Leerjaar 2

Leerjaar 2 Transport
Krachten (Natuur- scheikunde// NS1 & NS2)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Leerjaar 2 Transport
Krachten (Natuur- scheikunde// NS1 & NS2)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen
Introductie krachten en Newton
Krachten 
Rekenen met krachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan benoemen welke drie effecten een kracht kan hebben op een voorwerp.
  • Ik ken verschillende krachten en kunt deze benoemen.
  • Ik kan de zwaartekracht op een voorwerp berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kracht
  • Kracht is een grootheid (F)
  • Krachten zelf kun je niet zien, de 'uitwerking' wel. 
  • Krachten veranderen: snelheid/vorm/richting

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Soorten krachten
  • Spierkracht (Fs)
  • Veerkracht (Fv)
  • Spankracht (Fs)
  • Magnetische kracht (Fm)
  • Zwaartekracht (Fz) 
  • Resulterende kracht (Fres)

Slide 7 - Tekstslide

Rekenregels
Oplossen, d.m.v. berekenen. Altijd 3-stap rekenen
  • Gegeven grootheid noteren,
  • Gevraagde grootheid noteren,

  • Rekenen:
  • 1. Formule
  • 2. invullen
  • 3. Antwoord geven

Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
  • Fz = zwaartekracht (N, van Newton)
  • m= massa (kg, van kilogram)
  • g = gravitatie (N/kg, Newton per kilogram)

  • VM: rekent met g = 10 N/kg
  • HV: rekent met g = 9,81 N/kg

Slide 9 - Tekstslide

(VM)       Fz = m x g 
De massa van Arnold is 2 kg. Bereken de zwaartekracht op Arnold. 

  • m = 2 kg
  • g = 10 N/kg
  • Fz = ?

  • Fz = m x g
  • Fz = 2 x 10
  • Fz = 20 N
(HV)     Fz = m ⋅ g
De massa van Arnold is 2 kg. Bereken de zwaartekracht op Arnold. 

  • m = 2 kg
  • g = 9,81 N/kg
  • Fz = ?

  • Fz = m ⋅ g
  • Fz = 2 ⋅ 9,81
  • Fz = 19,62 N

Slide 10 - Tekstslide

Omrekenen
Fz = m x g
 Fz = m ⋅ g



omreken ezelsbrug
6 = 2 x 3
6 = 2 ⋅ 3


Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
HW(30/1/2025): Opdracht 1 t/m 3 af van moduleboekje. 

VM: 
In het module boekje Fz = m ⋅ g veranderen in Fz = m x g
en 9,81 N/kg veranderen in 10 N/kg

Slide 12 - Tekstslide

Les 2
Voortstuwen en tegenwerken

Slide 13 - Tekstslide

planning
Leerdoelen
voortstuwende en tegenwerkende krachten
Krachten tekenen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet wat voortstuwende krachten zijn en kan voorbeelden benoemen.
  • Ik weet wat tegenwerkende krachten zijn en kan voorbeelden benoemen.
  • Ik kan uitleggen waaraan je kunt zien dat een kracht werkt of gewerkt heeft. 
  • Ik kan de verschillende krachten benoemen die een rol spelen in een gegeven situatie.
  • Ik kan krachten tekenen als pijl, met het juiste aangrijpingspunt, grote en richting.

Slide 15 - Tekstslide

Voortstuwende en tegenwerkende krachten
Voortstuwende krachten (Fvoort); alle krachten die zorgen voor dat het voorwerp vooruit gaat. Denk bijvoorbeeld aan motorkracht (auto) en spierkracht (fiets)

Tegenwerkende krachten (Fw); alle krachten die zorgen voor dat het voorwerp afgeremd wordt. Denk bijvoorbeeld aan luchtwrijving, rolwrijving, schuifwrijving.

Slide 16 - Tekstslide

Krachten tekenen
  • Krachten tekenen we als pijl (vector).
  • Bij de vector zetten we welke kracht er werkt. (symbool)
  • De lengte van de vector geeft ook aan hoe groot de kracht is. 
  • De richting van de vector laat zien in welke richting de kracht werkt. 

  • Waar de kracht werkt, is het beginpunt van de vector. Dit noemen we het aangrijpingspunt. Bij mensen tekenen we (bijna) altijd vanuit de navel.
  • Vectoren tekenen we op schaal. De schaal geven we aan met: ≙

Slide 17 - Tekstslide

Krachten tekenen

Slide 18 - Tekstslide

Om terug te kijken
Hierna een video om terug te kijken hoe je krachten moet tekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video