Aantekeningen maken

Nederlands lesweek 3
Aantekeningen maken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands lesweek 3
Aantekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer maak je aantekeningen?

Slide 2 - Woordweb

Waarvoor gebruik je je aantekeningen?

Slide 3 - Open vraag

Wat wil je leren over aantekeningen maken?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • aantekeningen maken terwijl je kijkt en luistert naar een fragment. (luisteren)
  • aantekeningen maken (schrijven)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aantekeningen maken
Wil je de belangrijkste informatie van een uitleg of les onthouden, of moet je vragen beantwoorden naar aanleiding van een kijk-/luisterfragment? Maak  aantekeningen. Je noteert de belangrijkste informatie in steekwoorden. Wat belangrijk is, hangt uiteraard af van je luisterdoel: wat moet je na afloop weten?

Slide 7 - Tekstslide

Aantekeningen maken
Kijken, luisteren en tegelijk schrijven is lastig, daarom moet je niet te veel opschrijven. Gebruik bijvoorbeeld de 3×3-regel:

  1. Geef je aantekeningen een titel van maximaal drie woorden.
  2. Noteer de drie belangrijkste deelonderwerpen.
  3. Beschrijf elk deelonderwerp in maximaal drie steekwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Aantekeningen 

Aantekeningen maak je om dingen te onthouden. Je hebt een snel overzicht. 

Je maakt van de aantekeningen een korte tekst. 

Slide 9 - Tekstslide



Hoe maak je dan goede aantekeningen als je kijkt en luistert? 

Slide 10 - Tekstslide

Aantekeningen kun je dan in steekwoorden opschrijven. 

Je
noteert dan alleen de belangrijkste informatie.

Niet te veel opschrijven! 

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdzaken 

In je aantekeningen komen de hoofdzaken te staan 
Hoe?  

  •  onderwerp en deelonderwerpen
  • omschrijvingen
  • verbanden tussen zinnen. 
  • Afkortingen, getallen, streepjes 

Slide 12 - Tekstslide

Na je aantekeningen maak je een tekst. 

  • alleen belangrijke info
  • kort maar krachtige zinnen 
  • iemand die het onderwerp niet kent, moet het begrijpen! 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zet je niet in je
aantekeningen?

Slide 14 - Woordweb

Tips: 

  • Noteer altijd de datum en het vak! 
  • Zet een uitroepteken als iets heel belangrijk is. 
  • laat ruimte tussen notities. 
  • denk na over de 5 w's en de h! Zo vergeet je niets
  • gebruik geen vakjargon>> dat vergeet je.
  • Gebruik afkortingen die je kent. 
  • trek pijlen als dingen met elkaar te maken hebben. 
  • noteer actiepunten. 
  • gebruik je eigen tekens voor afkortingen. 

Slide 15 - Tekstslide

Weet je van te voren dat je vragen krijgt over een kijk-/luisterfragment?
  

  1. Lees eerst de vragen
  2. Noteer tijdens het luisteren het antwoord in steekwoorden. Werk de antwoorden daarna uit als dat nodig is
  3. Als je niet alles kunt volgen, blijf dan rustig. Belangrijke zaken worden vaak herhaald en tot slot nog eens samengevat

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

BELANGRIJK! 

Door aantekeningen leer je sneller! 


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de uitleg?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke deelonderwerpen heeft de uitleg?
A
Gevolgen snoep
B
Preventie
C
A & B

Slide 22 - Quizvraag

Wat heb je geleerd over aantekeningen maken?

Slide 23 - Open vraag

Theorie
Nu Nederlands Online
Lezen 1.3 en aantekeningen
Schrijven 1.6 aantekeningen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bedankt



Tot de volgende keer! 

Slide 31 - Tekstslide