Welke delen van je lichaam worden ook wel ledematen genoemd?
A
Je hoofd
B
Je romp
C
Je armen en benen
D
Je rug
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heten de botten in je rug?
A
Botjes
B
Wervels
C
Kraakbeen
D
Stuitje
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn de vier functies van het skelet? Noem er zoveel mogelijk op.
Slide 5 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.
Je kunt beschrijven hoe botten veranderen als mensen ouder worden.
Je kunt benoemen op welke manieren je botten aan elkaar zitten en waar deze beenverbindingen zich in je lichaam bevinden.
Slide 6 - Tekstslide
Twee stoffen in bot
Kalk
Lijmstof
Slide 7 - Tekstslide
Beenweefsel
Bot / been:
- Veel kalk
- Weinig lijmstof
- Hard
Een weefsel is een andere naam voor een groep cellen met dezelfde vorm en functie (taak). Botcellen zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit en hebben dezelfde taak: het bot stevig houden.
Slide 8 - Tekstslide
Kraakbeenweefsel
Kraakbeen:
- Weinig kalk
- Veel lijmstof
- Buigzaam
Slide 9 - Tekstslide
Kraakbeen in je lijf
Je oorschelp
Je neus
Tussen je ribben en borstbeen
Tussen de wervels in je rug
In je gewrichten (bijvoorbeeld je knie)
Slide 10 - Tekstslide
Welk soort bot zorgt voor stevigheid in je skelet?
timer
0:30
A
Bot / been
B
Kraakbeen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de taak van lijmstof in je botten?
timer
0:30
A
Je botten harder maken
B
Je botten wat flexibeler maken
C
Lijmstof zit niet in je botten
Slide 12 - Quizvraag
Van baby tot oudere
Botten veranderen
Baby:
- Veel lijmstof in de botten, weinig kalk
- Op veel plekken kraakbeen
Oudere:
- Veel kalk in de botten, weinig lijmstof
-Minder kraakbeen in het skelet
Door de grote hoeveelheid lijmstof in de botten van babies zijn ze heel flexibel. Tot en met ongeveer je 15e heb je meer lijmstof in je botten dan kalk: hierdoor breken (jonge) kinderen veel minder snel hun botten.
Naarmate je ouder wordt, gaat de hoeveelheid lijmstof in je botten omlaag. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat oudere mensen sneller hun botten breken als ze vallen.
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is een baby heel flexibel?
A
Omdat een baby meer kalk in de botten heeft
B
Omdat een baby meer lijmstof in de botten heeft
C
Omdat een baby meer bot heeft
D
Omdat een baby meer kraakbeen heeft
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
02:55
Welke beenverbinding is nog geen verbinding als je een baby bent?
A
Vergroeiing in je heiligbeen
B
Naadverbinding in je schedel
C
Kraakbeenverbinding in je rug
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
04:30
Welk soort gewricht zit er in je knie?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
Slide 18 - Quizvraag
05:51
Welk onderdeel wordt aangegeven bij 1?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtskom
C
Gewrichtskogel
D
Gewrichtskapsel
Slide 19 - Quizvraag
De bouw van een gewricht
(als je het nog even rustig na wil lezen)
De gewrichtskogel heeft een bolle vorm. Op de kop ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen.
De gewrichtskom heeft een holle vorm. In de kom ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen.
Door het laagje kraakbeen op beide botten, slijten de botten niet zo snel en kunnen ze soepel over elkaar heen bewegen.
Het gewrichtssmeer wordt gemaakt door het gewrichtskapsel en is een stroperige vloeistof. Denk maar aan het smeren van een piepend scharnier: daar doe je olie tussen.
De kapselbanden zorgen ervoor dat de botten op hun plek blijven zitten. Kapselbanden zitten vaak op grotere gewrichten waar je veel kracht op moet zetten, bijvoorbeeld je heupen en je knieën.
Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten aan elkaar blijven zitten. Daarnaast maakt het gewrichtskapsel ook gewrichtssmeer waardoor het gewricht soepel beweegt.
Slide 20 - Tekstslide
Zet de 4 verschillende beenverbindingen onder elkaar. Schrijf erachter hoe goed je ze kunt bewegen.
Slide 21 - Open vraag
Sleep het onderdeel naar het juiste nummer
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskom
Kapselband
Gewrichtskapsel
Gewrichtssmeer
Gewrichtskogel
Slide 22 - Sleepvraag
05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat gewrichtssmeer maakt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5
Slide 23 - Quizvraag
05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat grote gewrichten bij elkaar houdt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5
Slide 24 - Quizvraag
Je weet nu...
Wat bot en kraakbeen is
Waaruit bot en kraakbeen zijn opgebouwd
Wat er gebeurt met je botten als je ouder wordt
Hoe de botten in je lijf aan elkaar zitten en kunnen bewegen.