Par. 4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Pluriforme samenleving

Par. 4

Vandaag

- Vragen over de stof

- Leerdoel

- Open vragen opdracht

- Leerpunten voor de toets

Vragen over par. 4

Lesdoel:

Je kunt uitleggen hoe pluriformiteit en sociale cohesie in de samenleving met elkaar samenhangen.

Wie kwamen er in de jaren '60 en '70 naar NL en waarom?

Deze mensen werden niet ingeburgerd. Waarom niet?

1. Omdat het aan de arbeidsmigranten zelf werd over gelaten
2. Ze zouden weer terugkeren naar het moederland
3. Ze vonden het teveel werk
4. Ze waren al ingeburgerd

In de loop van de jaren kwam er een steeds groter 'wij' en 'zij' gevoel. Wat houdt dit in?

Geldt dit alleen voor mensen met- en zonder migratieachtergrond?

Voorbeeld

Ik heb honden. Mensen die óók honden hebben: leuk! 

(Niets aan de hand)

Maar dan:

Mensen hebben ook katten. 

Mensen met honden zijn leuker dan mensen met katten ;-) 

hondenlovers vs. kattenlovers

Wat houdt integratie ook alweer in?

Geldt dat alleen voor nieuwkomers?

Geldt dat ook in relatie tot bijv. LHBTQ+ 'ers?

Een te grote sociale ongelijkheid leidt tot spanningen in de samenleving. Polarisatie kan ook leiden tot spanningen in de samenleving. Wat gebeurt bij beiden waardoor die spanningen ontstaan?

Kun je zeggen: Hoe pluriformer een samenleving hoe lager de sociale cohesie?

Maken

4, 9, 10