Quizvragen urine en mictie

Quiz!
Urine en mictie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz!
Urine en mictie

Slide 1 - Tekstslide

Hoe worden eiwitten in de urine genoemd?
A
Nycturie
B
Proteinurie
C
Dysurie
D
Hematurie

Slide 2 - Quizvraag

In welke structuur bevindt zich vaak de oorzaak van proteïnurie?
A
Glomerulus
B
Proximale tubulus
C
Nierbekken
D
Ureter

Slide 3 - Quizvraag

Welke bacterie is een veelvoorkomende verwekker van urineweginfecties?
A
Staphylococcus aureus
B
Escheria coli
C
Herpes simplex
D
Salmonella

Slide 4 - Quizvraag

Een UWI wordt altijd behandeld met antibiotica
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Voordat je een antibioticum voorschrijft moet je de nierfunctie waarde weten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Welke parameter geeft informatie over de werking van de nieren?
A
ALAT
B
GammaGT
C
Kreatinine
D
Ureum

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een urosepsis?

Slide 8 - Open vraag

Via welk onderzoek kom je erachter welke bacterie een UWI veroorzaakt?
A
Urinekweek
B
Urinesediment
C
Teststrip
D
24 uurs urine meting

Slide 9 - Quizvraag

Een katheter geeft een verhoogde kans op het ontwikkelen van een UWI
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bij een SP katheter is er geen verhoogd risico op het ontstaan van een UWI
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Bij pyurie zit er pus in de urine
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welke symptomen kunnen duiden op een urineweginfectie?

Slide 13 - Open vraag

Welke symptomen kunnen duiden op een pyelonefritis?

Slide 14 - Open vraag

Een indicatie voor het verzamelen van 24-uurs urine is diabetes mellitus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer is de clean-catch methode geïndiceerd?
A
Bij ouderen
B
Bij kinderen vanaf 8 jaar
C
Bij baby's
D
Bij mannen

Slide 16 - Quizvraag

Een nierbekken ontsteking kan leiden tot permanente nierschade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag


Slide 18 - Open vraag