Introductie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inmaken                              =                             Fermenteren?

Slide 2 - Tekstslide

Waarom inmaken en fermenteren?

Slide 3 - Tekstslide

Conserveren is het langer houdbaar maken van producten.
Dit doe je door bederf uit te stellen. Conserveren wordt al eeuwenlang gedaan

Slide 4 - Tekstslide

Verschil
Bij het inmaken van groenten of fruit wordt gebruik gemaakt van zuren, suikers of zelfs alcohol, waarna de pot wordt verhit en alle bacteriën, schimmels en gisten sterven. Dit is een cruciaal verschil met het fermentatie proces, waar de micro-organismes juist voor het zuur zorgen.

Slide 5 - Tekstslide

Fermenteren
Fermentatie is het omzetten of afbreken van de grondstof van een product door levende micro-organismen. Hierbij worden nieuwe stoffen gevormd. De smaak, het uiterlijk, de structuur worden hierdoor veranderd.

Slide 6 - Tekstslide

Micro-organismen

  • Bacteriën
  • Schimmels 
  • Gisten

Slide 7 - Tekstslide

Fermentatie (gisting)
Bij fermentatie schakel je de micro-organismen niet uit, maar gebruik je ze juist om het product te conserveren.

Er treedt altijd een smaak/geurverandering op.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van fermentatie
  • Yoghurt, kaas, karnemelk, crème frâiche, boter (melkzuurgisting))
  • Zuurkool, kimchi (melkzuurgisting)
  • Bier, wijn (alcoholische gisting)
  • Azijn (azijnzuurgisting)
  • Rauwe ham, droge worst, sojasaus, chocolade (melkzuur, schimmels, gisten)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide