Pub quiz week van het geld

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ronde

Slide 2 - Tekstslide


1. Noem 5 landen waar je met de euro kunt betalen

Slide 3 - Tekstslide


2. Wat betekent in het rood staan op je bankrekening? 

Slide 4 - Tekstslide


3. Noem 2 voorbeelden van een cryptomunt

Slide 5 - Tekstslide

4. Hoeveel euromunten heeft Nederland?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 6 - Quizvraag


5. Hoe heet de stripfiguur die in geld zwemt? 

Slide 7 - Tekstslide

6. Wat is rente?
A
Het bedrag dat je verdient door te sparen
B
Het bedrag dat je betaalt bovenop een lening

Slide 8 - Quizvraag

7. Wat kun je het beste doen als je een keer niet genoeg geld hebt om iets te kopen?
A
Wachten tot je genoeg hebt gespaard
B
De aankoop vergeten en iets goedkopers kiezen

Slide 9 - Quizvraag

Ronde

Slide 10 - Tekstslide

Wat kost het (gemiddeld)? 
1. Een brood
2. Een Iphone 16, 128 GB
3. Een big mac menu
4. Een red bull
5. Een Netflix abonnement, voor 1 persoon
6. Het goedkoopste basic fit abonnement
7. Nintendo Switch + Mario Kart 8 Deluxe

Slide 11 - Tekstslide

Ronde

Slide 12 - Tekstslide

Rekenvragen
  1. Stel je spaart 50 euro per maand, hoeveel heb je gespaard na 1 jaar?
  2. Je kan 150 euro per week aan boodschappen doen, na een uitgave van 37,50 en 12,00 hoeveel heb je dan nog over?
  3. Een jas kost 80 euro. Je krijgt 25 % korting, hoeveel betaal je nog voor de jas
  4. Je werkt 8 uur per dag en verdient 9,00 euro per uur. Hoeveel heb je op 1 dag werken verdient?

Slide 13 - Tekstslide

Rekenvragen
  1. Een bioscoopkaartje kost 12,00 je neemt 4 vrienden mee, hoeveel kost het je?
  2. Je hebt 1 briefje van € 50, 3 van € 10, 4 munten van € 2 en 3 van € 0,50. Hoeveel heb je totaal?
  3. Je wilt de nieuwste Nike sneakers kopen van € 150,-. Je krijgt € 20,- zakgeld per maand en voor je verjaardag heb je € 50 van je oma gekregen. Hoeveel maanden moet je sparen?

Slide 14 - Tekstslide

Ronde

Slide 15 - Tekstslide

RECLAMEMUZIEK

Slide 16 - Tekstslide

Ronde

Slide 17 - Tekstslide

1. Wat is een van de veiligste manieren om online te bankieren?
A
Je bankgegevens delen via email
B
Gebruik maken van een openbare wifi
C
Een beveiligde verbinding (https://)gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

2. Hoe kan je phisingemail van een bank herkennen?
A
Officiele emails vragen nooit om je wachtwoord
B
Er zit altijd een fout in de grammatica of spelling
C
Alle emails van banken zijn phising

Slide 19 - Quizvraag

3. Wat moet je doen als je een verdachte mail van je bank ontvangt?
A
Direct je inloggegevens invullen
B
De link in de email openen en kijken wat het is
C
De email verwijderen en je bank bellen

Slide 20 - Quizvraag

4. Hoe kun je jezelf beschermen tegen een phishing-e-mail?
A
Altijd klikken op links in een email van een onbekende afzender
B
Je gegevens alleen delen via een beveiligde websites via email of telefoon
C
Je bankgegevens nooit controleren via de officiële website

Slide 21 - Quizvraag

5. Wat is een geldezel?


A
Iemand die spaargeld belegt in edelmetalen
B
Iemand die illegaal verkregen geld via zijn of haar bankrekening doorsluist
C
Een verzonnen figuur in de financiële wereld

Slide 22 - Quizvraag

6. Wat is "skimming"?
A
Het gebruiken van een apparaat om creditcardinformatie van je kaart te kopiëren.
B
Het stelen van bankinformatie via nep-websites
C
Het overmaken van geld via een onveilige verbinding

Slide 23 - Quizvraag

7. Wat moet je doen als je vermoedt dat je slachtoffer bent van oplichting?
A
Je moet je oplichter belonen voor hun tijd.
B
Je moet de bank onmiddellijk waarschuwen en het incident melden bij de autoriteiten
C
Je moet proberen om de oplichter te confronteren en je geld terug te krijgen

Slide 24 - Quizvraag

Ronde

Slide 25 - Tekstslide

Logo's

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide