nederlands

test
- over overige werkwoordsvormen en lastige gevallen in de ww spelling.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

test
- over overige werkwoordsvormen en lastige gevallen in de ww spelling.

Slide 1 - Tekstslide

1. Wij ____ (lunchen) in het park. (vt)

Slide 2 - Open vraag

2. Alle klassen ___ (zijn) naar het park gegaan. (vt)

Slide 3 - Open vraag

3. ___ (fluiten) liep Naomi naar huis. (vt)

Slide 4 - Open vraag

4. Jeremy had al zijn huiswerk ____ (maken). (vt)

Slide 5 - Open vraag

5. Bij de herkansing had Laila haar cijfer zelfs ____ (verdubbelen).

Slide 6 - Open vraag

6. Ik ____ (besteden) geen aandacht aan de geïrriteerde mensen. (vt)

Slide 7 - Open vraag

7. Ik ____ (worden) juf, omdat ik dat wil. (tt)

Slide 8 - Open vraag

8. Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bind dit touw vast!
C
Bintd dit touw vast!
D
Bint dit touw vast!

Slide 9 - Quizvraag

9. Tijmen heeft een lekkere appel ____. (schillen)

Slide 10 - Open vraag

10. De gemeente heeft hier veldbloemen ____. (zaaien)

Slide 11 - Open vraag

11. (Lopen) ____ ging Kristiaan naar de bakker

Slide 12 - Open vraag

12. (Zuchten) ____ vertelde Femke het hele verhaal.

Slide 13 - Open vraag

13. Hij (faxen) ____ (v.t.)
dat jullie gisteren heel goed ____ (bridgen) (v.t.)

Slide 14 - Open vraag

Wat is de correcte vorm van het bijv. naamwoord?
14. Dat is een (prachtig) uitvoering

Slide 15 - Open vraag

Wat is de correcte vorm van het bijv. naamwoord?
15. De (aanharken) tuin lag er prima bij.

Slide 16 - Open vraag

einde van de test

Slide 17 - Tekstslide