vwo 4 Unidad 3 parte II CG2

vwo 4 cluster 1- start periode 3
nos presentamos



importancia vocabulario para destrezas (vaardigheden)
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

vwo 4 cluster 1- start periode 3
nos presentamos



importancia vocabulario para destrezas (vaardigheden)

Slide 1 - Tekstslide

vwo 4 - start periode 3
start p.3 op 8 februari, pww3 start 7 april
  • Gemiddelde SO’s periode 3- woordenlijsten CG2
(2 so’s), weging 1
  • PW Grammatica & Schrijfvaardigheid, weging 2
  • Leesvaardigheid, weging 2 in pww
PO Kijk- en luistervaardigheid -OVG (uitleg volgt na carnavalsvakantie)

Slide 2 - Tekstslide

Programa de hoy
Afronden oefenen verleden tijden uit Con Gusto boek 1, hoofdstuk 11

Un día diferente, stencils p. 110

we doen 15a nu eerst samen!!
doe actief mee en schrijf het op!

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb jij afgelopen zondag gedaan? Yo me levanté.. (maak verhaaltje af met minimaal 3 activiteiten)

Slide 4 - Open vraag

voorbeelduitwerking
Yo me levanté a las 8 y media, me duché y luego, desayuné con mi familia
Mi marido y yo fuimos a pasear por el bosque y después 
me relajé / descansé un rato
por la tarde cené con mis hijos y miré la tele
Me acosté a las 23h

Slide 5 - Tekstslide

maak nu opdracht 16. Vul de juiste vorm van de Indefinido in. Zet tussen je antwoorden en komma en kijk goed wat het onderwerp in de zin is!!

Slide 6 - Open vraag

uitwerking opdr. 16
fue, fue (afgesloten gebeurtenissen beoordelen)
fuiste, me quedé, dormimos
me levanté / nos levantamos
fue, salí, desayunamos
leí, invité / invitamos, preparó, pasamos
volvieron, decidí
salimos 

Slide 7 - Tekstslide

Programa
- Unidad 3 TB CG2- 
we volgen het boek weer, vanaf nr. 4 p. 32

onderwerpen:
- Indefinido + imperfecto (samen)
- Verbindingswoorden
- Ser y Estar


Slide 8 - Tekstslide

woordenlijst h3 en 4 - Quizlet
reunirse (ú)

me reúno
te reúnes
se reúne
nos reunimos
os reunís
se reúnen

Slide 9 - Tekstslide

¿Indefinido o imperfecto? Schrijf het op!
1. Mi primer amigo en la escuela (ser) _____español (tener)_______ los ojos azules y (ser)_______ muy divertido.

2. Mis padres (conocerse)__________ cuando (estar-ellos) __________ en la universidad.

3. El martes pasado ella no (trabajar)________ porque (estar)______ enfermo.

Slide 10 - Tekstslide

1. Mi primer amigo en la escuela (ser) _____español (tener)_______ los ojos azules y (ser)_______ muy divertido.

Slide 11 - Open vraag

2. Mis padres (conocerse)__________ cuando (estar-ellos) __________ en la universidad.

Slide 12 - Open vraag

3. El martes pasado ella no (trabajar)________ porque (estar)______ enfermo.

Slide 13 - Open vraag

¿Indefinido o imperfecto? Schrijf het op!
1. Mi primer amigo en la escuela  era español, tenía los ojos azules y era muy divertido. (allemaal beschrijvingen)

2. Mis padres  se conocieron (ze leerden elkaar kennen, afgesloten gebeurtenis/eenmalig) cuando estaban (achtergrond/beschrijving) en la universidad.

