4. Spelling - Samenstellingen - H2

Spelling
Blz. 73
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling
Blz. 73

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen
Introductie
1. Meervoud
2. Hoofdletters
3. Leestekens
4. Samenstellingen
5. Trema en koppelteken
6. Afkortingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wanneer je een woord aan elkaar moet schrijven.

Aan het eind van de les weet je wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Samenstellingen
Een samenstelling is een woord dat is 
gemaakt uit twee woorden. 

Deze twee woorden betekenen zelf, 
los van elkaar, ook iets.

tuin + hek = tuinhek

Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
    Waarom schrijf je samenstellingen aan elkaar?


         Samen krijgen de woorden een nieuwe betekenis. 

Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen

Samenstellingen schrijf je aan elkaar.

hond + hok = hondenhok
groente + soep = groentesoep

Wanneer komt er een N tussen en wanneer niet?

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen
In een samenstelling schrijf je een    N     tussen 
de twee woorden wanneer:

Het gaat om 2 zelfstandige naamwoorden
waarvan het eerste woord een meervoud heeft op   N

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen
pan + koek = pannenkoek  (1 pan --> 2 pannen)

beer + vel = berenvel (1 beer --> 2 beren)

bril + koker = brillenkoker (1 bril --> 2 brillen)

muis + keutel = muizenkeutel (1 muis --> 2 muizen)

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen
MAAR:

beer + sterk = beresterk (sterk is nl. geen ZN)

zon + stelsel = zonnestelsel (want er is maar 1 zon)

groente + soep = groentesoep (want groentes / groenten)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak nu zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 73-74.
timer
25:00
Klaar? 
Maak de woorddictees.
(opdr. 5 +6)

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wanneer je een woord aan elkaar moet schrijven.

Aan het eind van de les weet je wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet.

Slide 19 - Tekstslide