Havo 4 - planning en inhoud en opbouw

Vandaag
  • Planning periode 3
  • Inhoud en opbouw (herhaling)
    Inleiding, kern, slot
    Tekst structuur
    Alinea's en verbanden

    We kijken hoe ver we komen! 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Planning periode 3
  • Inhoud en opbouw (herhaling)
    Inleiding, kern, slot
    Tekst structuur
    Alinea's en verbanden

    We kijken hoe ver we komen! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 3
Inhoud en opbouw
Inleiding, kern, slot

Tekst structuur 
Alinea's en verbanden

Formulering en stijl
Bondig formuleren
Aantrekkelijk formuleren



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk, los van dat je eerder doodgaat als je niet goed kan lezen, nog een reden waarom we leesvaardigheid oefenen

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding, kern, slot
............is herhaling


Wat weten jullie nog?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in de inleiding van een stuk?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  • Kennismaking met onderwerp
  • Geeft richting aan tekstopbouw
  • Geeft je het idee van het genre
  • Aandacht trekken (bijv. anekdote, actuele gebeurtenis)

Slide 7 - Tekstslide

inleiding laat lezer kennis maken met onderwerp. schept verwachtinen van een tekst. Een goede tekst maakt die verwachtingen vervolgens waar. 

Manieren om ondw te introduceren: voorbeeld, samenvatting, conclusie, hypothese, mening, probleemstelling, oorzaakgevolgrelatie, opvallende uitkomst. 

Aandacht trekken: inleiding lokt de lezer om tekst verder te gaan lezen. Manier waarop je dat doet hangt nauw samen met opbouw van de tekst. (bv stdpt past bij betoog, actuele gebeurtenis bij informatief). 
Wat vind je in het middenstuk (kern) van een tekst?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kern/middenstuk
  • Uitwerking onderwerp
  • Deelonderwerpen (in hoofdstukken of alinea's)

Slide 9 - Tekstslide

je werkt het onderwerp uit in deelonderwerpen. Deelonderwerpen zijn vaak in delen het antwoord op de vraag van een tekst. 

Deelondw helpen bij de opbouw van tekst en zijn vaak onderverdeeld in hoofdstukken/paragrafen/alineas. 

Titels, tussenkopjes en signaalwoorden maken je tekst overzichtelijk. Ook grote delen info of ingewikkelde info wordt zo behapbaar voor de lezer. 
Wat vind je in het slot van een tekst?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slot
  • Samenvatting of conclusie
  • Eventueel aanmoediging (activerende tekst)
  • Grap/anekdote

Slide 11 - Tekstslide

De afronding van de tekst. Terugkijken op inleiding en uitwerking van onderwerp. 
Elke goede tekst heeft een inleiding, kern en slot!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

5 min om te lezen 2 om te antwoorden.
antw:
Inleiding: alinea 1 en 2
Kern: alinea 3 t/m 13
Slot: alinea 14

alinea 12 en 13 zijn nog uitwerking, want er wordt nieuwe informatie gegeven. Alinea 14 geeft een conclusie van maatstaf of en wanneer je geconcentreerd kunt lezen.
Hoe is deze tekst opgedeeld in inleiding - kern - slot? Noteer de alineanummers.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu...
opdracht 14 tm 19 op p. 45. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bereikt?
Wat is de functie van een heldere indeling van inleiding-kern-slot?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke goede tekst heeft ook een passende tekststructuur

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tekststructuur?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekststructuur
Waarom?


Het biedt overzicht
Je weet snel waar je informatie kunt vinden of moet plaatsen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 hoofdstructuren
  • Beschrijving
  • Ordening
  • Vergelijking/contrast
  • Oorzaak/gevolg
  • Probleem/oplossing

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de tekst zou je meer informatie over de tekststructuur kunnen krijgen?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
D
In de titel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vaste structuur helpt je niet alleen met het verzamelen en ordenen van informatie maar het helpt je ook met het creëren van een logische route door je tekst:

Inleiding: aanwijzing type structuur
Middenstuk: uitwerking
Slot: conclusie/samenvatting n.a.l.v. middenstuk

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem/oplossing

We nemen deze structuur als voorbeeld



Je kunt de uitwerking van alle structuren vinden in je boek p. 63

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou je de oplossing binnen deze structuur kunnen vinden?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
D
In de titel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MAAR in complexe teksten zijn er vaak meerdere structuren te vinden......


LET OP: tekststructuren zijn geen doel op zich maar een hulpmiddel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
1. kies een artikel van NOS.nl dat jou aanspreekt. (niet van liveblog) 
2. wat is de inleiding, kern, middenstuk? En de structuur? Voldoet de tekst aan jouw verwachtingen?
3. herschrijf het artikel. Begin met een plan: wat is niet goed gegaan in het artikel, hoe kun je dat beter doen? Schrijf per tekstdeel uit wat je wil vertellen, je mag informatie toevoegen. Verdeel de informatie in behapbare stukken: maak alinea's.
4. schrijf eerst een kladversie en dan een netversie. Lever origineel en herschreven versie in via ELO.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea's

.......

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je alinea's moeten gebruiken?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Chunking
Kortetermijngeheugen 


Informatie wordt beter verwerkt wanneer het is opgedeeld in behapbare stukjes: chuncks

Bijv. telefoonnummers

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer nieuwe alinea
Afhankelijk van:

  • lengte
  • inhoud

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meestal 1 deelonderwerp per alinea

Ook weleens verdeeld over meerdere alinea's OF 2 deelonderwerpen in 1 alinea. Afhankelijk van lengte. 

Ongeveer 10 zinnen per alinea.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke alinea heeft een kernzin (= belangrijkste zin)

1e, 2e of laatste zin

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea's moeten een logische volgorde hebben en moeten een logisch verband met elkaar hebben

--> signaalwoorden

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een paar voorbeelden van signaalwoorden waarmee je een alinea kunt beginnen

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functiewoorden
Functie van alinea of zin wordt expliciet benoemd

Bijv: 
De conclusie is dat....
Denk bijvoorbeeld aan...
Het gevolg daarvan is dat...

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt!


Vragen?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen...
Lees h6 uit je boek nog eens door. 
Maak opdr 1, 2, 3 (p.50) en 7 tm 10 (p. 53)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies