5.1 De renaissance

De Tijd van ontdekkers en hervormers
De Renaissance
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Tijd van ontdekkers en hervormers
De Renaissance

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
  • Leg je telefoon weg
  • Ga rustig zitten​
  • Lees TB blz 58 en 59



    SKN doet ondertussen de absentie

Slide 2 - Tekstslide

welke woord weg?

democratie / revolutie / renaissance / humanisten
etc.

Slide 3 - Tekstslide

Twee kenmerkende aspecten
het veranderende  mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling 

de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel (1)
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat de Renaissance is, 
en wat de invloed van de Renaissance is geweest op de kunst en het leven in Europa aan het eind van de Middeleeuwen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel (2)
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid is, 
en wat de invloed daarvan op het humanisme  is geweest.

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent het woord: renaissance?

Slide 7 - Open vraag

In welk land ontstond de Renaissance?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Spanje
D
Italië

Slide 8 - Quizvraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 9 - Tekstslide

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Kruistochten leidde tot handel: meer geld en contacten met andere culturen 

  • 1453: Val van Constantinopel; Oost-Romeinse Rijk wordt veroverd door de Turken ->  christelijke geleerden vluchtten naar Italië

Slide 10 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst bezitten genieten van het leven

  • Kunstenaars krijgen goed betaald; kunst niet enkel een ambacht (handtekening)

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 11 - Tekstslide

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur

  • realistisch

  • veel details

  • emotie

  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kunst: Middeleeuwen

1. Geen rekening gehouden met: symmetrie, verhoudingen en perspectief
2. Kunstenaar niet belangrijk

3. Religieuze onderwerpkeuze

Kunst: Renaissance  

1. symmetrie, verhoudingen en perspectief belangrijk

2. Kunstenaar centraal: vaak te zien op kunstwerk
3. Meer variatie in onderwerpkeuze. 

Slide 15 - Tekstslide

Renaissance of Middeleeuwen? 

Waarom? 

Slide 16 - Tekstslide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.

Slide 17 - Tekstslide

Renaissance of Middeleeuwen? 
Waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Renaissance of Middeleeuwen?

Waarom?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide




Leonardo da Vinci



Homo universalis (Universele mens)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Anatomie
Kennis van het menselijk lichaam

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

christelijk humanisme
studie van oude teksten om het christendom te verdiepen

Desiderius van Erasmus

" Lof der zotheid"

Slide 31 - Tekstslide

Schrijf 3 drie dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 32 - Open vraag

Wat doen?
Wat?​ 
Maken: opdracht 1-8 blz. 48  

Hoe?​
Je werkt zelfstandig​

Hulp?
Je mag zachtjes overleggen met degene die naast je zit. Verder ben je stil. ​
 Kom je er niet uit? Vraag SKN om hulp.
 ​
Klaar?
Doe huiswerk voor een ander vak of pak iets uit de vitrine.

Slide 33 - Tekstslide

examenopdracht

Slide 34 - Tekstslide

Wat doen?
Wat?​ 
Maken: opdracht 1-14 blz. 48-49  

Hoe?​
Je werkt zelfstandig​

Hulp?
Je mag zachtjes overleggen met degene die naast je zit. Verder ben je stil. ​
 Kom je er niet uit? Vraag SKN om hulp.
 ​
Klaar?
Doe huiswerk voor een ander vak of pak iets uit de vitrine.

Slide 35 - Tekstslide

Reflectie:
Kenmerkende aspecten 
  • Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke ontwikkeling 
  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid  

Slide 36 - Tekstslide

Reflectie
    Hoe ging de les?​​
   
 Hoe was je eigen inzet?

Wat deed klas/docent goed?

 Wat moet anders?

Slide 37 - Tekstslide

Reflectie
 - Hoe vonden de kruistochten naar het Midden-Oosten plaats?
- Hoe kunnen de kruistochten verklaard worden?
- Welke christelijke expansie vond plaats in Zuid en Oost-Europa? 

Slide 38 - Tekstslide

Middeleeuwen:
  • Kernspreuk is: Memento mori (Gedenk te sterven)

  • Kerk en het Christendom speelt een grote rol in ieders leven

  • Op aarde een zo goed mogelijk leven leidden, zodat het leven in het hiernamaals beter is

Slide 39 - Tekstslide

Vroegmoderne tijd / Renaissance
  • Nieuw levensgevoel..

  • Nieuwe kernspreuk: Carpe Diem (pluk de dag)

    Meer leven in het nu en niet alleen met de dood bezig zijn 

  • Eigen ontwikkeling en individu ging centraal staan

  • Vertrouwen in de kerk neemt af

Slide 40 - Tekstslide

Humanisme
Geleerden gingen ook de oudheid bestuderen. Schrijvers en denkers zagen klassieke auteurs als geestverwanten. 
 
Schrijvers en denkers noemden zich humanisten: geleerden die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerden. 
Humanisten wilden de wereld verklaren op een rationele manier. 
Ze stelden de mens centraal (i.p.v. God)
Bouwmeester Brunelleschi 
Deze muurschildering toont hoe bouwmeester Filippo Brunelleschi een model van de San Lorenzokerk aan financier Cosimo de Medici geeft. In het ontwerp van de kerk gebruikte Brunelleschi de klassieke vormentaal: zuilen, ronde bogen en kroonlijsten. Hij kende de klassieke erfenis goed. Rond 1400 was hij naar Rome gereisd om de ruïnes van antieke gebouwen te bestuderen. Hij groef de resten uit, nam hun maten op en tekende ze na.

Slide 41 - Tekstslide

Verspreiding over Europa
In de 16e eeuw werd de renaissance over Europa verspreid. Het ontwikkelde zich daar anders dan in Italië: het richtte zich niet op een klassiek verleden, maar op de wedergeboorte van het oorspronkelijke christendom. 
 
De belangrijkste vertegenwoordiger van dit christelijk humanisme was Erasmus

Slide 42 - Tekstslide

Desiderius Erasmus
God en het geloof moeten niet centraal staan, maar de mens zelf. Erasmus vond dat er in de kerk dingen gebeurden die niet goed waren. Hij hoopte dat de kerk dit door zijn kritiek zélf ging aanpakken.

Slide 43 - Tekstslide

Erasmus
Erasmus schreef meerdere boeken, waaronder het boek Lof der zotheid (1511)
De belangrijkste punten uit dit  boek zijn:
  • De Kerk zou moet handelen zoals in de Bijbel staat 
  • De geestelijkheid zou sober moeten leven, net zoals Jezus.
Maar dat gebeurt lang niet altijd

Slide 44 - Tekstslide

Extra info 
In Italië ontstond nieuw mens- en wereldbeeld: plezier (carpe diem), god niet meer centraal, rede en onderwijs; humanisme (gebaseerd op klassieke oudheid). Herleving van de klassieke oudheid is de renaissance. Ideale mens = uomo universalis (Leonardo da Vinci). Erasmus: christelijk humanisme. More: Utopia. Copernicus: zon middelpunt (aanloop wetenschappelijke revolutie). Kunstenaars focusten op menselijke anatomie en natuur

Slide 45 - Tekstslide