Administratie hst 3 paragraaf 3.2 boekingsstukken

3.2 Boekingsstukken
Hoofdstuk 3 Boekingsstukken verwerken

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Boekingsstukken
Hoofdstuk 3 Boekingsstukken verwerken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 3.1
Bezittingen en schulden

Slide 2 - Tekstslide

Bezittingen
Bezittingen zijn zaken die van het bedrijf zijn. 
Je kunt deze onderverdelen in de volgende groepen:
1. Gebouwen                             2. Inventaris           3. Voorraad                    4. Kas               5. Bank
6. Debiteuren              7. Te vorderen BTW

Slide 3 - Tekstslide

Schulden/vreemd vermogen
Een bedrijf heeft een schuld wanneer een persoon of instelling nog geld van het bedrijf krijgt.
In een bedrijf noemen we deze schuld ook wel vreemd vermogen
Hieronder staan de verschillende voorbeelden van vreemd vermogen:

1. Hypotheek                        2. Lening                           3. Crediteuren                    4. Te betalen BTW

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • boekingsstukken verwerken in de boekhouding
  • welke boekingsstukken bijdragen aan de winst van een bedrijf
  • waarom een bedrijf een boekhouding bijhoudt.

Slide 5 - Tekstslide

Boekingsstukken
verandering in bezit of schuld moet het bedrijf een bewijs, een boekingsstuk, hebben.

Verschillende boekingstukken zijn:
  • kassabon, een (in/verkoop)factuur of een bankafschrift.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bereken je de netto-winst

Slide 7 - Tekstslide

Verkoopfactuur 
(of kassabon)

 Belangrijk voor de boekhouding zijn:

  •  totaalbedrag exclusief btw
  • btw-bedrag
  • totaalbedrag inclusief btw

Slide 8 - Tekstslide

Inkoopfactuur
Belangrijk voor de boekhouding zijn:

  • totaalbedrag exclusief btw
  • het btw-bedrag
  • totaalbedrag inclusief btw

Slide 9 - Tekstslide

Bankafschrift

Slide 10 - Tekstslide

Kassabon inkoop
Kassabon verkoop

Slide 11 - Tekstslide

Intern boekingsstuk prive opname

Slide 12 - Tekstslide

Boekingsstukken
  • K: kasstukken
  • B: bankstukken
  • IF: inkoopfacturen
  • VF: verkoopfacturen
  • DP: diverse posten

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer maakt een bedrijf winst

Slide 14 - Woordweb

Bankafschrift is een boekstuk
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

orderbevestiging is een boekstuk
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een kassabon is een boekstuk
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Een vrachtbrief is een boekstuk
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag!
Opdracht 3.2
Opdracht 3C

Slide 19 - Tekstslide