VWO 4 Frans week 7 werkwoorden -ir + recevoir, boire, connaitre en devoir

VWO 4 Frans week 7 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4 Frans week 7 

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
* Je kent de trappen van vergelijking
* Je kent de regelmatige werkwoorden op -ir
* Je kent de onregelmatige werkwoorden boire, connaître, devoir, recevoir.

Le programme :
Apprendre: 
Manuel p. 74 et 80

Faire: (=doen/ maken)
Ex. 18, 20 (vanaf p.73)

Bonjour! Bienvenue à la semaine sept!

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Remettre les lettres de la dernière semaine
  • Répéter le dernier cours
  • LessonUp verbes -ir +  boire, connaître, devoir, recevoir.
  • Travailler au niveau
  • Faire les devoirs: Ex. 18, 20 (vanaf p.73)
  • Réflexion du cours

Slide 3 - Tekstslide

Répéter le dernier cours 
Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?
Het rad geeft de beurt!
GEEF EEN VOORBEELD VAN EEN FRANS SIGNAALWOORD:
  • Bevestiging :
  • Nadruk:
  • Tegenstelling:
  • Gevolg/conclusie:
 

timer
5:00
  • Vertaal: Karim is sterker dan Jean
  • Vertaal: Die auto's zijn het duurst.
  • Vertaal: Wie rijdt het langzaamst?

Slide 4 - Tekstslide

Remettre 
Leçon 2 partie 1

Les lettres de la dernière semaine

**Gevolg/conclusie**:
- Alors (Dus)
- Donc (Dus)
- C’est pourquoi (Dat is waarom)

**Reden/oorzaak/verklaring**:
- Car (Want)
- Parce que (Omdat)
- En effet (Inderdaad)

**Toelichting/vergelijking**:
- Par exemple (Bijvoorbeeld)
- Ainsi que (Evenals)
- Comme (Zoals)

**Uitbreiding/opsomming/keuze**:
- Davantage (Meer)
- En plus (Bovendien)
- Enfin (Tenslotte)








**Bevestiging**:
- Avec raison (Met reden)
- Sans doute (Zonder twijfel)
- En effet (Inderdaad)

**Nadruk**:
- Même (Zelfs)
- Évidemment (Vanzelfsprekend)
- Aussi (Ook)

**Tegenstelling**:
- Malgré (Ondanks)
- Néanmoins (Niettemin)
- Cependant (Echter)
Signaalwoorden per categorie

Slide 5 - Tekstslide

noem zoveel mogelijk regelmarige werkwoorden op -ir

Slide 6 - Woordweb

Sleep de regelmatige- en onregelmatige werkwoorden naar het juiste vakje...!
regelmatig werkwoord
onregelmatig werkwoord
finir
connaître
grandir
boire
choisir
devoir
réagir
réussir
recevoir

Slide 7 - Sleepvraag

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 8 - Sleepvraag

Mon voisin ........(kiest) d'émigrer au Canada.
A
finit
B
rougit
C
choisit
D
agit

Slide 9 - Quizvraag

tu..............(hebt beëindigd) tes devoirs?
A
as fini
B
ai fini
C
a finit
D
as finit

Slide 10 - Quizvraag

Nous................(zijn opgegroeid)
aux Pays-Bas
A
sommes grandi
B
sommes grandis
C
avons grandi
D
avons grandis

Slide 11 - Quizvraag

L'unicef ........(handelt) pour les enfants pauvres dans le monde.
A
agis
B
agit
C
agir
D
agissez

Slide 12 - Quizvraag

Il faut....................(invullen) la formulaire
A
remplis
B
remplir
C
remplit
D
rempli

Slide 13 - Quizvraag

recevoir
A
verbieden
B
ontvangen
C
worden
D
voorstellen

Slide 14 - Quizvraag

Je ........
recevoir présent
A
recois
B
reçoit
C
receve
D
reçois

Slide 15 - Quizvraag

Tu ...................(recevoir)

futur
A
recois
B
recevais
C
recevras
D
reçois

Slide 16 - Quizvraag

boire
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
buvez                
bois                  
bois
 boit                            
buvons
boivent

Slide 17 - Sleepvraag

Welke tijd krijg je bij het woord 'demain'?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur

Slide 18 - Quizvraag

Welke tijd krijg je bij het woord 'hier'?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur

Slide 19 - Quizvraag

Welke tijd krijg je bij het woord 'autrefois'?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur

Slide 20 - Quizvraag

Welke tijd krijg je bij 'en 2018'?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur

Slide 21 - Quizvraag

Welke tijd krijg je bij 'hier soir'?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur

Slide 22 - Quizvraag

Mijn resultaat was;
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Travailler au niveau / differentiëren
slecht: fais exercice 18E page 99 en gebruik het werkwoordenschema
gemiddeld: fais exercice 18F page 99 en oefen verder met verbuga
makkelijk: fais exercice 18G page 99

Slide 24 - Tekstslide

Fin du cours
1. Samenvatting van de les 
Vandaag hebben we de regelmatige werkwoorden op ir herhaald.
2. Korte check met een vraag of opdracht 
Wie kan een zin maken met een werkwoord op ir? Rad laten draaien?
3. Positieve feedback 
Wat ging er goed deze les?
4. Vooruitblik en afsluiting 
De volgende les gaan we grammatica doen: het vragend voornaamwoord

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide