Quiz politie

Politie Quiz
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsvormingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politie Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Agenten besteden de meeste tijd aan:
A
112-telefoontjes (achter overvallers aan)
B
Handhaving (surveilleren op straat)
C
Administratie
D
Verkeerscontroles

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer moet je echt 112 bellen?
A
Als je ziet dat er iemand op straat mishandeld wordt.
B
Als een auto verkeerd geparkeerd staat.
C
Als een bushokje vernield is.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een koppel?
A
De riem waar de spullen van de agent aan vast zitten, zoals een wapen.
B
Drie collega's die samen surveilleren.
C
Een wapen waarmee je iemand een stroomstoot geeft.

Slide 4 - Quizvraag

Is zelf pepperspray in je ogen krijgen een verplicht onderdeel van de politieopleiding?
A
Ja, je moet zelf weten hoe dit voelt.
B
Nee, dit mag niet.
C
Nee, maar je kunt er wel voor kiezen.

Slide 5 - Quizvraag

Je kunt de rang van een agent zien aan zijn/haar uniform. Hoe heet de laagste rang van de politie?
A
Brigadier
B
Hoofdcommussaris
C
Aspirant
D
Agent

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij het werk van de politie?
A
Drugscontrole in de haven van Rotterdam
B
Begeleiden van de gouden koets op Prinsjesdag
C
Beveiligen van vliegvelden

Slide 7 - Quizvraag

Wordt dit politievoertuig vaak gebruikt?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Nederland is verdeeld in eenheden, districten en basisteams. Welke is het grootste?
A
Eenheden
B
Districten
C
Basisteams

Slide 9 - Quizvraag

Basistaken van de politie zijn:
A
Handhaving
B
Onderzoek
C
Waarschuwen en tips geven
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Beveiligen van personen, zoals de koning, is een speciale politietaak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

En nu?
Puzzels afmaken.

Slide 12 - Tekstslide


A

Slide 13 - Quizvraag