hoofdstuk 5 woordenschat TOM

woordenschat H 5 TOM
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

woordenschat H 5 TOM

Slide 1 - Tekstslide

woorden H 5
de aanleiding
iemand in de arm nemen
de bevinding
het communicatiemiddel
compleet
eveneens
reeds
verschijnen

(reeks, overnemen uit, het thema).






Slide 2 - Tekstslide

verschijnen = te voorschijn komen, in de winkel komen
ineens verschijnt er een vliegtuig in de lucht.

elk week verschijnt er een nieuwe donald duck.

één keer per jaar verschijnt er een nieuw boek van die schrijver.



de vrouw verschijnt ineens uit de doos.  Als een verrassing komt ze tevoorschijn.

Slide 3 - Tekstslide

bevindingen = uitkomsten (van een onderzoek)
De bevindingen van het onderzoek kun je hier lezen.

Je mag je bevindingen opschrijven in dit schrift. Dan weten wat je er van vindt.

Slide 4 - Tekstslide


ineens verschijnt er een vliegtuig in de lucht.
A
komt
B
is
C
was
D
vliegt

Slide 5 - Quizvraag


Je mag je bevindingen opschrijven in dit schrift. Dan weten wat je er van vindt.
A
uitkomsten
B
onderzoeken

Slide 6 - Quizvraag


elk week ................... er een nieuwe donald duck.
A
verschijnt
B
koopt
C
maakt
D
is

Slide 7 - Quizvraag

compleet = volledig, er ontbreekt niets
Ik heb mijn verzameling voetbalplaatsjes compleet. Ik heb ze allemaal.

De man vertelt een compleet verhaal over wat hij heeft meegemaakt. Hij vergeet niks.

Slide 8 - Tekstslide

iemand in de arm nemen = om hulp vragen
Ik heb iemand in de arm genomen die er verstand van heeft.  Zij kan mij helpen.

Ik denk dat je beter iemand in de arm kunt nemen bij deze rechtszaak.
Letterlijk gearmd lopen doe je zo. Gearmd lopen wordt vaak figuurlijk gebruikt. Alsof dus.

Slide 9 - Tekstslide


De meisjes liepen gearmd over straat.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 10 - Quizvraag


Het meisje heeft iemand in de arm genomen om haar te helpen met taal.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quizvraag


iemand in de arm nemen betekent ........
A
iemand opzoeken
B
iemand in de armen nemen
C
iemand opmeten
D
iemand om hulp vragen

Slide 12 - Quizvraag


ik heb mijn verzameling helemaal ................... Ik heb nu alles.
A
af
B
commentaar
C
compleet
D
genoeg

Slide 13 - Quizvraag

de aanleiding = iets waardoor dingen gebeuren
Ik schrijf u naar aanleiding van iets dat op het schoolplein gebeurde.

Naar aanleiding van het ongeluk werd de weg breder gemaakt.

Naar aanleiding van het COVID-virus zijn er veel maatregelen getroffen.

Slide 14 - Tekstslide

reeds = al, alvast
Hij heeft reeds de zakken in de schuur gezet.

Zij vindt de krant reeds op 6 december in haar brievenbus.

Kunt u daar reeds iets over zeggen?

Slide 15 - Tekstslide

naar aanleiding .......
A
met
B
om
C
van
D
door

Slide 16 - Quizvraag


naar aanleiding van het virus mochten we niet meer op school komen.
A
met
B
als gevolg van
C
op
D
door

Slide 17 - Quizvraag


Ik schrijf u ............................ iets dat op het schoolplein gebeurde.
A
naar aanleiding met
B
naar aanleiding van
C
naar aanleiding door
D
naar aanleiding

Slide 18 - Quizvraag


De krant viel reeds om 6 uur 's ochtend in de bus.
A
om
B
hard
C
al
D
door

Slide 19 - Quizvraag

het communicatiemiddel =  middel waarmee je communiceert, informatie uitwisselt.
De telefoon is een communicatiemiddel.

Een brief is een communicatiemiddel.

Whats-App is een communicatiemiddel.

Spreken is een communicatiemiddel.

Gebaren is een communicatiemiddel.

Slide 20 - Tekstslide

eveneens = ook
Roua zit eveneens in de eerste klas.

Erik mag eveneens op het feestje komen.

We maken niet alleen reclame in de krant maar eveneens op sociale media.

Slide 21 - Tekstslide


iemand in de arm nemen betekent ........
A
iemand opzoeken
B
iemand in de armen nemen
C
iemand opmeten
D
iemand om hulp vragen

Slide 22 - Quizvraag


Ook dieren kunnen met elkaar communiceren door geluiden te maken. Dat is hun ...............................
A
praten
B
communicatiemiddel
C
geluid
D
informatie

Slide 23 - Quizvraag

eveneens =
A
ook
B
samen

Slide 24 - Quizvraag

afk. = afkorting
Als je een afkorting maakt, schrijf je het woord niet helemaal op. Je schrijft maar een paar letters van het woord op.

Slide 25 - Tekstslide

welke afk. ken je?

Slide 26 - Woordweb

z.s.m. = zo spoedig mogelijk
afb. = afbeelding
bijv. = bijvoorbeeld
o.l.v. = onder leiding van

pag. = pagina
mevr. = mevrouw
enz. = enzovoort
cm = centimeter
i.v.m. = in verband met
- spoedig = snel
- afbeelding = illustratie = plaatje
- ergens een voorbeeld van geven
- iemand neemt de leiding en zegt wat er moet gebeuren
- pagina = bladzijde
- een vrouw
- enzovoort = en zo maar door
- 1/100 deel van een meter
- het heeft te maken met

Slide 27 - Tekstslide

welke afkortingen heb je geleerd?

Slide 28 - Woordweb

www.snipperlezen.nl

Slide 29 - Tekstslide

de toren van pisa
Je weet natuurlijk wel dat de wereld voor het grootste gedeelte uit water bestaat en dat daar een klein stukje is waar mensen op kunnen leven. Eén van die kleine stukjes land ziet er uit als een laars als je er van boven uit de lucht naar kijkt. Dat land heet Italië. Ergens in dat laarsvormige land ligt een stad met de naam Pisa en midden in die stad staat een toren. Een scheve toren.







www.snipperlezen.nl

Slide 30 - Tekstslide

De toren staat zo scheef dat veel mensen denken dat de toren vandaag of morgen omvalt. Maar in alle jaren dat de toren scheef staat, is hij niet één keer omgevallen. Toeristen uit de hele wereld komen naar de toren kijken. Amerikanen komen kijken of de toren echt de SCHEEFSTE toren van de wereld is. Japanners komen de toren fotograferen en kijken of ze de toren misschien na kunnen maken en Duitsers komen naar de toren van Pisa om te kijken of de toren wel van stevige stenen is gebouwd. En al deze mensen hopen dat de toren omvalt als zij toevallig in de buurt zijn.




www.snipperlezen.nl

Slide 31 - Tekstslide

Maar als ' s avonds alle toeristen weg zijn en slapen in hun hotel of caravan dan huilt de toren van Pisa. Als je 's nachts nog wakker zou zijn, dan zou je het kunnen horen, maar dan moet je heel stil zijn. En als je heel goed zou kijken, dan zou je het misschien kunnen zien. Aan de kant die het meeste overhelt, vallen kleine druppeltjes naar beneden. Het zijn tranen.

wordt vervolgd






www.snipperlezen.nl

Slide 32 - Tekstslide