thema 6 les 15

Taal

Thema 6

Log in lessonUp!!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal

Thema 6

Log in lessonUp!!

Slide 1 - Tekstslide

Themawoorden
thema 6

Slide 2 - Tekstslide

Heel plotseling
Langzamerhand
De officiële taal van een land
Een taal die in een bepaalde streek wordt gesproken
Voor het grootste gedeelte
Iets wat je kunt aannemen of accepteren 
Abrupt
Allengs
Dialect
Standaardtaal
Grotendeels
Aanvaardbaar

Slide 3 - Sleepvraag

Met meer inspanning of moeite dan nodig is.
A
Krampachtig
B
Verwant zijn aan
C
Afleiden van
D
Wereldtaal

Slide 4 - Quizvraag

Een taal die op veel plaatsen op de wereld gesproken wordt.
A
Krampachtig
B
Verwant zijn aan
C
Afleiden van
D
Wereldtaal

Slide 5 - Quizvraag

Familie zijn van
A
Krampachtig
B
Verwant zijn aan
C
Afleiden van
D
Wereldtaal

Slide 6 - Quizvraag

Woorden maken van andere woorden, vaak uit een andere taal
A
Krampachtig
B
Verwant zijn aan
C
Afleiden van
D
Wereldtaal

Slide 7 - Quizvraag

je heel erg aan iets of iemand storen.
vervelend behandeld worden, nadat je hetzelfde bij iemand anders hebt gedaan.
je geeft iemand een verkeerde indruk van iets, waardoor het niet klopt.
langzaam en geleidelijk
zoveel je maar wilt
stukje bij beetje
naar hartenlust
iemand op het verkeerde been zetten
je groen en geel ergeren
een koekje van eigen deeg krijgen

Slide 8 - Sleepvraag

Iemand die altijd gekke dingen doet noem je een

Als iets heel vreemd is dan noem je dat

Iemand die heel goed is opgevoed noem je 

Een ander woord voor voorstel is een

Als iemand overdreven deftig doet dan is dat 

Een ander woord voor tevens is

Als je er voor komt schamen noem je
Uitleg
Sleep de goede themawoord naar de juiste zin
hetzelfde
beschaafd
bekakt
suggestie
absurd
bizar
ook
gênant
dwaas

Slide 9 - Sleepvraag

Iets heel vies of heel vervelend vinden
A
Uitdrukking
B
Gezegde
C
Lyrisch zijn over
D
Walgen van

Slide 10 - Quizvraag

Een vast groepje van woorden of een zin met een figuurlijke betekenis
A
Uitdrukking
B
Gezegde
C
Lyrisch zijn over
D
Walgen van

Slide 11 - Quizvraag

Iets heel geweldig of fantastisch vinden
A
Uitdrukking
B
Gezegde
C
Lyrisch zijn over
D
Walgen van

Slide 12 - Quizvraag

Een vast groepje woorden met een figuurlijke betekenis
A
Uitdrukking
B
Gezegde
C
Lyrisch zijn over
D
Walgen van

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'mengelmoes'?
Schrijf het letterlijk op, hoe het op het blad staat!

Slide 14 - Open vraag

Wat voor taal is dit?
*********=*********
A
Vaktaal
B
Codetaal
C
Straattaal
D
Wereldtaal

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor taal is dit?
Now we learn for the exercise
A
Vaktaal
B
Codetaal
C
Straattaal
D
Wereldtaal

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor taal is dit?
ja bus 30 gaat richting heksendans
A
Vaktaal
B
Codetaal
C
Straattaal
D
Wereldtaal

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor taal is dit?
doekoe
A
Vaktaal
B
Codetaal
C
Straattaal
D
Wereldtaal

Slide 18 - Quizvraag

Iets waar je als persoon beter van wordt in de vorm van geld
Genoeg hebben aan
Heel erg raar, belachelijk
Iets waar je als persoon slecht, armer van wordt
Beweren
De schuld leggen bij
absurd
verarming
teren op
stellen
bizar
verrijking
wijten aan

Slide 19 - Sleepvraag

Ik weet alle themawoorden uit mijn hoofd
Tuurlijk
Absoluut niet
Een beetje

Slide 20 - Poll

Einde

Slide 21 - Tekstslide