Bedrijfseconomie hoofdstuk 9 - 13
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik ben van plan om met mijn toekomstige partner naar het buitenland te verhuizen. Ik wil graag dat mijn partnerschap daar ook wordt erkend.
Welke samenlevingsvorm moet ik kiezen?
Welke samenlevingsvorm moet ik kiezen?
Slide 2 - Open vraag
Waaraan moet voldaan worden om een huwelijk te mogen voltrekken naast dat het geen schijnhuwelijk is?
Slide 3 - Open vraag
Hoe lang moet ik minimaal wachten voordat ik mag trouwen vanaf het moment dat ik melding heb gemaakt?
Slide 4 - Open vraag
Op welke twee manieren kan een huwelijk eindigen naast scheiden?
... en ...
... en ...
Slide 5 - Open vraag
Een scheiding is officieel bij inschrijving van de beschikking.
Wanneer wordt de gemeenschap
van goederen ontbonden?
..... .....
Wanneer wordt de gemeenschap
van goederen ontbonden?
..... .....
Slide 6 - Open vraag
Ik heb tijdens mijn hele huwelijk gewerkt maar heb toch geen pensioen opgebouwd. Hoe kan dit?
..... ..... .....
..... ..... .....
Slide 7 - Open vraag
In de huwelijkse voorwaarden heb ik geen afspraken met mijn partner gemaakt over verdeling van pensioen.
Op hoeveel procent heb ik recht?
.....% (vergeet het teken niet!)
Op hoeveel procent heb ik recht?
.....% (vergeet het teken niet!)
Slide 8 - Open vraag
SWOT staat voor
..... ..... ..... .....
(meervoud!)
..... ..... ..... .....
(meervoud!)
Slide 9 - Open vraag
Op de resultatenbegroting staan ...
A
Bezittingen
B
Schulden
C
Opbrengsten & kosten
D
Inkomsten & uitgaven
Slide 10 - Quizvraag
Op de financieringsbegroting staan ...
A
Bezittingen
B
Schulden
C
Opbrengsten & kosten
D
Inkomsten & uitgaven
Slide 11 - Quizvraag
Op de liquiditeitsbegroting staan ...
A
Bezittingen
B
Schulden
C
Opbrengsten & kosten
D
Inkomsten & uitgaven
Slide 12 - Quizvraag
Op de investeringsbegroting staan ...
A
Bezittingen
B
Schulden
C
Opbrengsten & kosten
D
Inkomsten & uitgaven
Slide 13 - Quizvraag
Stelling:
Een stichting mag geen winst maken.
Een stichting mag geen winst maken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Stelling:
Bij de vof zijn
de eigenaren aansprakelijk
Bij de vof zijn
de eigenaren aansprakelijk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Stelling:
Bij de vereniging benoemt
het bestuur zichzelf.
Bij de vereniging benoemt
het bestuur zichzelf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Stelling:
Het bestuur heeft bewust
slechte beslissingen gemaakt.
Toch is de NV zelf aansprakelijk.
Het bestuur heeft bewust
slechte beslissingen gemaakt.
Toch is de NV zelf aansprakelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Stelling:
Bij een informele vereniging zijn de eigenaren
zelf aansprakelijk.
Bij een informele vereniging zijn de eigenaren
zelf aansprakelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Stelling:
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
kan ook financieel voordelig zijn.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
kan ook financieel voordelig zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
De drie p's van MVO zijn:
..... ..... .....
..... ..... .....
Slide 20 - Open vraag
Stelling:
Een onderneming geeft altijd het liefst
een zo laag mogelijke winst op.
Een onderneming geeft altijd het liefst
een zo laag mogelijke winst op.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Tegenover welke partij wil
een onderneming een hogere winst
in de boekhouding?
een onderneming een hogere winst
in de boekhouding?
Slide 22 - Open vraag
Tegenover welke partij wil
een onderneming een lagere winst
in de boekhouding?
een onderneming een lagere winst
in de boekhouding?
