Herhaling politie

• Burgerschapsvorming
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Herhaling politie

Planning:

• Herhaling over de stof van het afgelopen jaar -> toets in de toetsweek.

• Vandaag starten we met politie.

Geschiedenis

De geschiedenis van de Nederlandse politie begint in 1581. Er was toen nog geen verschil tussen een rechter die de straffen bepaald en de politie die mensen arresteert. Dat kwam nadat Napoleon hier de Franse wet invoerde.

Geschiedenis

In de periode van 1880 tot 1918 veranderd er veel bij de politie. Rond 1895 werd de fotocamera voor het eerst gebruikt bij het oplossen van moorden. Zo kan er later nog teruggekeken worden naar bewijsstukken. 

Geschiedenis

Ook kwam er vanaf 1900 een politieopleiding met een examen. Voor 1905 waren er nog geen verkeersregels, vanaf 1912 kwam er een verkeersagent die het verkeer regelde en zorgde dat de regels die er kwamen werden nageleefd. 

Geschiedenis

In de periode van de Tweede Wereldoorlog toen Nederland bezet was (1940-1945) werd de Nederlandse politie overgenomen door de SS, de politie van de nazi’s. 

Geschiedenis

Vanaf 1982 is het programma ‘opsporing verzocht’ op TV. Hier worden de mensen die kijken opgeroepen om aanwijzingen te delen als zij iets gezien of gehoord hebben hierdoor. Hier kunnen misdrijven zoals moorden, overvallen of geweld makkelijker opgelost worden. 

Wat doet de politie?

1. Zorgen voor veiligheid

2. Criminaliteit voorkomen

3. Openbare orde bewaken

4. Hulp verlenen

5. Strafbare feiten opsporen

6. Uitvoeren van politietaken voor justitie

De politie werkt op drie verschillende niveaus.

 Van groot naar klein zijn dit:

1. Eenheden: er zijn 11 eenheden. Bijvoorbeeld eenheid Limburg.
2. Districten: de eenheden zijn verdeeld in districten. Bijvoorbeeld district Zuid-West-Limburg.
3. Basisteams: de districten zijn weer opgedeeld in basisteams. Bijvoorbeeld Maastricht.

Wat doet de politie?

De politie heeft agenten die de basistaken uitvoeren, er zijn ook agenten die speciale taken uitvoeren en er zijn mensen die bij de politie werken die geen agent zijn.

Basistaken:

• Dagelijks toezicht houden.

• Waarschuwen en tips geven.

• Hulp verlenen.

• Handhaving.

• Verkeer controleren.

• Onderzoek doen.

Speciale taken:

• Recherchewerk.

• Informatie en inlichtingen voor de politie.

• Geweld en terrorisme bestrijden.

• Beveiligen van belangrijke personen.

• Politie op het water, het spoor, in de lucht en online.

• Zorgen voor samenwerking tussen alle politie in het land.

• Aansturen van grote politieacties.

Geen agent, wel politie.

• ICT

• Inkoop

• automonteur

Voertuigen:

• Auto

• Fiets

• Motor

• Helikopter (alleen in noodgevallen wordt deze gebruikt)

• Boot

Politiedieren:

• Paard om zich te verplaatsen en zo een goed overzicht te hebben over een grote menigte.

• Speurhond om dingen op te sporen.

• Surveillancehond om te beveiligen en toezicht te houden.

Opdrachten:

1. Je maakt een mindmap van de lesstof over de politie.
2. Je maakt een tijdbalk van de geschiedenis van de politie.

Voor beiden opdrachten maak je gebruik van het leerboekje dat je krijgt. Je mag ook internet gebruiken om informatie op te zoeken voor de opdrachten (vraag dit wel eerst aan de docent).