schrijfexamen oefenen
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor tekst moet je schrijven?
A
artikel
B
e-mail
C
brief
D
verslag
Slide 3 - Quizvraag
Is het zakelijk of persoonlijk?
A
zakelijk
B
persoonlijk
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het onderwerp boven je e-mail?
Slide 5 - Open vraag
Even oefenen: In de e-mail:
leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
Schrijf de inleidende zin voor je e-mail, waarin je uitlegt waarom je de mail stuurt.
leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
Schrijf de inleidende zin voor je e-mail, waarin je uitlegt waarom je de mail stuurt.
Slide 6 - Open vraag
Schrijf één of twee zinnen die je in je slot kunt schijven
Slide 7 - Open vraag
Welke zin kan NIET als afsluitende zin bij deze e-mail?
A
Alvast hartelijk dank voor de informatie
B
Bij voorbaat dank.
C
Stuur me snel wat op.
D
Ik hoop binnen twee weken iets van u te ontvangen.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe eindig je een zakelijke brief of e-mail?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat voor tekst moet je schrijven?
A
artikel
B
e-mail
C
brief
D
verslag
Slide 12 - Quizvraag
Is het zakelijk of persoonlijk?
A
zakelijk
B
persoonlijk
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het onderwerp boven je e-mail?
Slide 14 - Open vraag
schrijf je e-mail. Typ hem hier of maak een foto van je tekst
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat voor tekst moet je schrijven?
A
artikel
B
e-mail
C
brief
D
verslag
