Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les verbes réguliers en -er
Les verbes réguliers en -er
De regelmatige werkwoorden op -er in de présent
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les verbes réguliers en -er
De regelmatige werkwoorden op -er in de présent
Slide 1 - Tekstslide
Les buts
Aan het einde van deze LessonUp weet je met welke stappen je een regelmatig werkwoord op -er vervoegt.
Heb je geoefend met het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -er.
Ken je de uitzonderingen en bijzonderheden bij regelmatige werkwoorden op -er.
Slide 2 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
In het Frans zijn er drie groepen regelmatige werkwoorden:
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Deze LessonUp gaat alleen over de werkwoorden op -er. Dat zijn er meer dan 280!
VB
Aimer, parler, manger, voyager, marcher, jouer
VB
Choisir, mentir, avertir, finir, punir, remplir, réussir
VB
Vendre, répondre, perdre, mordre, entendre, descendre, correspondre, attendre
Slide 3 - Tekstslide
parler = praten
je parle = ik praat
Wat is er gebeurd met de vorm?
Slide 4 - Open vraag
Wat zijn de uitgangen van ww - op er in de présent?
Slide 5 - Open vraag
De regel van de présent
Haal -er van het hele werkwoord af om de stam te vinden:
Jouer jou
Je moet nu uitzoeken welk onderwerp er wordt gebruikt. Wie 'doet' het werkwoord?
Zet nu de juiste uitgang achter het werkwoord.
Een werkwoord bestaat altijd uit een
persoonsvorm
, een
stam
en een
uitgang
. De uitgang plak je direct achter de stam.
VB:
Je
jou
e
Ik = je
jij = tu
hij = il
zij = elle
men/wij = on
wij = nous
jullie/u = vous
zij (meervoud) = ils/elles
Je = e
Tu = es
il/elle/on = e
nous = ons
vous = ez
ils/elles = ent
Slide 6 - Tekstslide
Vervoeg het volgende werkwoord:
Hij valt (tomber)
A
il tomber
B
il tomba
C
il tombe
D
il tombes
Slide 7 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
Zij ontmoeten (rencontrer)
A
il rencontre
B
elle rencontre
C
ils rencontrent
D
nous rencontrons
Slide 8 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
jij blijft (rester)
A
je restes
B
tu restes
C
je reste
D
tu restent
Slide 9 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
ik woon
A
je habite
B
j'habite
C
je'abite
D
j''''''''
Slide 10 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
Wij reizen (voyager)
A
nous voyagons
B
nous voyageons
C
vous voyageez
D
vous voyagez
Slide 11 - Quizvraag
parler = praten
j'ai parlé = ik heb gepraat
Wat is er gebeurd met de vorm?
Slide 12 - Open vraag
Hoe maak je de passé composé van werkwoorden op -er?
Slide 13 - Open vraag
De regel van de p.c
1. Maak het
voltooid deelwoord:
Haal -er van het hele werkwoord af en + é = parler --> parlé (praten --> gepraat)
2. Gebruik de juiste vorm van
avoir
(=hebben)
3.
hebben
+
voltooid deelwoord
(eindigt op é)
praten = parler:
ik heb gepraat = j'
ai
parlé
jij hebt gepraat = tu
as
parlé
hij/zij heeft gepraat = il/elle
a
parlé
wij hebben gepraat = nous
avons
parlé
jullie hebben / u heeft gepraat = vous
avez
parlé
zij hebben gepraat= ils/elles
ont
parlé
J'ai = ik heb
Tu as = jij hebt
il/elle/on a = hij/zij heeft
nous avons = wij hebben
vous avez = jullie hebben / u heeft
ils/elles ont = zij hebben
Slide 14 - Tekstslide
Vervoeg het volgende werkwoord:
Hij heeft gegeten (manger)
A
il mangé
B
il mange
C
il a mangé
D
il est mangé
Slide 15 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
Zij hebben ontmoet (rencontrer)
A
il a rencontre
B
elle a rencontré
C
ils rencontrent
D
nous rencontrons
Slide 16 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
jij blijft (rester)
A
je restes
B
tu restes
C
je reste
D
tu restent
Slide 17 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
ik woon
A
je habite
B
j'habite
C
je'abite
D
j''''''''
Slide 18 - Quizvraag
Vervoeg het volgende werkwoord:
Wij reizen (voyager)
A
nous voyagons
B
nous voyageons
C
vous voyageez
D
vous voyagez
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
les verbes (ir)réguliers (Chapitre 1)
November 2024
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Chapitre 2 C + D
December 2021
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les verbes réguliers en -er
Januari 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Les verbes réguliers en -er
Augustus 2023
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Les verbes réguliers en -er
Februari 2022
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Les verbes réguliers en -er
September 2024
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
les verbes (ir)réguliers (Chapitre 1)
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Les verbes réguliers en -er
April 2024
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6