Oefentoets hoofdstuk 1

Oefentoets Hoofdstuk 1
Ontdekken en Onderzoeken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets Hoofdstuk 1
Ontdekken en Onderzoeken

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder staan twee uitspraken van leerlingen.
Uitspraak 1: alle organen in je been vormen samen een orgaanstelsel.

Uitspraak 2: alle organen die samen je voedsel verteren, vormen een orgaanstelsel.

Welke uitspraken zijn juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
De uitspraken 1 en 2 zijn beide juist.
D
De uitspraken 1 en 2 zijn beide niet juist.

Slide 2 - Quizvraag

Benoem de onderdelen
3, 4, 8 en 11.

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent determineren?

A
De naam van een organisme opzoeken.
B
Een flora of zoekkaart gebruiken.
C
Een natuurgetrouwe tekening van een organisme maken.
D
Het uiterlijk van een organisme opzoeken.

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit wat een weefsel is.

Slide 5 - Open vraag

Cellen die verschillende taken hebben, verschillen ook van uiterlijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Cytoplasma is een stroperige vloeistof in een cel.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Weefsel is opgebouwd uit een groep cellen met dezelfde vorm en functie.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Luchtpijpcellen en zenuwcellen hebben dezelfde vorm.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Hieronder zie je de stappen van een onderzoek.
Zet de onderstaande stappen in de juiste volgorde op het antwoordenblad. [2p]
- trekken van een conclusie
- bedenken van de onderzoeksvraag
- verzamelen en verwerken van resultaten
- maken van een werkplan

Slide 10 - Open vraag

Lees de volgende informatie goed door:
Onderzoekers hebben onderzocht dat teennagels langzamer groeien dan vingernagels. Teennagels leggen het met een gemiddelde groeisnelheid van 1 millimeter per maand af tegen de vingernagels, die ongeveer 3 millimeter per maand groeien. De locatie van de nagel, iemands leeftijd, geslacht, gezondheid en zelfs het seizoen beïnvloeden de groeisnelheid van nagels.
De nagel groeit vanuit het herkenbare wittige halve maantje, daaronder zitten jonge nagelcellen die zich alsmaar delen en een taaie stof aanmaken. De nieuwe cellen duwen de oude, afgestorven nagelcellen naar boven en vormen zo de nagelplaat. Voor stevige, gezonde nagels is een goede doorbloeding heel belangrijk. Die bepaalt de groeisnelheid.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de meeste passende onderzoeksvraag die de onderzoekers hebben gebruikt?
A
Waardoor groeien vingernagels sneller dan teennagels?
B
Waardoor is de doorbloeding van vingers en tenen verschillend?
C
Wat is de invloed van doorbloeding op de groeisnelheid van de nagels?
D
Welke nagels groeien het snelst: teen- of vingernagels?

Slide 12 - Quizvraag

Stel een werkplan op waarbij je onderzoekt wat de invloed van het geslacht is op de groeisnelheid van nagels bij volwassen mensen.

Slide 13 - Open vraag

Een leerling zegt het volgende naar aanleiding van het artikel: “Teennagels zijn slechter doorbloed dan vingernagels.”
Trekt de leerling een juiste conclusie? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Bij de groei van nagels zijn drie orgaanstelsels betrokken. 
Kijk naar het bovenstaande schema. Elk nummer stelt een orgaanstelsel voor.

Slide 15 - Tekstslide

Zie vorige dia met het schema. Plaats het juiste orgaanstelsel bij het juiste nummer. Leg je keuzes uit.

Slide 16 - Open vraag