3. El martes pasado ella no trabajó (afgesloten gebeurtenis, afgesloten periode) porque estaba (reden) enfermo.

Slide 14 - Tekstslide

herhaling + uitleg 6.2.2 TB p. 119

Indefinido      POEH
Plotselinge, Opeenvolgende, Eenmalige, Historische
handelingen / gebeurtenissen (in een afgesloten periode)

Imperfecto     GRAB
Gewoonte, Reden, Achtergrondinformatie, Beschrijving (vroeger, situatie, gemoedstoestand) 
Ook: handeling die al aan de gang was toen andere handeling zich (plots) voordeed. Bijv. Estaba comiendo cuando llamó por telefono mi madre

Slide 15 - Tekstslide

De imperfecto wordt gebruikt  voor de handeling die al aan de 
gang was toen andere handeling zich (plots) voordeed. 
Mientras el ratoncito paseaba por la playa (achtergrond, het was er al), 
se encontró con una tortuga. 
zie ook 6.3
De imperfecto drukt het kader, de achtergrond of de omstandigheden uit
(signaalwoorden zijn vaak mientras, siempre en porque)
De nieuw ingezette handeling staat in de Indefinido (signaalwoorden zijn vaak de pronto, enseguida, luego)
6.3 p. 119 gebruik van de Imperfecto en Indefinido 

Slide 16 - Tekstslide

Een spreker kan door de keuze van de werkwoordstijd informatie 
naar de voorgrond halen of juist naar de achtergrond verplaatsen.

-Un día el ratoncito caminaba por la playa y de pronto vio una tortuga.

-Un día el ratoncito caminó por la playa porque (reden) necesitaba aire fresco.
Ahí vio una tortuga.
6.3 p. 120 gebruik van de Imperfecto en Indefinido 

Slide 17 - Tekstslide

oefenen Spa 2
(4v spa 1 al in p2 gedaan)
We maken samen opdracht 4b 
******
Maak 5ab van pagina 32 TB zelf
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdracht 6a individueel en vul op einde je antwoorden hier in. Noteer jouw antwoorden, zet een komma tussen de antwoorden

Slide 19 - Open vraag

solución ejercico 6a
Tenía - tenía (leeftijd, beschrijving)-comía (terwijl... dus eten is aan de gang)- dijeron (afgesloten)- me puse (ik werd, momentopname)-era - quería (beschrijving, siempre)
estaba -podía (achtergrond informatie / toestand)- escuché (plotseling)- abrí (afgesloten handeling)- entraron- pusieron (opeenvolgende handelingen)- dije (afgesloten handeling)- era (beschrijving)- recibí 
(gebeurtenis, afgesloten periode).

Slide 20 - Tekstslide

No solo el ratoncito trae regalos
6b. TB p.33
¿Quién le contó la verdad
¿Qué edad tenía?
¿Cómo reaccionó?
Yolanda
su madre
su abuela

seis años
ocho años
No lo creyó
se puso contenta
Miguel
su amigo
su padre

diez años
trece años
no dijo nada
se puso triste
11
12

Slide 21 - Tekstslide

No solo el ratoncito trae regalos
pag. 33 6b. TB
¿Quién le contó la verdad
¿Qué edad tenía?
¿Cómo reaccionó?
Yolanda
su madre
su abuela

seis años
ocho años
No lo creyó
se puso contenta
Miguel
su amigo
su padre

diez años
trece años
no dijo nada
se puso triste

Slide 22 - Tekstslide

Nr. 7a TB p. 37 Siempre hay historias para contar
Circunstancia (omstandigheid)   Acontecimiento(gebeurtenis)
- Cuando tenía 24 años,                          conocí a mi marido.
- Cuando estaba en la universidad,   aprendí a cocinar
de schuingedrukte tekst mag je aanpassen naar wens

Slide 23 - Tekstslide

7a. Cuenta algo de tu vida, combinando una circunstancia con un acontecimiento. gebruik de zinnen uit 7a of bedenk zelf iets

Slide 24 - Open vraag

weektaak (maandag 1 maart af)

1. Maak opdracht 7a in het TB p. 34
2. Maak opdracht 12 WB p. 33
leer alle indefinido's van p. 117-118
ken regelmatige uitgangen
en de 3 onregelmatige Imperfecto's
bestudeer p. 118-120 over verleden tijden

Slide 25 - Tekstslide

Nr. 7b. ¿Qué le pasó a Paco? Cuenta su historia
reconstrueer het verhaal door de stappen te volgen 
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Nr. 7b. ¿Qué le pasó a Paco? Cuenta su historia
oplossingen
1. estaba
2. -
3. había
4. decidí
5. tenía
6. empezaba/eran
7. tomé
8. entraba/vi/era
9. di
10. preguntó
11. contesté/empezamos
12. había/llegué/dijo
13. contesté/pregunté
14. aceptó
15. fuimos/conocí

Slide 27 - Tekstslide

CONECTORES
CONECTORES brengen structuur aan in een verhaal

Zie de verbindingswoorden van nr. 7b
(open vraag)

Slide 28 - Tekstslide

Welke conectores zie je bij nr. 7b TB
p. 34? Noteer ze hier.

