1h/v: spelling H4: meervouden & (on)voltooid deelwoord

Spelling hoofdstuk 4
Deze LessonUp bestaat uit twee onderdelen:
- uitleg Spelling hoofdstuk 4, meervouden op -s
- uitleg Spelling hoofdstuk 4, voltooide en onvoltooide deelwoorden

Huiswerk vrijdag 9 april:
- Maken: in de onlinemethode alle opdrachten van Spelling hoofdstuk 4  
(let op: je maakt de opdrachten van beide onderdelen)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling hoofdstuk 4
Deze LessonUp bestaat uit twee onderdelen:
- uitleg Spelling hoofdstuk 4, meervouden op -s
- uitleg Spelling hoofdstuk 4, voltooide en onvoltooide deelwoorden

Huiswerk vrijdag 9 april:
- Maken: in de onlinemethode alle opdrachten van Spelling hoofdstuk 4  
(let op: je maakt de opdrachten van beide onderdelen)

Slide 1 - Tekstslide

Meervoud

Aan het einde van deze les kun je: 

- meervouden op -en correct spellen

- meervouden op -s en 's correct spellen

Slide 2 - Tekstslide

Meervouden op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en

kast - kasten
stoel - stoelen
tuin - tuinen
fietspomp - fietspompen

Slide 3 - Tekstslide

Soms moet je ook...
- de laatste letter verdubbelen : mat - matten, sok - sokken


- een a, e, o of u weglaten: haar - haren, schuur - schuren


- een f in een v veranderen of een s in een z veranderen: 
vijf - vijven, hoes - hoezen

Slide 4 - Tekstslide

Let op:
Als het woord uit meerdere lettergrepen bestaat en de klemtoon valt niet op het laatste gedeelte van het woord, dan moet je bij de laatste lettergreep de medeklinker niet verdubbelen. Hieronder staan zulke woorden (dit zijn ook direct de woorden die vaak voorkomen!).

dommerik - dommeriken
havik - haviken
leeuwerik - leeuweriken
lomperik - lomperiken
monnik - monniken
perzik - perziken
viezerik - viezeriken
dreumes - dreumesen

Slide 5 - Tekstslide

En als het woord eindigt op -ee?

- Een woord dat eindigt op -ee, krijgt in het meervoud -ën.

twee - tweeën, zee - zeeën, moskee - moskeeën

Slide 6 - Tekstslide

En als het woord eindigt op -ie?
Dan moet je goed letten op de klemtoon. Hoe spreek je het woord uit? Klik op het icoontje:

Valt de klemtoon op de -ie? Dan maak je het meervoud met -ën: 
drie - drieën, calorie - calorieën, harmonie - harmonieën

Valt de klemtoon NIET op de -ie? Dan maak je meervoud door een trema te plaatsen op de laatste e en een -n toe te voegen
bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Meervouden op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook veel zelfstandige naamwoorden die een meervoud hebben op -s 

tafel - tafels, slipper - slippers

Slide 9 - Tekstslide

Je schrijft het meervoud met 's als...
- het woord in het enkelvoud eindigt op een -a, -i, -o, -u of -y
lama - lama's, tosti - tosti's, auto - auto's, accu - accu's, baby - baby's

- het woord een afkorting is die je als losse letters uitspreekt
tv - tv's, wc - wc's, dvd - dvd's

Slide 10 - Tekstslide

-s of 's?
Let op: woorden die eindigen op –ay, -ey of -oy of –eau schrijf je wel met een -s aan het woord vast. Deze klinkers samen spreek je uit als 1 klank. Je kunt het niet verkeerd uitspreken als de -s er aan vastzit.
sprays, bureaus, cowboys

Klinkers die je wel los van elkaar uitspreekt, krijgen een 's
radio's (anders krijg je radios), alinea's (anders krijg je alineas)

Klik op het icoontje:

Slide 11 - Tekstslide

En nu...
- Maak van Spelling hoofdstuk 4 online alle opdrachten van het onderdeel 'meervouden op -s'

- Neem daarna de theorie door van Spelling hoofdstuk 4: voltooide en onvoltooide deelwoorden (zie volgende slides in deze LessonUp)

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen

- Ik kan voltooide deelwoorden goed spellen
- Ik kan onvoltooide deelwoorden goed spellen

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Het geeft aan dat een handeling is afgerond. 
Als het voltooid deelwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.

