Les klas 2hv - verbes -er & pc

Bonjour & bienvenue
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Grammaire C
Au travail

Slide 2 - Tekstslide

regelmaat
je                  +      stam      +e
tu                  +      stam      + es
il/elle           +      stam      + e
nous            +      stam      + ons
vous             +      stam      + ez
ils/elles     +      stam      + ent

Slide 3 - Tekstslide

Habiter
j'
tu
il/elle
on
nous
vous
ils/elles
Habiter
j'habite
tu habites
il/elle habite
on habite
nous habitons
vous habitez
ils/elles habitent

Slide 4 - Tekstslide

Parler
Je
tu
il/elle
on
nous
vous
ils/elles
Parler
je parle
tu parles
il/elle parle
on parle
nous parlons
vous parlez
ils/ elles parlent

Slide 5 - Tekstslide

Rencontrer
Betekenis: ontmoeten
Status: regelmatig werkwoord
Soort: eindigend op -er
Vervoegen: net als parler en habiter
Opzoeken: TB blz. 10

Slide 6 - Tekstslide

Rencontrer - ontmoeten tt

Slide 7 - Tekstslide

Rencontrer - PC

Slide 8 - Tekstslide

Rencontrer PC

Slide 9 - Tekstslide

Instructie
  • Wat? Jullie gaan maken: B opdr. 8, 10 , 11 ,12 / C 13, 14, 15/ D 18
  • Hoe? Individueel / tweetallen
  • Hulp? klasgenoot / docent
  • Tijd? 20 minuten

  • Uitkomst? Je kent de grammatica (werkwoorden -er)
  • Klaar? Ga verder met E & F (opdr 19 t/m 21 &  22 t/m 24)
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Instructie - deze periode
  • Wat? opdrachten maken, quizlet score & schrijfopdracht
  • Hoe? Individueel (tweetal) 
  • Hulp? Klasgenoot, docent, planner
  • Tijd? tot 15 januari

  • Uitkomst? Je rond chapitre 1 af
  • Klaar? Oefen schrijfvaardigheidsopdrachten & lever in

Slide 11 - Tekstslide

Ton frère ____(habiter) ou?

Slide 12 - Open vraag

Nous ______(parler) avec Jean

Slide 13 - Open vraag

Ik ontmoet Maria

Slide 14 - Open vraag

Piet en Anna ontmoeten Herman
let op is meervoud!

Slide 15 - Open vraag

On a habité
A
présent
B
passé composé

Slide 16 - Quizvraag

Ils ont été aux Antilles
A
présent
B
passé composé

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb mijn vriend vorig jaar ontmoet.

Wat is de juiste Franse vertaling?
A
J'ai rencontrer mon ami l'année passée.
B
J'ai rencontré mon ami l'année passée.
C
J'ai rencontre mon ami l'année passée.
D
J'ai rencontrais mon ami l'année passée.

Slide 18 - Quizvraag

Zet het werkwoord tussen haakjes in de passé composé:

1. Je/J' (rencontrer) ..... ..... mon ami dans sa nouvelle maison.
2. Tu (aimer) ..... ..... ma nouvelle maison?
A
1. avoir rencontré 2. avoir aimé
B
1. ai rencontré 2. as aimé
C
1. as rencontré 2. ai aimé
D
1. ai aimé 2. as rencontré

Slide 19 - Quizvraag

Les devoirs
Faire:
F 22 t/m 24
G 26

Slide 20 - Tekstslide