KNM 8.3 - 8.4

Huiswerk vorige les
  • Boek t/m 8.2
  • ELO t/m 8.2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KNMMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk vorige les
  • Boek t/m 8.2
  • ELO t/m 8.2

Slide 1 - Tekstslide

Thema 8.3
Wetten en taken

Slide 2 - Tekstslide

welke Nederlandse wetten ken jij?

Slide 3 - Tekstslide

Wat doet de koning?
Wat doen de ministers?

Slide 4 - Tekstslide

Thema 8.3
Wetten en taken
Tekst lezen

Slide 5 - Tekstslide

5 minuten: lees de tekst op p. 87
zoek de moeilijke woorden op

Slide 6 - Tekstslide

Grondwet
De belangrijkste wet van Nederland is de grondwet.
In de grondwet staat hoe de democratie werkt en wat de taken zijn van bijvoorbeeld de koning, de Tweede Kamer en de Provinciale Staten. 

Slide 7 - Tekstslide

Wetgevende macht
De Eerste en Tweede Kamer hebben wetgevende macht. Zij maken nieuwe wetten.

Een minister zet samen met de koning zijn handtekening onder de nieuwe wet.

Slide 8 - Tekstslide

Uitvoerende macht
Daarna voert de regering de wet uit.
Dit noemen we de uitvoerende macht. 

Slide 9 - Tekstslide

Rechterlijke macht
Als iemand iets doet wat van de wet niet mag, krijgt hij geen straf van de Tweede Kamer of de regering, maar van de rechterlijke macht.

De rechter controleert of mensen zich aan de wet houden. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Scheiding van de machten
In Nederland zijn dus drie machten:
- de wetgevende macht
- de uitvoerende macht
- rechterlijke macht
Elke macht heeft zijn eigen taken. Dat heet scheiding van de machten. 

Slide 12 - Tekstslide


Wat staat er in de grondwet?
A
de geschiedenis van Nederland
B
de godsdiensten van Nederland
C
de belangrijkste wetten van Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Wie maakt de wetten?
A
de koning
B
de Eerste en Tweede Kamer
C
de regering
D
de politie

Slide 14 - Quizvraag

Wie voert de wetten uit?
A
de politie
B
de regering
C
De Eerste en Tweede Kamer
D
de koning

Slide 15 - Quizvraag

Welke drie machten zijn er?
A
de koning, de ministers en het parlement
B
de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
C
het land, de provincie en de gemeente

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat de drie machten gescheiden zijn?
A
Anders wil iedereen iets anders.
B
Anders heeft één groep alle macht.
C
Anders werken mensen niet goed samen.

Slide 17 - Quizvraag

Thema 8.4
Vrijheid en respect 

Slide 18 - Tekstslide

Rechten
In de grondwet staan ook de rechten van alle Nederlanders.



Slide 19 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting 
Je mag altijd je mening geven.
Je moet wel respect hebben voor andere mensen.

Slide 20 - Tekstslide

Vrijheid van godsdienst
Je mag zelf weten of je gelooft en wat je gelooft. 

Scheiding van kerk en staat.
Dat betekent dat het land en de godsdiensten hun eigen zaken regelen. Elke godsdienst heeft zijn eigen regels. Maar iedereen moet zich aan de weten van het land houden.

Slide 21 - Tekstslide

Wat mag in Nederland?
abortus
euthanasie
mannen mogen met mannen trouwen
vrouwen mogen met vrouwen trouwen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is verboden in Nederland?
discriminatie
geweld
kindermishandeling
eerwraak
besnijdenis van meisjes

Slide 23 - Tekstslide

lees de tekst op p. 88
zoek de moeilijke woorden op.

Slide 24 - Tekstslide

p. 88
bespreek de opdracht in 3tallen. Probeer dit in het Nederlands te doen! Help elkaar

Slide 25 - Tekstslide

Het leven stoppen van iemand die ernstig ziek is, noemen we ....
A
abortus
B
euthanasie
C
het homohuwelijk

Slide 26 - Quizvraag

Twee mannen trouwen
twee vrouwen trouwen
Dit heet ....
A
het homohuwelijk
B
abortus
C
euthanasie

Slide 27 - Quizvraag

Een zwangerschap stoppen, noemen we ....
A
abortus
B
het homohuwelijk
C
euthanasie

Slide 28 - Quizvraag

Iemand pijn doen of iets kapot maken, noemen we ...
A
de besnijdenis
B
het geweld
C
de kindermishandeling

Slide 29 - Quizvraag

Een deel van het seksueel orgaan wegsnijden, noemen we ...
A
de besnijdenis
B
het geweld
C
de kindermishandeling

Slide 30 - Quizvraag

Een kind pijn doen of slecht behandelen, noemen we ...
A
de besnijdenis
B
het geweld
C
de kindermishandeling

Slide 31 - Quizvraag

in tweetallen p. 91
bespreek : 
welke macht is wetgevend?
welke machten zijn uitvoerend?

Slide 32 - Tekstslide

Typ 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 33 - Open vraag

Huiswerk
  • Boek 8.3 en 8.4
  • ELO 8.3 en 8.4


Slide 34 - Tekstslide