Basisstof 5 en 6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom bij biologie 

Klas T3H

Kom rustig binnen in het lokaal​

Doe je telefoon in de telefoontas​

​Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je boeken en schoolspullen erbij​ begin vast met basisstof 5  'houding en beweging'

Geen jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​

Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​

​

Wat gaan we doen?

Starten met basisstof 5 en 6 

Basisstof 5 'houding en beweging'

Basisstof 6 'blessures'

Oefening + activiteit (uitleg, opdrachten en quiz).

lesdoelen van vandaag

•  Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe je hiermee rugklachten kunt voorkomen. 
• Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is. 
• Je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen. 

Wat weten we over blessures?

Botbreuk:

Wordt opgelost door het bot te zetten.

Daarna zorgt gips ervoor dat het bot niet kan verschuiven.

Ondertussen moet het bot weer vastgroeien.

Kneuzing:

• meestal door stoot, stomp of trap
• plek wordt dik en soms blauw door vocht. Koelen kan dit tegengaan.
  

Verzwikking:

• kneuzing van gewricht
• blauwe plek + dik
• enkel 
  

Ontwrichting:

• bv. door verkeerd vallen
• gewrichtskogel uit de kom
• gaat soms vanzelf weer terug of dit wordt gedaan door de arts
  

Spierpijn:

• vaak na inspanning die je niet gewend bent
• of sterke afkoeling van spieren
  

Spierscheuring:

• door te sterke inspanning of een plotselinge beweging
• geneest meestal door rust en soms een operatie
  

Botbreuk:

• vaak door te vallen
• ze moeten in de goede stand aan elkaar groeien. Staan ze scheef? Dan worden ze gezet. Meestal gips, soms schroeven
  

Constructie bouwen

Bouw in je groepje een constructie die zowel stevig als beweeglijk is. Gebruik hiervoor de materialen die voor je klaar liggen.

Zorg voor voldoende bouwmaterialen zoals blokjes, touw, balletjes, etc. Zorg dat iedereen een taak heeft en dat er goed wordt samengewerkt. Loop rond en ondersteun waar nodig. Geef een tijdslimiet van 15 minuten.

Testen

Test de constructie van je groepje. Kan de constructie bewegen én is hij stevig genoeg?

Zorg dat er genoeg ruimte is om de constructies te testen. Als een constructie niet stevig genoeg is, geef dan feedback en laat de groepjes nog wat aanpassingen maken.

Presentatie

Elk groepje presenteert hun constructie aan de klas. Vertel kort wat jullie hebben gemaakt en hoe jullie hebben samengewerkt.

Zorg voor genoeg tijd om elke groepje te laten presenteren. Geef feedback op de presentaties en benadruk wat goed ging en wat er nog beter kan.

Reflectie

Reflecteer individueel op deze les. Wat heb je geleerd over stevigheid en beweging? Wat ging goed in je groepje en wat kon er beter?

Geef de leerlingen genoeg tijd om hun gedachten op papier te zetten. Bespreek eventueel de reflecties in tweetallen.

Opdracht blessures 

Opdrachtomschrijving:

In groepjes van 3-4 leerlingen, kiezen jullie een blessure die vaak voorkomt bij sporten of fysieke activiteiten (bijv. verstuikte enkel, tenniselleboog, knieblessure). Zie Magister voor suggesties.

Gebruik de laptop om informatie over de gekozen blessure te vinden. 

Noteer de oorzaken, symptomen en behandelingen van de blessure.

Maak een presentatie met PowerPoint of Prezi waarin jullie de informatie over de blessure presenteren aan andere groepjes in de  klas. 

Opdrachten maken

Basisstof 5

Basisstof 6

Samenhang

Examenoefening

 Welke sportblessure zie je in de afbeelding?

1. een botbreuk
2. een ontwrichting
3. een verzwikking

Waarom wordt bij een botbreuk een gipsverband aangelegd?

1. Om de bothelften in de goede stand te houden
2. Om inwendige bloedingen tegen te gaan
3. Om de pijn te verminderen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Heb je weleens een
sportblessure gehad?
(zo ja, bij welke sport)