Herhaling WINL H3 en H4_havo_OOS

Wonen in Nederland
Herhaling H3 & H4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wonen in Nederland
Herhaling H3 & H4

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een agglomeratie?
A
Dorp dat uitgroeit tot stad
B
een groot stedelijk gebied
C
een stad waar mensen wegtrekken
D
Stad met daaraan vastgegroeide randgemeenten

Slide 2 - Quizvraag

Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Stadsgewest
Suburbanisatie
Urbanisatie
Netwerkstad

Slide 3 - Sleepvraag

Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e DTM fase, bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkte in de fabrieken.

Slide 4 - Sleepvraag

Rurale-urbane migratie is
A
trek van de stad naar het platteland
B
van grote stad naar middelgrote stad
C
van stad naar het buitenland
D
van platteland naar stad.

Slide 5 - Quizvraag

Na 1870 trokken mensen van het platteland naar naar de stad.
Waarom trokken de mensen naar de stad?
A
urbanisatie
B
verstedelijking
C
agglomeraties
D
industrialisatie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is suburbanisatie?
A
Het verhuizen naar de stad
B
Verhuizen uit de stad naar het omringende platteland
C
Het verhuizen binnen de stad
D
het verhuizen naar je werkplek

Slide 7 - Quizvraag

aanleg Vinex-wijken
vergroten sociale cohesie
industrialisatie
selectieve migratie van hogere inkomensgroepen uit de stad
ontstaan van slaapsteden

Slide 8 - Sleepvraag

Krimp 
Leefbaarheid wordt slechter
Vergrijzing
Hoge geboortecijfers niet-westerse allochtonen

Slide 9 - Sleepvraag

Welk aspect hoort nog meer bij het buurtprofiel!?
A
De woonomgeving
B
De infrastructuur
C
de voorzieningen
D
de mate van verpaupering

Slide 10 - Quizvraag

Andere kenmerken (buurtprofiel)?

Slide 11 - Tekstslide

Leefbaarheid van wijken gaat over woningkenmerken en bewonerskenmerken.
Wat is een woningkenmerk?
A
goede sociale cohesie
B
veel niet-Nederlanders
C
veel grote huishoudens
D
veel huurwoningen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het doel van het idee van de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 13 - Quizvraag

Een stad waar slimme technologie centraal staat heet
A
Creatieve stad
B
smart city
C
duurzame stad

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van de uitgangspunten van de compacte stad?
A
Het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad
B
Veel hoogbouw in de stad
C
De stedelijke ruimte zo goed mogelijk gebruiken
D
Het opvullen van open plekken

Slide 15 - Quizvraag

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 16 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Maken examenopdracht 
Samenvatten
Leren
Elkaar overhoren
Opdrachten doornemen
Nakijken (antw op classroom)
Voorbereiden toetsweek

Slide 17 - Tekstslide