In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Voor de rechter
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Start opdracht
Lesdoelen
Instructie
Aan het werk
Bespreken gemaakte werk
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen vorige les
Beantwoord de volgende vragen. (kijk evt. op blz. 66)
Wat zijn de taken van de officier van justitie?
Welke drie opties heeft de officier van justitie, na het opsporingsonderzoek?
timer
5:00
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Wat is een dagvaarding?
Wat voor rechtsinstanties heeft Nederland?
Welke rechters kan je treffen bij de rechtbanken?
Wat gebeurt er als je in hoger beroep
of cassatie gaat?
Slide 4 - Tekstslide
Rechtsinstanties
De OvJ heeft meerdere opties
seponeren, transacties, of vervolgen.
Wanneer hij/zij besluit te vervolgen gaat het dossier naar de rechter.
Slide 5 - Tekstslide
Rechtsinstanties
De verdachte krijgt een dagvaarding, de oproep om voor de rechter te verschijnen.
Maar naar welke rechter gaat de verdachte? Er zijn meerdere mogelijkheden:
Kanton rechter
Politie rechter
Meervoudige kamer
Slide 6 - Tekstslide
Rechtbanken
Kantonrechter
Kantonrechter; lichte overtredingen of bij in beroep gaan tegen verkeersboetes.
Te hard rijden, wildplassen ... direct mondeling uitspraak.
Slide 7 - Tekstslide
Rechtbanken
Politierechter
Politierechter; overtredingen en lichte misdrijven (max. 1 jaar)
Vernieling, winkeldiefstal ... direct mondeling uitspraak.
Slide 8 - Tekstslide
Rechtbanken
Meervoudige kamer
Meervoudige kamer;
zwaardere of ingewikkeldere misdrijven
Moord, mishandeling, verkrachting ... na 14 dagen een schriftelijke uitspraak.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Gerechtshoven
Na een vonnis van een rechter kun je in Hoger beroep
Ook de ovj kan dit
De gehele zaak wordt dan opnieuw bekeken door een hogere rechterlijke instantie: het Gerechtshof, dit is ook een meervoudige kamer
Slide 11 - Tekstslide
Hoge raad (Den Haag)
in cassatie gaan.
Zij onderzoeken alleen of de rechtsregels goed zijn toegepast en of rechters in gelijke zaken hetzelfde oordelen. Daarvoor kijken ze naar de
jurisprudentie: het geheel aan rechterlijke uitspraken.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Rechtbank
Meervoudige kamer (zware misdrijven)
Politierechter (overtredingen, lichte misdrijven)
Kantonrechter (lichte overtredingen)
Gerechtshof
Behandelt hoger beroep tegen vonnissen van de strafrechter
Hoge Raad
Beoordeelt
vonnissen van lagere rechts banken
Slide 14 - Tekstslide
Maken van opdrachten
Wat ga je doen? op Blz. 77 1t/m4
blz. 80 9/12
Hulp nodig bij het maken? Kijk in de tekst blz. 76
Tijd: 15 min
Klaar? ga verder met 7.2
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
CRIMINALITEIT
H7. Voor de rechter (2)
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe een rechtszaak verloopt
Slide 17 - Tekstslide
Vorige les
Beantwoord de volgende vragen (kijk op blz 76.)
Wat is een dagvaarding?
Wat voor rechtsinstanties heeft Nederland?
Welke rechters kan je treffen bij de rechtbanken?
Wat gebeurt er als je in hoger beroep
wat gebeurt er als je in cassatie gaat?
Slide 18 - Tekstslide
Rechtszaak
Tijdens een rechtszaak gaat het altijd om twee partijen:
de officier van justitie vs. verdachte met zijn advocaat.
Beide partijen proberen de rechter te overtuigen van hun gelijk, maar de rechter beslist uiteindelijk!
Slide 19 - Tekstslide
De Rechtzaak
1.
De opening
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.
Slide 20 - Tekstslide
2.
De aanklacht
De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.
Slide 21 - Tekstslide
3.
Het verhoor van de verdachte
Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.
Slide 22 - Tekstslide
4.
Verhoor deskundigen/getuigen
Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te
maken kan hebben. Ook deskundigen over bepaalde onderwerpen kunnen van zich laten horen
Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen. (6jaar)
Slide 23 - Tekstslide
5.
Officier van justitie.
De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.
Slide 24 - Tekstslide
6.
Het pleidooi
De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen. Hij kan nogmaals bijzondere omstandigheden aanhalen. Of wijzen op het feit dat de verdachte geen strafblad heeft. Dit heet het pleidooi.
Slide 25 - Tekstslide
7.
Het laatste woord
Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier. De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft.
Slide 26 - Tekstslide
8.
De uitspraak
De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Dit kan een gevangenisstraf zijn, een voorwaardelijke straf of boete.
Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later.