Quiz voor de toets (lang, 2 lessen)

Oefenvragen Licht
Veel succes!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenvragen Licht
Veel succes!

Slide 1 - Tekstslide

Notitie voor docent
print dit uit:
https://lentizonderwijsgroep-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/ndschepper_lentiz_nl/EdlEaIoHB6BCiS8mQ_xa6BkBIyt0084qSSpFK3QSRUjV3g?e=KQcB73

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor lichtbundel geeft plaatje A aan?
A
Evenwijdig
B
Divergerende
C
Convergerende
D
Bolle

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor lichtbundel geeft plaatje B aan?
A
Evenwijdig
B
Divergerende
C
Convergerende
D
Bolle

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor lichtbundel geeft plaatje C aan?
A
Evenwijdig
B
Divergerende
C
Convergerende
D
Bolle

Slide 5 - Quizvraag

Welk van deze lichtbronnen is geen natuurlijke lichtbron?
A
de zon
B
een kaars
C
een ster
D
een bliksem

Slide 6 - Quizvraag

Welke gedeelte van de tekening is een kernschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C

Slide 7 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding met een kernschaduw en een halfschaduw. welk deel is de kernschaduw?
A
kernschaduw is donker onder de hand
B
kernschaduw is lichtgrijs naast de hand

Slide 8 - Quizvraag


Bij welk plaatje zie je een halfschaduw?
A
plaatje met de auto
B
plaatje met de hand
C
plaatje met de katten
D
plaatje met het krukje

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vergroting van de schaduw?
A
1,333
B
2,333
C
1200
D
1,75

Slide 10 - Quizvraag

De beeldafstand is 60 cm. De voorwerps-afstand is 12 mm. Bereken de vergroting.
A
5 x
B
15 x
C
25 x
D
50 x

Slide 11 - Quizvraag

De beeldafstand is 0,16 cm. De vergroting is 3,65 . Bereken de voorwerpsafstand in cm. Geef je berekening met formule(s)

Slide 12 - Open vraag

Sanne (1,68m lang) staat op 60cm voor een lamp. Op de muur vormt zich een schaduw van Sanne. Op de muur ontstaat een Schaduw van 252cm.
Hoe ver is de muur verwijdert van de lamp?
Geef je berekening met formule(s)

Slide 13 - Open vraag

Uit een lichtkastje een bundel licht waarin een balletje wordt gehouden.
Wat gebeurt er met de schaduw van het balletje als het balletje verder van de muur wordt gehouden?
Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Welke hoek is de hoek van inval
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 15 - Quizvraag

De hoek van inval is hier gelijk aan
A
57o
B
33o
C
67o
D
dit kan je niet weten

Slide 16 - Quizvraag

Waarmee begin je als je het verloop van de lichtstraal moet tekenen?
A
De normaal tekenen
B
hoek van inval meten
C
hoek van uitval meten

Slide 17 - Quizvraag

In de onderstaande figuur hangt een TL-lamp boven de tafel. Teken in de figuur de schaduw op de grond. Geef de verschillende schaduwvormen aan.

Slide 18 - Open vraag

In figuur 3 zie je een spiegel. Voor de spiegel is een driehoek getekend.

Teken het spiegel-beeld van de driehoek op je antwoordblad bij opdracht 3.
Maak daarna een foto van je tekening en voeg toe.

Slide 19 - Open vraag

Teken het verdere verloop van de lichtstraal. Geef ook aan hoeveel de hoek van inval is.

Slide 20 - Open vraag

Schijnt de lamp op Jan? Laat zit zien op de tekening

Slide 21 - Open vraag

in welke situatie ontstaan de grootste schaduw.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is een groene trui zwart als er rood licht op valt?

Slide 23 - Open vraag

Een vlag wordt door een lamp beschenen.
De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden).
In welke kleuren zie je de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp wit licht uitzendt?
Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.

Slide 24 - Open vraag

Een vlag wordt door een lamp beschenen.
De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden).
In welke kleuren zie je de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp blauw licht uitzendt?
Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.

Slide 25 - Open vraag

Een vlag wordt door een lamp beschenen.
De kleuren van de vlag zijn geel – blauw – wit (van boven -> beneden).
Welke kleuren hebben de banen van de vlag van boven -> beneden als de lamp rood licht uitzendt?
Let op! Schrijf de kleuren op met een - ertussen.

Slide 26 - Open vraag