Samenvatting H2 Licht

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2 Licht
2.1 Starten
2.2 Lichtbronnen en kleur
2.3 Weerkaatsen van licht 
2.4 Beelden maken met lenzen 
2.5 Het oog 
Samenvatting H2 + Oefentoets 

Woensdag 19 juni PTA H2 (LET OP: volgende week; ook taaldorp!)

Slide 2 - Tekstslide

Licht, schaduw en spiegels

  • Lichtstralen teken je als rechte lijnen en een pijl geeft de richting aan.
  • De schaduw van een voorwerp teken je door randstralen te tekenen en het gebied tussen de randstralen te arceren (=schaduw)
     

Slide 3 - Tekstslide

De spiegelwet kunnen toepassen

  • Een lichtstraal dat op een voorwerp valt kaatst altijd via de spiegelwet terug.
  •  Spiegelwet: 

Slide 4 - Tekstslide

Tekenen gezichtsveld van een spiegel

  • Een spiegelbeeld is een virtueel beeld 
     en ligt even ver achter de spiegel als het 
     voorwerp voor de spiegel.
  • Je kunt met de spiegelwet het 
     gezichtsveld  van een spiegel bepalen.


Slide 5 - Tekstslide

Ultraviolet straling (UV-straling)

Zorgt ervoor dat je bruin wordt => Ioniserend
Gaat niet door glas
Voorbeelden:
  • Bijen zien UV straling.
  • Wordt tegen gehouden door atmosfeer (ozonlaag, wolken...)
  • UV kan stoffen laten oplichten
Infrarood straling (IR-Straling)

Ook warmtestraling genoemd.
Gaat wel door glas!
Voorbeelden:
  • Zonlicht, hete kachel, mens
  • Warmtelamp
  • Afstandsbediening van TV,
  • Ratelslang om prooi in donker waar te nemen

Slide 6 - Tekstslide

Weerkaatsing kleuren
Rood licht           Groen licht        Blauw Licht

Slide 7 - Tekstslide

Beelden maken met een lens

  • Een lens is een schijfje glas dat licht breekt.







  •  Met een positieve lens kun je een reëel beeld vormen op een scherm (beamers, camera's)

Slide 8 - Tekstslide

Construeren beeld
Gebruik hiervoor
de twee 
constructiestralen!
  1. Recht door midden
  2. evenwijdig tot
        lens, daarna door
        brandpunt


Slide 9 - Tekstslide


1 Teken de lens, het voorwerp, de hoofdas en de brandpunt
2 Teken een rechte lichtstraal door het midden van de lens
3 Teken een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdsas en dan door brandpunt achter de lens
Op het snijpunt van de lichtstralen komt je beeld.
Stappenplan Beeld construeren positieve lens

Slide 10 - Tekstslide

Oog en bril

  • Belangrijke onderdelen van het oog:




  • Iris --> licht regulatie
  • Oog heeft een positieve lens
  • Accommoderen = boller of platter
                                         worden van de ooglens
  • bolle lens = dichtbij kijken, platte lens = ver weg kijken 

Slide 11 - Tekstslide

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien
  • Je hebt een negatieve lens nodig
  • veelal jongeren

Slide 12 - Tekstslide

Verziend
  • De ooglens is te zwak
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien
  • Je hebt een positieve lens nodig
  • Veelal ouderen

Slide 13 - Tekstslide

Nu volgt een quiz
14 meerkeuzevragen
Pak je laptop en login in lessonup

Slide 14 - Tekstslide

1: Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 15 - Quizvraag

2: Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....
A
Diffuus terug
B
Spiegelend terug

Slide 16 - Quizvraag

3: De normaal maakt een hoek van ....... graden met de spiegel
A
0 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 17 - Quizvraag

4: Een Nederlandse vlag wordt in een verduisterde
ruimte geplaatst. Vervolgens wordt er een
lamp aangezet die alleen rood licht uitzendt.
Welke kleur heeft de vlag van boven naar beneden?
A
rood, wit, blauw
B
rood, wit, zwart
C
rood, zwart, zwart
D
rood, rood, zwart

Slide 18 - Quizvraag

5: Welk nummer geeft de hoek van terugkaatsing weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

6: Welke stelling is niet waar
A
Er zijn dieren die UV straling kunnen zien
B
Alle objecten zenden IR straling uit
C
UV licht is ioniserend
D
De primaire kleuren van licht zijn rood, geel en blauw

Slide 20 - Quizvraag

7: Hoe groot is de hoek van inval?
A
30°
B
60°
C
70°
D
120°

Slide 21 - Quizvraag

8: In het figuur hiernaast zie je hoe een reëel beeld is gemaakt met een positieve lens.
Welke lichtstralen gebruik je als constructiestralen?

A
lichtstraal 1 en lichtstraal 2
B
lichtstraal 2 en lichtstraal 3
C
lichtstraal 1 en lichtstraal 3
D
Alle 4 lichtstralen

Slide 22 - Quizvraag

9: Wat is de brandpuntafstand
A
2,9 cm
B
8,5 cm
C
2,5 cm
D
1,2 cm

Slide 23 - Quizvraag

10: Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 24 - Quizvraag

11: Wat is constant in de oog ?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand
C
de pupil
D
sterkte ooglens

Slide 25 - Quizvraag

12: Wat is de voorwerpsafstand?
A
2,9 cm
B
8,5 cm
C
2,5 cm
D
1,2 cm

Slide 26 - Quizvraag

13: Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 27 - Quizvraag

14: Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
C
Je ziet dubbel
D
Dichtbij zie je dan wazig

Slide 28 - Quizvraag

Dit was de quiz
Nog VRAGEN???

Kijk je huiswerk goed na (antwoorden staan in teams)
Ga nog extra oefenen met de tekenopdrachten

Morgen is de OEFENTOETS!!!

Slide 29 - Tekstslide