Laatste les, quiz over geschiedenis

Geschiedenis 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis 

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak I.
Hoe kwamen mensen in de vroege prehistorie aan hun eten?
A
Door naar de Albert Heijn te gaan
B
Door te jagen op dieren en dingen als bessen te eten
C
Door bessen en planten te plukken, mensen aten toen alleen maar planten
D
Door te handelen in eten

Slide 2 - Quizvraag

Mensen in de vroege prehistorie konden niet lezen of schrijven. Klopt dit?
A
Dit klopt niet
B
Dit klopt wel

Slide 3 - Quizvraag

Tijdvak II. De Goden van de Grieken en Romeinen zijn vrij bekend. Welke God komt niet voor bij hen?
A
Mars
B
Athena
C
Poseidon
D
Jezus

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet dit gebouw, uit de oudheid, wat in Rome staat?
A
Forum Romanum
B
Arena
C
Het Pantheon
D
Het Colosseum

Slide 6 - Quizvraag

Tijdvak III. Hoe heet de heilige missionaris die een belangrijke boom van de Heidenen heeft omgehakt?
A
Bonifatius
B
Willibrord
C
Sint Servaas
D
Sinterklaas

Slide 7 - Quizvraag

Welke is juist?
A
Het christendom was onbelangrijk in de middeleeuwen
B
Vrouwen hadden, ongeacht de stand, weinig te zeggen
C
De islam is ontstaan in de 4e eeuw
D
Heidenen geloofden in één God

Slide 8 - Quizvraag

Tijdvak IV. Steden werden in de late middeleeuwen belangrijk. In welke landen lagen de belangrijkste steden?
A
België en Italië
B
Nederland en Hongarije
C
Engeland en Schotland
D
Frankrijk en Zweden

Slide 9 - Quizvraag

Wat was een voordeel voor Maastricht in de late middeleeuwen?
A
De Maas -> handel
B
De heuvels -> boeren
C
De carnaval -> gezellig
D
Er was nooit oorlog -> vrede, dus rust

Slide 10 - Quizvraag

Tijdvak V. Rond 1500 wordt een nieuw continent ontdekt door Christopher Colombus. Welk continent is dit?
A
Europa
B
Azië
C
Oceanië
D
Amerika

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

In welk land staat dit gebouw wat de kunst van tijdvak V typeert?
A
Het Vaticaan
B
Rome
C
Nederland
D
Spanje

Slide 13 - Quizvraag

Tijdvak VI. In Nederland was in de 17de eeuw, een bekend bedrijf ontzettend rijk. Welk bedrijf?
A
VOC
B
ING
C
RAC
D
SHC

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wie is deze bekende Nederlandse legerleider van de marine?
Tip: gister bij 30 seconds!!
A
Koning Willem I
B
Michiel de Ruyter
C
Alexander de Grote
D
Mark Rutte

Slide 16 - Quizvraag

Tijdvak VII. In de 18de eeuw vond er een revolutie plaats in Europa. Deze ging om meer inspraak voor het volk. Hoe heet deze revolutie?
A
De Amerikaanse Revolutie
B
De Nederlandse Revolutie
C
De Engelse Revolutie
D
De Franse Revolutie

Slide 17 - Quizvraag

Waar verdienden bedrijven als de VOC, ontzettend veel geld mee?
A
Slavenhandel
B
Handel in kleren
C
Oorlogvoering
D
Kruidenhandel

Slide 18 - Quizvraag

Tijdvak VIII. In dit tijdvak ontstaan er veel nieuwe machines. Welke is een voorbeeld van een machine die rond 1800 werd uitgevonden?
A
De televisie
B
Stoommachine
C
De auto
D
De telefoon

Slide 19 - Quizvraag

Veel mensen komen, in dit tijdvak, op voor rechten van mensen die minder rechten hebben. Wie zouden minder rechten hebben denk je?

A
Vrouwen en armen
B
Rijke mensen
C
Pubers
D
Mannen

Slide 20 - Quizvraag

Tijdvak IX. In tijdvak IX (ongeveer 1900-1950) vinden de Eerste én Tweede Wereldoorlog plaats. Welke zin klopt?
A
De Eerste Wereldoorlog duurde van 1939-1945 en de Tweede Wereldoorlog van 1946-1950
B
De Eerste en Tweede Wereldoorlog werden alleen in Duitsland uitgevochten
C
In de Eerste Wereldoorlog viel Adolf Hitler Polen binnen
D
Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wie is de man op de foto?
A
Adolf Hitler
B
Jozef Stalin
C
Bennito Mussolini
D
Keizer Wilhelm II

Slide 23 - Quizvraag

Tijdvak X. Welke oorlog vindt plaats in tijdvak 10? (1950-nu)

A
Amerikaanse Burgeroorlog
B
Tweede Wereldoorlog
C
Frans-Pruisische oorlog
D
Vietnamoorlog

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wie is deze mevrouw?

A
Koningin Maxíma
B
Koningin Elizabeth I
C
Koningin Elizabeth II
D
Koningin Beatrix

Slide 26 - Quizvraag

Ontzettend bedankt :-) 

Slide 27 - Tekstslide