Les 4 Mindset - Gschema

                                    Training zelfvertrouwen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

                                    Training zelfvertrouwen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tien 'ns even zien!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Terugblik 
Positiviteit van de week
Growth en Fixed Mindset
Butterfly Circus
G-schema
Poster + acties

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les: 
Je hebt onderzocht wat het verschil is tussen een fixed en growth mindset.
Je kunt vertellen wat het effect is van een growth mindset en je kunt jezelf tips geven om deze mindset in te zetten in jouw leven (en in deze training).


Oefenen met het ombuigen van je mindset.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Vorige week
Acties 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We gaan zo een video bekijken. Schrijf kort op wat je ziet; wat zijn 3 kenmerken van een growth mindset? En wat zijn 3 kenmerken van een fixed mindset?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

vervolgens terugkomen op opdracht en bevragen in welke mindset zij zich herkennen
Fixed mindset
Mensen die meer een fixed mindset hebben geloven dat onze vaardigheden vast staan. Alles wat je kunt is een kwestie van hebben of niet. Het is een vast gegeven. Sommige mensen zijn vanuit nature goed in dingen, terwijl anderen dat niet zijn. En hiermee geloven ze dat je dus geen controle hebt over datgene wat je bij jezelf kunt ontwikkelen.


Bezorgdheid over je eigen kunnen.
Vermijden van fouten en uitdagingen.
Stellen van prestatiedoelen.
Slim over willen komen.
Opgeven bij tegenslag.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Growth mindset
Andere mensen hebben meer een zogenaamde groeimindset. 
Zij zijn er van overtuigd dat je je capaciteiten kunt ontwikkelen en in grip hebt op je eigen ontwikkeling. 
Zij denken in mogelijkheden en geloven erin dat je kunt blijven groeien, ook als iets je nu nog niet lukt.





Gericht op leren.
Leerdoelen stellen.
Meer plezier.
Fouten zien als leermogelijkheid.
Betere samenwerking. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Schrijf op:
 

Wat viel je op?
Welk stukje heeft indruk gemaakt?
Welke boodschap haal je er voor jezelf uit?

Slide 12 - Tekstslide

laat zien wat mogelijk is als we in staat zijn om op een andere manier te kijken. Anders beoordelen.
En open staan voor de mogelijkheden in plaats van tekortkomingen.
Selffulfilling Prophecy
Waarom is het zo belangrijk om positief naar jezelf te kijken?
Hoe jij denkt dat anderen je zien ; Zo gaan anderen jou ook zien!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Gedachtes (rode cirkel): creëren dus de gevoelens. 
Voorbeeld van een gedachte: ik kan dit niet

2. Gevoelens (oranje cirkel): die ervaar je omdat je bepaalde dingen denkt (bewust of onbewust!). Wat je denkt bepaalt hoe je je voelt. 
Voorbeeld van bijbehorend gevoel: machteloosheid

3. Gedrag (groene cirkel): je maakt een keuze in je gedrag naar aanleiding van dat wat je voelt. Hiermee voedt je je gedachten, en zo ontstaat er de cirkel.
Voorbeeld van het gedrag wat ontstaat: niks doen, terugtrekken.

Gevoelens komen dus niet zomaar op, ze worden gevormd door je gedachten. 
Verander je je gedachtes, dan verander je je gevoel. En dat is heel goed nieuws! 
Want hier heb je invloed op en zo krijg je grip op je hoe je voelt. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve gedachte
Gebeurtenis: Tim moet een presentatie houden.
Gedachte (negatief ): Het zal wel niet lukken en de klas lacht me vast uit.
Gevoel: Tim is zenuwachtig en krijgt buikpijn.
Gedrag: Tim komt niet uit zijn woorden en vergeet wat hij wilde vertellen.

Positieve gedachte
Gebeurtenis: Tim moet een presentatie houden.
Gedachte (positief ): Iedereen is zenuwachtig voor een spreekbeurt maar ik heb het goed voorbereid
en het enige wat ik kan doen is mijn best.
Gevoel: Tim is positief gespannen.
Gedrag: Tim houdt een goede spreekbeurt. Voortaan heeft hij het vertrouwen dat hij goed is in
het houden van spreekbeurten.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Vul onderstaande kolom voor jezelf, denk hierbij aan je eigen situatie(s)
Gebeurtenis
Je gedachte
Je gevoel
Je gedrag
Het gevolg

Slide 18 - Tekstslide

samen invullen en samen oefenen met ombuigen van gedachten met helpende positieve gedachten
Je bent niet jouw gedachten. Je kunt er kritisch naar kijken en je gedachtepatroon veranderen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Stappenplan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
- Stel je acties van afgelopen week bij of stel nieuwe acties op aan de hand van de les van deze week.

 - Vul je poster aan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht voor volgende week

1) Neem een citaat/quote mee waar jij inspiratie en kracht uithaalt en dus helpend is voor jou.

2) Kijk de film: Butterfly Circus en beantwoord de kijkvragen (het filmpje en de kijkvragen zet ik in Teams)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Billy Billy Bob

Slide 24 - Tekstslide

betrekken op de gedachte die ze hebben tijdens het spel, ze laten oefenen met ombuigen van gedachten.