Literatuuranalyse 3

Welkom
Pak alvast je boek, een schrift en een pen.

                                                                             Nederlands vwo 4
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je boek, een schrift en een pen.

                                                                             Nederlands vwo 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Ik ken de volgende termen en kan ze toepassen op een verhaal of fragment: setting, ruimte

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken 1.2 (en 1.1)

Slide 4 - Tekstslide

1
Je weet dat Roxy de hoofdpersoon is, want zij is een round character. Je weet wat ze denkt en voelt.
2
Eigen antwoorden.
3
Vergelijk je antwoord met dit voorbeeld:
Zinnen die gaan over ‘vreemden in huis’ en ‘ademen’:
• De man vraagt aan Roxy of zij is wie ze is, haar naam correct uitgesproken door een vreemde agent midden in de nacht. Ja, dat is ze. Of ze binnen mogen komen. Dat heeft Roxy liever niet.
• Ze houdt niet van vreemden in huis. Eerst zijn er de uren waarin ze op de vreemdeling wacht, dan is het huis al niet meer van haar. Als zo’n man eindelijk aanbelt en ze de deur opent, lijkt de zuurstof het huis te verlaten. […] Maar het gebeurt onder water, lang hou je het daar niet uit.
• Met tegenzin heeft ze deze vreemdelingen binnengelaten, […].
• Ongemerkt heeft ze haar adem ingehouden, nu hapt ze naar lucht, krijgt enkel water binnen en verslikt zich. De tranen zijn van de benauwdheid. Ze probeert te zeggen: ‘Het lukt niet,’ maar het lukt natuurlijk wel en niet veel later ademt ze in deze wereld, net als de anderen.
• Ook al kunnen ze alle drie in deze zelfde wereld ademen, het blijven vreemden en als vanzelfsprekend liegt ze tegen vreemden.
• De indringers zijn in een onbevattelijk tempo haar verlaters geworden.
Roxy houdt niet van vreemden in huis, omdat ze het gevoel heeft dat die haar ruimte in bezit nemen. Ze krijgt dan geen lucht meer en heeft het gevoel dat ze stikt; Roxy ervaart vreemden in huis als ‘verstikkend’.
4
Vergelijk je antwoord met dit voorbeeld:
Roxy liegt ‘als vanzelfsprekend’ tegen vreemden; tegenover vreemden zet ze een masker op, speelt ze een rol.
Vergelijk Roxy’s reactie op de politieagenten met die op de wasmachinereparateur. Terwijl ze dan het gevoel heeft dat ze stikt, maakt ze grapjes en serveert ze koffie.
5
Vergelijk je antwoord met dit voorbeeld:
1 Arthur is overleden.
2 De politieagenten komen in Roxy’s huis.
6
Roxy lijkt de aanwezigheid van de agenten een groter probleem te vinden dan de dood van Arthur. De meeste mensen zouden in een vergelijkbare situatie reageren met ongeloof, verdriet, ontzetting.
Roxy stelt dus in ieder geval andere prioriteiten dan ‘gewone’ mensen zouden doen.
7
eigenzinnig/origineel, gesloten, onzeker/verlegen/bevangen
Er wordt gevraagd naar karaktereigenschappen. Een antwoord als ‘bijzonder’ of ‘onecht’ is niet goed, omdat dat is geen karaktereigenschappen zijn, maar oordelen.

8
Uit de beschrijvingen van Roxy’s gedachten, gevoelens en handelen kun je afleiden hoe ze is.
9
De afbeelding op het omslag van de Engelse vertaling past goed bij Roxy, omdat je daarop haar gezicht niet kunt zien. In tekst 1 laat Roxy evenmin haar ‘ware gezicht’ zien. Ze houdt haar gedachten en gevoelens voor zichzelf.
10
Roxy is een tamelijk literair personage: ze is complex, origineel en onvoorspelbaar.


Setting
  • plaats: geografisch
  • tijd: historische tijd
  • omstandigheden


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte
  • Karakterisering personage
  • Sfeer
  • Symboliek

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Maak Paragraaf 1.3 opdracht 1
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking
1. Sprookje
2. het huis van de moskee
Het huis was groot, met vijfendertig kamers. Eeuwenlang hadden daar bloedverwante families in dienst van de moskee gewoond. De kamers hadden allemaal een functie en een naam die daarbij paste, zoals de koepelkamer, de opiumkamer, de vertelkamer, de tapijtenkamer, de ziekenkamer, de grootmoederkamer, de bibliotheek en de kraaikamer. Het huis lag achter de moskee en was ertegenaan gebouwd. In een hoek van de binnenplaats was een stenen trap naar het platte dak, waarover je naar de moskee kon gaan. En er lag een hooz, een zeshoekig bassin, midden op de binnenplaats waar men voor het gebed zijn handen en gezicht waste.
Het was een vrijdagochtend, het begin van de lente.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking
3. Iran
, Khomeiny, revolutie , Parijs
4. Aga Djan (de koopman die leidinggaf aan de traditionele bazaar in de stad)
Alsaberi (de imam van het huis die aan het hoofd van de moskee stond)
Aga Shodzam (de moázen van de moskee)
de twee grootmoeders
de kinderen
5. Het huis, de bewoners én de tijd, plaats en omstandigheden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Maak Paragraaf 1.3 opdracht 2
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • (leesautobiografie inleveren)
  • 1.3 maken + nakijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies