Week 41 - Doe je licht aan! (B)_Verbanden - verwijswoorden

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Ga bij elkaar zitten en log samen in op Lessonup!

LESDOEL

Je kunt twee signaalwoorden van elk van de volgende verbanden opnoemen: 

reden, opsomming en tegenstelling.

Noem twee signaalwoorden
die een 'reden' aangeven.

Noem twee signaalwoorden
die een 'opsomming' aangeven.

Noem twee signaalwoorden
die een 'tegenstelling' aangeven.

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Vertel in het kort waar deze tekst over gaat.

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen (probeer altijd te bewijzen)

Wat weet ik al over
dit onderwerp?

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Vertel in het kort waar deze tekst over gaat.

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen (probeer altijd te bewijzen)

Wat heb ik
net gelezen?

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Vertel in het kort waar deze tekst over gaat.

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen (probeer altijd te bewijzen)

Vragen bij de tekst

1. Let op het signaalwoord 'want' (r. 3) . Welke reden wordt hier gegeven?

2. Weten we zeker of er een verband is tussen het aantal ongelukken en het gebruik van fietsverlichting? (ja of nee, met het bewijs)

3. Hoeveel bedraagt jouw boete als je verlichting niet in orde zijn?

4. Welke drie redenen hebben mensen om zonder licht te fietsen (volgens de tekst)? 

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Vertel in het kort waar deze tekst over gaat.

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen (probeer altijd te bewijzen)

1. Let op het signaalwoord 'want' (r. 3) . Welke reden wordt hier gegeven?

2. Weten we zeker of er een verband is tussen het aantal ongelukken en het gebruik van fietsverlichting? (ja of nee, met het bewijs)

3. Hoeveel bedraagt jouw boete als je verlichting niet in orde zijn?

4. Welke drie redenen hebben mensen om zonder licht te fietsen (volgens de tekst)?

Wat heb ik geleerd?

Hoe hebben
we gewerkt?