Blok - 5 - les 1 - post en betekenis nieuw woord

lesdoel
Ik leer woorden bij het thema post.
Ik leer hoe je de betekenis van een nieuw woord kunt onthouden.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lesdoel
Ik leer woorden bij het thema post.
Ik leer hoe je de betekenis van een nieuw woord kunt onthouden.

Slide 1 - Tekstslide

taal blz. 8
We gaan samen lezen.

Slide 2 - Tekstslide

de aanleiding
Iets waardoor andere dingen gaan gebeuren.
Wat was de aanleiding van jullie ruzie?

Slide 3 - Tekstslide

iemand in de arm nemen
uitdrukking
iemand om hulp vragen
Hij nam een advocaat in de arm, zodat die hem kon verdedigen tijdens de rechtszaak.

Slide 4 - Tekstslide

de bevinding
de uitkomst van een onderzoek
Als je een restaurant hebt, luister je goed naar de bevindingen van je klanten.

Slide 5 - Tekstslide

het communicatiemiddel
Informatie krijg of geef je via een communicatiemiddel. Post, radio, televisie en internet zijn communicatiemiddelen.
Ik gebruik het meest mijn telefoon en internet als communicatiemiddel.

Slide 6 - Tekstslide

compleet
Volledig, er ontbreekt niets.
Deze puzzel is niet compleet, er ontbreekt een stukje.

Slide 7 - Tekstslide

eveneens
ook
Karel heeft bij Wasmeer gevoetbald en zijn vader eveneens.

Slide 8 - Tekstslide

overnemen uit
Kopiëren, halen uit
Bij de aankoop van een bedrijf nemen wij de beste mensen over uit hun personeelsbestand.

Slide 9 - Tekstslide

reeds
alvast
Mijn vader hoeft de auto niet meer te wasen. Mijn broertje heeft de auto reeds gewassen.

Slide 10 - Tekstslide

de reeks
Serie, een rij van dingen die in een volgorde staan.
Ken jij de reeks van Harry Potter. Deze bestaat uit  zeven boeken.

Slide 11 - Tekstslide

het stuk
1. Het artikel in een krant of tijdschrift.
2. Een deel van iets
1. Heb jij dat stuk over de mammoetvondst in de Kidsweek gelezen?
2. Dit stuk kom uit de zonnebloemcollectie van Vincent van Gogh.

Slide 12 - Tekstslide

het thema
onderwerp waarover je schrijft of nadenkt.
Het thema van de vuurwerkverkoper Knalgoed is dit jaar 'Minder lawaai en mooiere kleuren'.

Wat is ons thema deze week bij begijpend lezen?

Slide 13 - Tekstslide

verschijnen
tevoorschijn komen, in de handel komen.


ik verschijn
ik verscheen
de maan is verschenen
Wanneer verschijnt de nieuwe Nintendo Switch 2?
De releasedatum is 25 maart. Dan kan je deze kopen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Als je een nieuw woord wilt leren, kun je een woordenlijst maken. 
Hoe maak je een woordenlijst. Sleep het in de juiste volgorde!
1
2
3
Zet de nieuwe woorden onder elkaar
Overhoor jezelf: leg en blaadje over de betekenis en kijk of je die uit je hoofd weet.
Schrijf de betekenis van het woord erachter.

Slide 16 - Sleepvraag

Wat voor soort post komt er bij jou thuis in de brievenbus?

Slide 17 - Open vraag

Deze sticker zie je vaak op een brievenbus. Waar is het voor?

Slide 18 - Open vraag

Welke zin past bij het woord
het stuk
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin past bij het woord
reeds
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin past bij het woord
de reeks
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin past bij het woord
verschijnt
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin past bij het woord
eveneens
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Emma heeft een ...... pakket besteld via internet.
A
compleet
B
verhuurd

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Via de moderne ...... wordt vaak vuurwerk aangeboden.
A
stukken
B
communicatiemiddelen

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Haar vader vertrouwde het niet en heeft de politie ...... .
A
in de arm genomen
B
voor de voeten gelopen

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Morgen maken ze hun ...... bekend.
A
bevindingen
B
bestellingen

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Ik denk dat hierover wel een (1) in de krant zal (2)
A
1. stuk 2. verschijnen
B
1. stuk 2. overnemen
C
1. bestellingen 2. verschijnen
D
1. bestellingen 2. overnemen

Slide 28 - Quizvraag

aan het werk
leer de woorden van blz 9.

Slide 29 - Tekstslide