Stijlfiguren 1

Stijlfiguren!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren!

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn stijlfiguren?
Een Stijlfiguur of stijlmiddel is:
Het doelbewuste gebruik van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis.

Dit om:

De aandacht te trekken, een punt te maken of iets te verduidelijken.

We behandelen er: 4

(Les 15: objectief en subjectief taalgebruik)

Slide 2 - Tekstslide

Welke stijlfiguren gaan we vandaag behandelen?
• Hyperbool • Understatement
• Eufemisme
• Dysfemisme • Ironie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hyperbool (= overdrijven)

De inhoud van de mededeling wordt hierbij overdreven vergroot. 
Voorbeelden hiervan:

Tjonge, het duurt nog tot Kerst voordat die minuut verstreken is!
Ik weet niet wat voor windkracht het is vandaag, maar ik denk wel windkracht 80!
Ik verveel me dood.
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.

Omdat je dagelijks hyperbolen gebruikt, merk je het speciale effect van de overdrijving niet meer op.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de hyperbolen?
1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei. 
2. Ik heb me kapot gelachen om die grap. 
3. Ik sterf van de dorst.  
4. Fre wordt gek van de jeuk. 
5. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier. 
6. Ik ging met klotsende oksels naar hem toe.

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachtje
Bedenk nu 3 hyperbolen en schrijf ze op. 

Geef aan waarom jij vindt dat het een hyperbool is. 

Je krijgt hier 3 minuten voor.

Slide 7 - Tekstslide

Understatement (= minimaliseren)
Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt. Hierdoor ontstaat een spottend effect.
Het is dus op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken. Het verschil met het eufemisme zit hem in de spot. 

 Voorbeelden 
- Je kunt niet tekenen ==> Understatement: Tekenen is niet je sterkste talent.
- Christiano Ronaldo is de beste voetballer in de wereld ==> Understatement: Hij kan een balletje trappen.


Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de understatements?
1. Toen hij weer een 10 voor een proefwerk behaalde, reageerde hij koeltjes met "Niet slecht". 

2. Die akelige dictator is een onvriendelijk mannetje. 

3. De directeur van Unicef heeft een aardig salarisje. 

4. De schade aan de auto was wel iets meer dan een paar biertjes.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: Geef een eigen understatement. Je krijgt opnieuw 3 minuten.

Slide 10 - Open vraag

Eufemisme
Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking die niet spottend bedoeld is, een manier om iets verzacht uit te drukken. Je wil voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt.

Voorbeelden 
 Na een lange lijdensweg ging hij heen. (doodgaan) 
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht. (kerkhof)
Zij werkt daar als interieurverzorgster. (poetsvrouw)
De dierenarts heeft de hond laten inslapen (= gedood) 
De directie wil het personeelsbestand afslanken (= personeel ontslaan) 
Hij is een bekende van de politie. (een boef)

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de eufemismen?
1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen. 

2. Zij hebben de liefde bedreven. 

3. Hij heeft haast, want hij moet een grote boodschap. 

4. Op dit moment is hij werkzoekend.

Slide 12 - Tekstslide

inbreker
e-mailreclame
braken
kakken
ongewenste bezoeker
spam
vomeren
je behoefte doen

Slide 13 - Sleepvraag

Dysfemisme
Een dysfemisme is een stijlfiguur waarbij iets of iemand kwetsender, grover, viezer en/of aanstootgevender wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. 

De bedoeling is in het algemeen om bepaalde gevoelens zo negatief mogelijk te verwoorden. 



Leraar: “Anton is verbaal zeer begaafd en goed te verstaan”

Ouder:” Bedoelt u dat hij een grote bek heeft?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden

  • Hou je gore rotbek nou eens (in plaats van "Hou je mond")!
  • moddervet (in plaats van dik)
  • Jij bent een klootzak (in plaats van "Ik vind je niet aardig")
  • Spetterpoep (buikloop, diarree)

Slide 15 - Tekstslide

Toen zijn partij 4 zetels had gewonnen in de peilingen reageerde de minister met: “Niet slecht.”
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 16 - Quizvraag

De conducteur kondigde extra reistijd aan. De trein zou 20 minuten later aankomen.
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 17 - Quizvraag

“Wat een pokkenweer!”
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 18 - Quizvraag

Gevraagd: “Interieurverzorgster voor het operagebouw!”
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 19 - Quizvraag

“Mijn nieuwe PlayStation kostte echt een bom geld!”
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 20 - Quizvraag

De Duitsers waren in 1940 in ons land niet welkom.
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 21 - Quizvraag

“Tegenwoordig word je doodgeknuppeld met informatie over de verkiezingen."
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 22 - Quizvraag

“Ik heb echt schijt aan de mening van anderen.
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 23 - Quizvraag

“Ik heb echt schijt aan de mening van anderen.
A
eufemise
B
dysfemisme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 24 - Quizvraag