Slide 29 - Open vraag

Nr. 8a TB p.35 - Zie ook p.38 (structuur aanbrengen)
primero                eerst
luego                     daarna, dan, vervolgens
después               daarna
al final                   ten slotte
un domingo       (op) een zondag
al día siguiente de volgende dag
entonces             dus, toen
total que              kortom, dus
cuando                 als, wanneer, toen




Slide 30 - Tekstslide

p.35 ej.8a kijk ook p.38 (structuur aanbrengen)
vervolg:

mientras             terwijl, ondertussen
porque                 omdat, want
por eso                daarom
como                    omdat, vandaar ( begin zin)
así que                 dus, vandaar


Slide 31 - Tekstslide

Nr. 8b. TB p.35
El sábado pasado no fue mi día:1. ______ me desperté a las seis 2.______ los vecinos hacían mucho ruido. 3._______fui al baño y vi que no había agua caliente.4. _______ no pude ducharme. La calefacción tampoco funcionaba.5. ________ esperé hasta las ocho y llamé al técnico que me dijo: "imposible llegar hasta la tarde". 6. _________hacía mucho frío en casa, me resfrié y 7. _______ me pasé todo el domigo en la cama.
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Nr. 8b TB p.35
El sábado pasado no fue mi día:1. ______ me desperté a las seis 2.______ los vecinos hacían mucho ruido. 3._______fui al baño y vi que no había agua caliente.4. _______ no pude ducharme. La calefacción tampoco funcionaba.5. ________ esperé hasta las ocho y llamé al técnico que me dijo: "imposible llegar hasta la tarde". 6. _________hacía mucho frío en casa, me resfrié y 7. _______ me pasé todo el domigo en la cama.
Primero
porque
luego
por eso
Entonces
Total que
al final

Slide 33 - Tekstslide

El uso de ser y estar

Wanneer gebruik je ser?


Ser
-definitie
- naam
- nationaliteit
- beroep
- blijvende eigenschappen
Estar
- zich bevinden (het ligt.. het staat..)
- tijdelijke eigenschappen
- een veranderlijke toestand aanduiden
- waardeoordeel
Vs.

Slide 34 - Tekstslide

P. 78
timer
2:00

Slide 35 - Tekstslide

herhaling: gebruik van ser en estar
zie 7.1 (TB) p.124
SER: Je gebruikt SER voor blijvende eigenschappen zoals:

1. definities: ¿Qué es eso? Es un instrumento musical
2. naam: Mi nombre es Chantal y mi apellido es Janssen
3. herkomst: Soy de Eindhoven
4. kleur en materiaal: La mesa es de madera. Es de color marrón
5. bezit: Ese coche es mio
Let op
SER wordt ook gebruikt om aan te geven waar een bijeenkomst plaats zal vinden:

La fiesta es en casa de Maria (Het feest is bij María thuis)

Slide 36 - Tekstslide

Estar wordt gebruikt:
1. om een plaats aan te duiden (zich bevinden):
El restaurante está lejos del centro de la ciudad

2. voor tijdelijke eigenschappen:
Estoy enfermo/estoy cansado/ estoy bien

3. om iemands fysieke of mentale toestand (gemoed) aan te duiden:
Estoy de mal humor/ Estoy de pie

Slide 37 - Tekstslide

hw

1. Maak nr. 3 TB p. 79, unidad 9
Ser vs. Estar
Streep het werkwoord door dat niet juist is.
2. nr. 8b maken TB  (indien slide 18 nog niet gedaan)
3. Ga verder met de opdrachten in het werkboek van unidad 3


Slide 38 - Tekstslide