2F les 1. Tekstdoelen en tekstsoorten

LESDOELEN

  • Je kent allerlei tekstsoorten
  • Je kent de verschillende tekstdoelen
  • Je kunt het juiste tekstdoel koppelen aan de tekstsoorten

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LESDOELEN

  • Je kent allerlei tekstsoorten
  • Je kent de verschillende tekstdoelen
  • Je kunt het juiste tekstdoel koppelen aan de tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoelen en Tekstsoorten
PP
Pak je schrift of een blaadje en schrijf de antwoorden op van de volgende quizvragen:

Slide 2 - Tekstslide

Waarom schrijft iemand iets op?
Wat wil hij ermee bereiken?

Slide 3 - Woordweb

Dit zijn 5 tekstdoelen
  1. Informeren
  2. Instrueren
  3. Overtuigen
  4. Overhalen 
  5. Amuseren

Slide 4 - Tekstslide

Feiten
Gebeurtenissen
Objectief
  • Nieuwsbericht
  • Schoolboek

Slide 5 - Tekstslide

Doe-woorden
Uitleg hoe het moet
  • Recept
  • Gebruiksaanwijzing
  • Opdracht schoolboek

Slide 6 - Tekstslide

Mening + de lezer moet dezelfde mening gaan krijgen.
Nadruk op de argumenten (waarom die mening)
  • Klachtenbrief
  • Betoog
  • Recensie
Betogen

Slide 7 - Tekstslide

Mening + de lezer moet dezelfde mening gaan krijgen en iets gaan DOEN
  • Een advertentie van een politieke partij.
  • Een folder van een supermarkt.

Slide 8 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quizvraag

timer
0:30

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 12 - Quizvraag

timer
0:30

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 14 - Quizvraag

timer
0:30

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
timer
0:30

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 18 - Quizvraag

Samengevat
Informeren: informatie geven met feiten 
Overtuigen: mening geven
Overhalen: lezer activeren dat hij iets gaat doen
Instrueren: instructie geven
Amuseren: vermaken

Slide 19 - Tekstslide

Samengevat

Slide 20 - Tekstslide

Wat voor soort teksten horen bij het tekstdoel amuseren?

Slide 21 - Open vraag

Zelf theorie lezen en oefenen 

Slide 22 - Tekstslide