Herhaling erfelijkheid - PLS1337

Lesprogramma

  1. Inloggen Examensite (10 min)
  2. leerdoelen van de toets
  3. Invulopdrachten mannelijk en vrouwelijke geslachtsorganen (30 min)
  4. Pauze (5 min)
  5. Extra uitleg/herhaling van de leerdoelen (15 min)
  6. Opdrachten maken



Ben je klaar met een onderdeel? dan mag je de opdrachten gaan maken op je laptop
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma

  1. Inloggen Examensite (10 min)
  2. leerdoelen van de toets
  3. Invulopdrachten mannelijk en vrouwelijke geslachtsorganen (30 min)
  4. Pauze (5 min)
  5. Extra uitleg/herhaling van de leerdoelen (15 min)
  6. Opdrachten maken



Ben je klaar met een onderdeel? dan mag je de opdrachten gaan maken op je laptop

Slide 1 - Tekstslide

Voor deze les een demonstratie met een kaars doen.

Misschien ook een pinda?
  1. Ga op je laptop naar magister.
  2. In het huiswerk van vandaag en morgen staat een link naar: Eindexamensite.nl
  3. maak je account aan en log in met de zelfde gegevens als magister.
  4. Er staan 2 toetsen met oefenopdrachten klaar.
Account aanmaken bij eindexamensite
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Invulopdrachten 
timer
30:00

Slide 4 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Onderwerpen
  • Genotype/fenotype
  • Homozygoot/heterozygoot
  • Dominant/recessief
  • Kruisingen
  • Stambomen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijkheid
Herhaling van klas 3

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
- afmaken stencils
- opdrachten Eindexamensite.nl

Dit doe je stil voor jezelf!
Heb je vragen? dan steek je je vinger op.
Ik probeer je zo snel mogelijk te helpen



timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotype en fenotype
Erfelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fenotype

Fenotype: Het uiterlijk (zichtbare kenmerken) van een organisme

  • Het fenotype komt tot stand door genotype en door invloeden van het milieu (buiten het organisme)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotype

Genotype: de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme

  • Deze informatie ligt in de chromosomen in de kern van elke lichaamscel
  • Het genotype is het geheel aan genen dat in een celkern aanwezig is
  • Het genotype van een organisme ligt vast op het moment van bevruchting
  • Het genotype wordt aangegeven met letter:
       AA
       Aa
       aa

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gen

Een deel van een chromosoom dat de informatie bevat van één erfelijke eigenschap

  • 1 chromosoom bevat vele genen
  • in lichaamscelen komen de genen in paren voor, dus 2 genen zijn verantoordelijk voor 1 erfelijke eigenschap
  • In geslachtscellen komen de genen enkelvoudig voor, dus 1 gen wordt doorgegeven naar de volgende generatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het fenotype van deze mensen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homozygoot en heterozygoot
Erfelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homozygoot
Wanneer de beide genen voor één eigenschap hetzeflde zijn.  
Bijvoorbeeld 2 genen voor blauwe ogen of 2 genen voor bruine ogen
De mogelijkheden:                  AA of aa

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heterozygoot
Wanneer de beide genen voor één eigenschap anders zijn. 
Bijvoorbeeld 1 gen voor blauwe ogen en 1 gen voor bruine ogen
De enige mogelijkheid:                  Aa

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominant en recessief
Erfelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominant
Wanneer er een dominante eigenschap aanwezig is in het genenpaar komt die altijd tot uiting in het fenotype.
AA
of 
Aa

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recessief
Een recessieve eigenschap kan alleen tot uiting komen in het fenotype wanneer die homozygoot is:

aa

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kruisingen
Erfelijkheid

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te volgen stappen
  1. Welke eigenschappen zijn er, welke zijn dominant/recessief, dus: wat is het genotype?
  2. Maak het kruisingsschema en zet de letters op de juiste plek
  3. Welke verhoudingen zie je in het kruisingsschema

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kruising

Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homosygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. de nakomelingen (kinderen) worden onderlng gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.


Werk deze kruising uit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kruisingsschema

P:                                  AA             x                    aa

Geslachtscellen:    A                                      a

F1:                                                  Aa

                                     Aa             x                 Aa

Geslachtscellen: A of a                         A of a

F2:


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom
Erfelijkheid

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stamboom

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer 2 ouders hetzelfde fenotype hebben en ze krijgen een kind met een ander fenotype, dan is de eigenschap van de ouders dominant en zijn ze beide heterozygoot (Aa)

De nakomeling is dan homozygoot recessief (aa) voor deze eigenschap

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom 1

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom 2

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de kans dat kind 3 in de 4e generatie de afwijking heeft?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan nu.....
Maken oefenvragen erfelijkheid:
  • Op papier met de opgaven in het lokaal
  • Op www.eindexamensite.nl bij toetsen de vragen klas 3 erfelijkheid

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies