Stijlfiguren extra

Nog meer stijlfiguren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nog meer stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt het woord van het jaar 2020?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welke paradoxen kennen jullie?

Slide 26 - Open vraag

Kies uit:
vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia, herhaling, parallellisme, tautologie, pleonasme, vooropplaatsing, inversie, opsomming, neologisme, archaïsme, antithese (tegenstelling), synesthesie, hyperbool, eufemisme, understatement, litotes, retorische vraag, ellips, paradox en chiasme.

Slide 27 - Tekstslide

1 Tijdens een brandoefening is het hele Assink in rep en roer.
A
vergelijking
B
metonymia
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 28 - Quizvraag

De schreeuwende kleuren van haar nieuwe jas deden mij pijn aan de ogen.
A
hyperbool
B
personificatie
C
antithese
D
ellips

Slide 29 - Quizvraag

Zo, ben je daar eindelijk, ik wacht al eeuwen!
A
hyperboor
B
vooropplaatsing
C
herhaling
D
synesthesie

Slide 30 - Quizvraag

Zij steunen elkaar door dik en dun.
A
parallelisme
B
metafoor
C
inversie
D
antithese

Slide 31 - Quizvraag

Lees het fragment uit: Alleen met de goden. Welke stijlfiguren herkennen jullie? 
(De hoofdpersoon gaat achterop de motor zitten van een vriend.) 

‘Hou je bek,’ zei Edwin. Hij startte zijn monster en gaf me een helm. Ik zette de helm op, gespte de riempjes vast en stapte achterop. Ik hoorde een kwaadaardige brul en Edwin spoot weg, de straat uit, de hoek om, een andere straat in. We reden door de buurt, langs de straten waar ik had rondgehangen, en ook al woonde ik hier nog steeds, ik zag de straten niet eerder zoals nu. Mensen groeiden op, kregen kinderen, trokken weer weg, of bleven hier hangen, en werden net zo grijs en naamloos als de gebouwen. De flats leken zelfs ouder dan ik dacht, de huizen kleiner dan ik dacht, en de straten smaller dan ik dacht. Misschien was ik deze buurt ontgroeid. Waarom dacht mijn vader ooit dat deze buurt beter was dan ons huis in de stad?

Slide 32 - Tekstslide

Woensdag in atelieruur extra les stijlfiguren. 
Andere ppt dan nu in Teams staat, dus iedereen is welkom! Stijlfiguren zit in de eindtoets, dus zorg dat je dit begrijpt!

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk woensdag 20 mei
lezen blz. 251 t/m 253
Maken opdracht 17
(Goed om dit te oefenen voor de diatekst toets!)

Slide 34 - Tekstslide