6 Het Parlement

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

2e lesuur maatschappijleer

1. presentatie Rian
   
2. vragen paragraaf 5 nakijken
3. uitleg paragraaf 6

Het Parlement

Leerdoel

Je kan uitleggen wat de Eerste en Tweede kamer doen.

Je kan uitleggen hoe een wet tot stand komt.

Parlement =

Tweede Kamer

Eerste Kamer

Eerste Kamer

• 75 Leden
• Gekozen via provincie

Taken: 

• Controleren de wetten die in de TK gemaakt worden. 
• Controleren de regering (ministers + koning)
  

0

Tweede Kamer

• 150 Leden

• Gekozen door het volk

Twee taken: 

• Wetten maken
• Controleren van regering

           (ministers + koning)

Ministers:

-maken samen met hun ambtenaren wetsvoorstelle

-voorstel naar 2e Kamer

-kamerleden debatteren hierover

-goedgekeurd > 75 stemmen

-voorstel naar 1e Kamer: laatste check > 37 stemmen

0

Wetgevende rechten die alleen de Tweede kamer heeft

• Stemrecht
  

• Recht van amendement
  

(wetsvoorstellen aanpassen)

• Recht van initiatief
  

(Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)

Rechten bij de controlerende taak

Bij de Controlerende taak

• Vragenrecht
• Motierecht
• Recht van interpellatie
• Enquêterecht

Eerste en Tweede Kamerleden mogen vragen stellen over gebeurtenissen aan de regering als er iets mis is gegaan.

Een uitspraak waarin de Kamer haar mening geeft over iets. Bij een motie van wantrouwen vraagt een Kamerlid een minister af te treden nadat hij/zij bijvoorbeeld gelogen heeft.

De Kamerleden mogen een minister naar de kamer roepen om in debat te gaan over zijn beleid. 

Kamerleden mogen een onderzoek starten als ze het idee hebben dat de regering grote fouten heeft gemaakt.

In de Tweede Kamer

• Fracties: Een groep personen van een politieke partij die in de TK zitten. 

• Coalities: Deze partijen zitten ook in de regering (= Koning + Ministers)

• Oppositiepartijen: Deze partijen zitten niet in de regering, maar wel in de TK. 

Zelfstandig werken/huiswerk

Maken vragen: Paragraaf 6 Politiek

werkboek : 52/53/54/55

vragen: 2-3-4-5-6-7-10-11-12-13-14-16-17

WIE DOET DE VOLGENDE PRESENTATIE?