Voor alle beweringen geldt natuurlijk dat het belang van de kerk (welk geloof dan ook) kleiner wordt en macht afstaan, dat doet niet een groep gewillig, zo blijkt uit de geschiedenis.

Slide 13 - Tekstslide

huiswerk opdr. 2
b. Er wordt veel gediscussieerd over de vraag wat het recept voor geluk is. Dit gebeurt overal: in kranten, tijdschriften, kroegen, genootschappen en koffiehuizen.
c. Door de perspectiefwisseling die Spinoza en andere denkers inzetten, ging het er opeens niet meer om gelukkig te worden in de hemel na je dood, maar juist op aarde. Daar had men niet eerder zo naar gekeken, dus er viel veel te bespreken. Was het vrijheid, opvoeding of geloof?

Slide 14 - Tekstslide

huiswerk opdr. 2
d. Middeleeuwen: memento mori: gedenk te sterven> je gaat straks dood, dan moet je wel naar de hemel, zorg voor en godvruchtig leven. Renaissance: carpediem: pluk de dag> heb ook aandacht voor het leven op aarde, ontwikkel jezelf.
e. In tijdschriften wordt de wetenschappelijke kennis over landsgrenzen heen redelijk snel met elkaar gedeeld. Op die manier konden geleerden op de hoogte blijven van wetenschappelijke ontwikkelingen. En in een tijd waarin kennisvergaring als een antwoord op alle ellende wordt gezien, is dat van onschatbare waarde.

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk opdr. 3
a. Van Effen was journalist en schreef De Hollandse Spectator vol. Hij meende dat je om een beter mens te worden kritisch naar jezelf moest kijken. In zijn Spectator keek hij kritisch naar heel Nederland. Hij wees Nederlanders er bijvoorbeeld op dat zij de taal noch het land konden ontdoen van buitenlandse invloeden, dat zij buitenlanders ook niet anders moesten behandelen. Daarnaast meende hij dat je best je mening mocht geven, maar dan moest je dat bedachtzaam doen. Dat gold zowel voor politieke zaken als privézaken. (85 woorden)

Slide 16 - Tekstslide

huiswerk opdr. 3
b. De ratio wordt ingezet om de doden buiten de kerk te begraven, dat is hygiënischer. Dat klopt bij de idee van het tijdschrift: je moet als mens kritisch zijn.
c. Thijsbuurs laat een koe slachten. Het is een goed vet beest geworden. Hij zal verdienen aan het vlees en aan de weddenschappen die hij heeft afgesloten. Hij geniet van de belangstelling van alle buren. Maar…door alleen maar te staan glunderen bij zijn os en de gewonnen weddenschappen uitgebreid in de kroeg te vieren, kost de koe hem uiteindelijk meer dan deze hem heeft opgeleverd. Met andere woorden: houd je koppie erbij!


Slide 17 - Tekstslide

het imaginaire reisverhaal
https://www.npo.nl/literatuurgeschiedenis-18e-eeuw/07-05-2013/NPS_1219677

Slide 18 - Tekstslide

Imaginaire reisverhalen worden vergeleken met:
A
horrorverhalen
B
ontdekkingsverhalen
C
fantasy
D
detectives

Slide 19 - Quizvraag

Claas Klim valt in een bergspelonk en komt op de planeet Nazaar. Deze samenleving is:
A
corrupt
B
ideaal
C
racistisch
D
anti-vrouwen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de reden om zulke fantasieverhalen te schrijven?

Slide 21 - Open vraag


Maak opdracht 5. van literatuurlijn
http://literatuurlijn.nl/verlichting/opdrachten-verlichting/

Slide 22 - Tekstslide