Ik heb in de tuin gezeten.
Jij bent naar boven gegaan.
De trampoline wordt morgen geleverd.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
- Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op -en

zwemmen - gezwommen
vliegen - gevlogen
kiezen - gekozen

Slide 15 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt vaak op een -d of een -t

verdienen - verdiend
spelen - gespeeld
maken - gemaakt

Slide 16 - Tekstslide

-d of -t?
Twijfel je of het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t? 

Gebruik de verlengproef. 'Ik heb geld verdien...' Maak je het langer, dan hoor je de -d. Het verdiende geld. Dus: 'Ik heb geld verdiend.'

Lukt het niet met de verlengproef? Gebruik dan de regel van 
'T SeXy FoKSCHaaP.

Slide 17 - Tekstslide

'T SeXy FoKSCHaaP
- maak de stam van het werkwoord door -en van het werkwoord af te halen

- kijk naar de laatste letter van de stam

- zit deze letter in 'T SeXy FoKSCHaaP? 
Dan schrijf je het voltooid deelwoord met een -t

- zit deze letter niet in 'T SeXy FoKSCHaaP? 
Dan schrijf je het voltooid deelwoord met een -d

Slide 18 - Tekstslide

'T SeXy FoKSCHaaP
- Werkwoord fietsen. Stam is fiets. De laatste letter van de stam zit in 'T SeXy FoKSCHaaP. Dus: gefietst

- Werkwoord schoppen. Stam is schop. De laatste letter van de stam zit in 'T SeXy FoKSCHaaP. Dus: geschopt


Slide 19 - Tekstslide

'T SeXy FoKSCHaaP
- Werkwoord feliciteren. Stam is feliciter. De laatste letter van de stam zit niet in 'T SeXy FoKSCHaaP. Dus gefeliciteerd.

- Werkwoord schrobben. Stam is schrob. De laatste letter van de stam zit niet in 'T SeXy FoKSCHaaP. Dus geschrobd.

Slide 20 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord van het volgende werkwoord: AANVALLEN

Slide 21 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van het volgende werkwoord: VECHTEN

Slide 22 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord in de zin: (BEVRIJDEN)
Onze stad werd op 17 april 1945 ...

Slide 23 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord in de zin: (BOFFEN)
Ik heb echt enorm gebof...

Slide 24 - Open vraag

Werkwoord WORDEN.
Mijn broer ... morgen 17 jaar.
A
word
B
wordt
C
geworden
D
werd

Slide 25 - Quizvraag

Werkwoord SPREKEN
Heb jij de buurman gisteren nog ...?
A
sprak
B
spreken
C
spraken
D
gesproken

Slide 26 - Quizvraag

Werkwoord VERBETEREN
Mijn moeder ... het werkstuk.

Slide 27 - Open vraag

Werkwoord VERBETEREN
Mijn moeder heeft het werkstuk ...

Slide 28 - Open vraag

Werkwoord VERHUIZEN
Vorig jaar is mijn nichtje naar Amerika ...

Slide 29 - Open vraag

Onvoltooid deelwoord
-Onvoltooid deelwoord = geen onderdeel van het gezegde

-Onvoltooid deelwoord geeft vaak aan dat een handeling nog niet af is (onvoltooid)
Juichend liep hij over straat. Al lachend fietste ze naar huis.

-Een onvoltooid deelwoord schrijf je als volgt: hele werkwoord +d
lopend           werkend             wandelend 

Slide 30 - Tekstslide

En nu...
- Maak in je onlinemethode alle opdrachten van Spelling hoofdstuk 4, onderdeel voltooide en onvoltooide deelwoorden.

Nog een keertje het huiswerk...
Huiswerk vrijdag 9 april:
- Maken: in de onlinemethode alle opdrachten van Spelling hoofdstuk 4
(let op: je maakt de opdrachten van beide onderdelen)


Slide 31 - Tekstslide