Unit 5, lesson 3, 26th March

Welcome back A2B
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome back A2B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Did you...?
Finish:
Unit 5, Lesson 1:
Get started + Find out

Study:
adjectives +adverbs (grammar 5.1)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Grammatica 5.1 t/m 5.6
  • 5.1 bijwoorden en bijvoeglijk nw: adverbs en adjectives
  • 5.2 plaats van het bijwoord: place of the adverb
  • 5.3 vergelijkingen: comparisons
  • 5.4 Present Perfect < > Past Simple
  • 5.5 betrekkelijke voornaamwoorden: who / which / that x
  • 5.6 -ing vorm (gerund)
  • Vocabulaire lesson 1 t/m 4
  • Zinnen lesson 2 + lesson 4
  • Onregelmatige werkwoorden






Exercises Unit 5
  • Lesson 1: 1 t/m practise more
  • Lesson 2: 11 t/m practise more
  • Lesson 3: 22 t/m practise more
  • Lesson 4: 29 t/m practise more




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
- leer je nog beter de adjectives en adverbs toe te passen:
- kun je de onregelmatige bijwoorden (adverbs)  benoemen
- weet je de plaats van de adverb in een zin

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives
Let op! Bij deze werkwoorden moet je een bijvoeglijk naamwoord gebruiken, ook al gaat het erom hoe iets gebeurt: feel, look, smell, sound en taste.
You look tired.
I feel good
De vorm van het bijwoord is vaak bijvoeglijk naamwoord + -ly. Er zijn ook onregelmatige bijwoorden: Adverbs
good-     well
fast-        fast
hard-      hard (hard)
-             hardly (nauwelijks)
daily-     daily

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats van het bijwoord



Een bijwoord geeft aan hoe iets gebeurt (hoe snel, hoe vaak, hoe mooi, enzovoort).
Een bijwoord staat in het algemeen vóór het woord waarover het iets zegt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1)vóór een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord
She works really seriously on the journal.
2)vóór het hoofdwerkwoord:
She regularly asks me to write for her website.
3)maar ná een vorm van to be (am / are / is / was / were): 
I am truly sorry.
They are usually late.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's gets started

Unit 5, lesson 1:
Grammar: exercises 7, 8, 9
+
Engels klaslokaal: adverb or adjective

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- de onregelmatige bijwoorden (adverbs) zijn:

Slide 9 - Open vraag

good-well

fast-fast

hard-hard (=hard)

-        hardly (=nauwelijks)

daily- daily

dally

Put the adverb in the right place.
(regularly) He asks me out on a date.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(exactly) They are not on time, are they?

Slide 11 - Open vraag

They are not exactly on time. 
let op de plaats van not
Homework
Finish:
Unit 5, lesson 1:
Grammar: exercises 7, 8, 9

Study:
Grammar 5.1 +5.2 Adjectives and adverbs
Vocabulary 5.1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you think of this lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies