Anatomie plaatsbepalingen

Sportmassage

“There are a thousand excuses for failure but never a good reason”

-Mark Twain

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieBeroepsopleiding

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Sportmassage

“There are a thousand excuses for failure but never a good reason”

-Mark Twain

Slide 1 - Tekstslide

Waar houdt de anatomie zich mee bezig?

Slide 2 - Open vraag

Waar houdt de fysiologie zich mee bezig?
A
Bouw en ligging
B
De werking of functie
C
Wat er niet werkt
D
Hele moeilijke dingen

Slide 3 - Quizvraag

Anatomie, Fysiologie & Pathologie
  • Hoe ziet het menselijk lichaam eruit?

  • Hoe functioneert het?

  • Wat Functioneert er niet en waarom niet?


Slide 4 - Tekstslide

tr. Digestivus
tr. Locomotorius

tr. Neurologicus
tr. circulatorius
tr. Endocrinologicus
tr. Respiratorius
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Bloedsomloop
Ademhalingsstelsel
Spijsverteringsstelsel
Bewegingsstelsel

Slide 5 - Sleepvraag

Anatomische houding

  • Voeten schouder breedte

  •  Handpalmen naar voren

Slide 6 - Tekstslide

Cranium = Schedel
Craniaal --> Dichterbij de schedel gelegen
Superior = Opperste (hogere)

Iets ligt hoger dan iets: Het ligt superior aan de Spina scapula
Caudum= Staart

Dichter bij de staart gelegen. In de praktijk werk je van Caudaal naar Craniaal
Inferior = ondergeschikt (mindere) --> lager gelegen dan

Iets ligt lager dan iets --> Het ligt inferior aan de Spina Scapula

Slide 7 - Tekstslide

Mediaal --> Dichter bij de mediaanlijn --> dichterbij het midden
Lateraal --> Verder van de mediaanlijn af --> Van het midden af


Slide 8 - Tekstslide

Ventrum = buik --> Ventraal is buikzijde (voorzijde)
Anterior = Voorste --> voorzijde, voorkant
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde, achterkant
Posterior --> achterste --> achterzijde of achterkant

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent de term lateraal?
A
Dichtbij het midden
B
Verder van het midden
C
Voorste
D
Achterste

Slide 10 - Quizvraag

Perifeer aan de oppervlakte gelegen = de periferie
Superficialis = oppervlakkig (Denk aan Superficial = iemand is oppervlakkig)
Externus = aan de buitenkant extern
Centraal = naar het midden (binneste) toe.
Het afpellen van een ui (de binnenkant is centraal de buitenkant is perifeer)
Profundus = diepergelegen (Profound = diepzinnig)
Internus = naar het midden (binneste) toe

Slide 11 - Tekstslide

Palmair = palmzijde van de hand
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde (hand)

Slide 12 - Tekstslide

Rechts
Links

Slide 13 - Tekstslide

De musculus flexor digitorum superficialis ligt aan de?
A
Voorzijde
B
Achterzijde
C
Oppervlakte
D
binnenzijde

Slide 14 - Quizvraag

Proximaal = dicht(er)bij het centrum (romp)

Massagehandgrepen worden van distaal naar proximaal uitgevoerd

Distaal = verder van het centrum (romp)

Iets ligt distaal t.o.v. iets

Slide 15 - Tekstslide

Plantair = voetzoolzijde
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde (van de voet)

Slide 16 - Tekstslide

Maak een foto van de dorsale zijde van je hand

Slide 17 - Open vraag

Heb je nog vragen over
dit gedeelte?

Slide 18 - Woordweb

Bewegingen vinden plaats in een vlak --> vlakken zijn groot...

Slide 19 - Tekstslide

Welk soort bewegingen maken we in het sagittale vlak

Slide 20 - Open vraag

Bewegingen vinden plaats om een as --> assen zijn dus klein... (gefixeerd punt waaromheen iets beweegt)  bij een lichaam is dat denkbeeldig

Slide 21 - Tekstslide

Sagittaal vlak
Frontaal vlak
Transversaal vlak

Slide 22 - Sleepvraag

  • Flexie
  • Exensie
  • Anteflexie
  • Retroflexie
  • Ventraalflexie
  • Dorsaalflexie
  • Plantairflexie
  • Palmairflexie
  • aBductie
  • aDductie
  • Lateroflexie
  • Ulnairdeviatie
  • Radiaaldeviatie
  • Torsie
  • Endorotatie
  • Exorotatie
  • Pronatie
  • Supinatie

Slide 23 - Tekstslide

Wie weet wat inversie is?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Woordweb

Huiswerk

  • Hoofdstuk 1: plaatsbepalingen
  • Botjes leren van skelet poster!

Slide 27 - Tekstslide