hoofdstuk 6

hoofdstuk 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik hoofdstuk 5
Interest
Enkelvoudig/Samengesteld
Eindwaarde/contante waarde
nominale/effectieve interest

Slide 2 - Tekstslide

Formules
Eindewaarde: (vooruit)
En = K x (1+i )ⁿ

Contante waarde: (achteruit)
Cn = E x (1+i )‾ⁿ



Slide 3 - Tekstslide

Handel in effecten
Aandelen
Obligaties en beleggingsfondsen

Slide 4 - Tekstslide

Geld met geld verdienen
Sparen

Aandelen
Obligaties
Beleggingsfondsen

Slide 5 - Tekstslide

Effectenbeurs

Slide 6 - Tekstslide

Effecten
  • verhandelbare waardepapieren
  • aandelen, obligaties, opties en aandelenparticipaties in  beleggingsfondsen

Slide 7 - Tekstslide

Aandeelhouder = Eigenaar
Aandeel op naam
     - Stemrechtloze aandelen

Aandeel aan toonder
    - Certificaten van aandelen

Slide 8 - Tekstslide

Nominale waarde aandeel

= bedrag dat op aandeel staat
Koerswaarde aandeel

= bedrag dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen. 

Slide 9 - Tekstslide

Emissie van aandelen
  • Emissie = plaatsing van nieuwe aandelen 
  • Emissiekoers = prijs aandeel bepaald door bedrijf
  • Mogelijke redenen voor emissie:
    Uitbreiding/ overname ander bedrijf/ herfinanciering/ versterking eigen vermogen/ vergroten naamsbekendheid

Slide 10 - Tekstslide

Aandelen kopen
  • Provisie > bemiddelingskosten van de bank voor belegger
  • Limietorder > maximale koopprijs; minimale verkoopprijs
  • Market order > kopen zonder limiet
  • Stop Loss order> kopen/verkopen bij bepaalde prijs

Slide 11 - Tekstslide

Beleggen in aandelen
  • Meer risico dan op spaarrekening zetten
Opbrengst aandelen: 
  • Koerswinst of verlies (aankoopkoers - verkoopkoers)
  • Dividend:
    - Uitkering voor aandeelhouders bij winst
    - is percentage (bijvoorbeeld 5%) over nominale waarde 
    - dividendbelasting van 15% in te houden door BV/NV

Slide 12 - Tekstslide

Koersverloop Tesla (2016-heden)
Wat bepaalt de koers van een aandeel? 
  • Bedrijfsnieuws
  • Beursklimaat 
  • Marktrente 
  • Marktsentiment (economische en politieke ontwikkelingen)

Slide 13 - Tekstslide

AEX-index

Slide 14 - Tekstslide

Obligaties
Obligatielening = grote geldlening op lange termijn die verdeeld is in kleine stukken

Obligatie = bewijs van deelname in obligatielening
- Interest ontvangsten
- Aflossing van lening

Slide 15 - Tekstslide

De beurskoers van een obligatie
Is uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde. 

Voorbeeld: nominale waarde van een obligatie is € 250. Op de beurs is de obligatie te koop voor € 265. 

De beurskoers is 265/250 x 100% = 106%

Slide 16 - Tekstslide

Obligatie opbrengst
Couponrendement = (rente / aankoopprijs) x 100%

Koersrendement
=
(verkoopprijs obligatie - aankoopprijs obligatie)   x 100%
                           aankoopprijs  


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Risicospreiding 
  • spreiding over aandelen en obligaties 
  • spreiding over verschillende bedrijven (aandelen/ obligaties) 
  • spreiding over verschillende  overheden (obligaties) 

Of beleggen via beleggingsfondsen (let op kunnen verschillende doelen hebben) 

Slide 19 - Tekstslide

Beleggingsfondsen
Je kunt ook beleggen in een beleggingsfonds. 

Zo'n fonds verzamelt de inleg van een groot aantal beleggers en belegt die gelden in aandelen, obligaties en of andere waarden.
Spreiding is groot, risico's kunnen worden opgevangen. 

Hiervoor vraagt het beleggingsfonds wel transactiekosten en kosten voor beheer/administratie. Zo'n 1,75% van de inleg; dat ten koste gaat van rendement. 

Slide 20 - Tekstslide

Samen maken
z6.1 en E6.3

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg praktische opdracht
24 september 12.30 uur D3.10
24 september 14.00 uur D3.10
27 september 9.00 uur D3.11
27 september 10.30 uur D3.11
27 september 14.00 uur D3.11

Slide 22 - Tekstslide

Maken in de les
z6.2/z6.3/z6.4/e6.1/e6.2

Slide 23 - Tekstslide