Les 1 Talent H2: nieuwsbericht, alinea's en kernzinnen, toonzetting CONA

2425 4H Periode 2 les 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2425 4H Periode 2 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Werkoverzicht doornemen
  • Boek kiezen
  • Uitleg over Talent H2 Verkennen: 
  • 3.1 het nieuwsbericht;
  • 5.2 alinea's en kernzinnen 
  • 11.4 toonzetting


Slide 2 - Tekstslide

Een boek kiezen:

  • Boek van Nederlandse schrijver van niveau 2 of 3.
  • Van Leesadviezen.nl ofJeugdbibliotheek.nl 15-18 jaar.
  • Alleen van deze sites kiezen!
  • Kies een boek dat bij je past en dat je echt interessant lijkt.
  • Schrijf minstens drie titels op je blaadje en schrijf ook de achternaam van de schrijver erbij.
  • Begin pas met lezen nadat je toestemming hebt gekregen van je docent. 

Slide 3 - Tekstslide

leesadviezen.nl

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wat zijn de kenmerken van een nieuwsbericht?

Slide 6 - Woordweb

Een nieuwsbericht is:
A
Objectief (onpartijdig)
B
Subjectief (mening geeft zijn schrijver)

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent 'subjectief'?
Noem ook een voorbeeld!

Slide 8 - Woordweb

3.1 Het nieuwsbericht
Het nieuwsbericht is informatief, er staan feiten in.
Stijl: duidelijk, begrijpelijk, helder en beknopt
Formulering is neutraal.
Opbouw: kort met enkele alinea's. Een goed nieuwsbericht is oprolbaar: begint met de belangrijkste informatie en eindigt met het minst belangrijke.

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw nieuwsbericht

- Titel / kop

- lead / eerste alinea: kernachtige samenvatting in een of twee zinnen, vaak vetgedrukt

- overige alinea's met uitwerking waarin de 5W1H-vragen worden beantwoord.




Slide 10 - Tekstslide

5 w-vragen en 1 h-vraag
Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Wie: over wie gaat het nieuwsbericht? 
Wat: wat is er precies gebeurd? 
Waar: op welke plek is het gebeurd? Dit kan heel specifiek zijn, bijvoorbeeld een straatnaam 
Wanneer: op welke datum is het nieuwsfeit gebeurd of gaat er iets gebeuren? 
Waarom: waarom is het gebeurd? 
Hoe: hoe is het gebeurd? 

Slide 11 - Tekstslide

Een nieuwsbericht is opgebouwd volgens de zogenaamde piramidestructuur. Dit betekent dat bovenin de piramide de belangrijkste informatie staat. Hoe verder je naar beneden gaat in de piramide, hoe minder belangrijk de informatie wordt. 
Let op: een nieuwsbericht bevat geen conclusie of samenvatting in de laatste alinea!

Slide 12 - Tekstslide

5.2 Alinea's en kernzinnen
  • Een alinea bestaat uit twee delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
    Uitleg, toelichting of voorbeeld.
  • Een kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.

Slide 13 - Tekstslide

11.4 De toonzetting
De toonzetting bepaalt hoe de tekst op het publiek overkomt. 
Veelvoorkomende toonzettingen:
  • formele toonzetting
  • neutrale toonzetting
  • informele toonzetting
  • modieuze toonzetting

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Noteer drie boektitels die je aanspreken.
  • Ga aan de slag met taak 45: H2.1 (online) Test jezelf

Slide 15 - Tekstslide