grammar - present perfect & past simple

Past Simple
Present Perfect
OR
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past Simple
Present Perfect
OR

Slide 1 - Tekstslide

Simple Past
Present Perfect
ww + ed / 2e rij oww's
have / has + voltooid deelwoord
rose
risen
Verleden tijd, bekend wanneer
yesterday
did / didn't + heel ww
verleden tijd, onbekend wanneer
van toen tot nu

Slide 2 - Sleepvraag

Past Simple
Wanneer?
  • iets is in het verleden gebeurd/afgelopen

Hoe?
  • regelmatige werkwoorden: ww + ed
  • onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple:
1. Mozart ___________ more than 600 pieces of music.
A
writes
B
wrote
C
writed
D
was wrote

Slide 4 - Quizvraag

Past Simple:
2. We _______ David in town a few days ago.
A
did see
B
was saw
C
did saw
D
saw

Slide 5 - Quizvraag

Past Simple:
3. It was cold, so I _____________ the window.
A
close
B
was close
C
am closing
D
closed

Slide 6 - Quizvraag

Past Simple:
4. I ___________ to the cinema three times last week.
A
was go
B
went
C
did go
D
goed

Slide 7 - Quizvraag

Present perfect
Wanneer?
  • iets is in het verleden begonnen en is nu nog bezig 
  • iets is in het verleden gebeurd maar geen bepaling van verleden tijd
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord
  • voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Slide 8 - Tekstslide

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.
A
have finish
B
has finished
C
did finished
D
haven't finished

Slide 9 - Quizvraag

Present Perfect:
2. My father is on the way. He ____________ home yet.
A
haven't arrived
B
hasn't arrived
C
didn't arrived
D
arrived

Slide 10 - Quizvraag

Present Perfect:
3. John ________ his homework.
A
start
B
started
C
has started
D
have started

Slide 11 - Quizvraag

Present Perfect:
4. During the two years David ____________ ten different jobs.
A
has has
B
has had
C
have had
D
have has

Slide 12 - Quizvraag

Past Simple:

Wanneer? 
  • Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Present Perfect:

Wanneer?
  • iets is in het verleden begonnen en is nu nog bezig
  • iets is in het verleden gebeurd maar geen bepaling verleden tijd
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord 
  • voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  • Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Slide 13 - Tekstslide

Niet zeker welke?
1: is het op dit moment nog aan de gang?
Ja: present perfect. Nee: ga naar vraag 2
2: Staat er een bepaling van verleden tijd in de zin?
Ja: past simple. Nee: present perfect.

Slide 14 - Tekstslide

Past Simple or Present perfect:
1. We ________ this TV set since 1968, and it still works!
A
owned
B
have owned
C
has owned

Slide 15 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
2. Junko ________ bacon in her life! She's a true vegetarian.
A
never ate
B
has never ate
C
has never eaten

Slide 16 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
3. I ________ these boots to go hiking yesterday.
A
wore
B
has never worn
C
have never worn

Slide 17 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
4. Peter ____ (play) football yesterday

Slide 18 - Open vraag

Past Simple or Present perfect:
5. They ____ (wash) the car. It looks new again.

Slide 19 - Open vraag

Past Simple or Present perfect:
6. Last year we ____ (go) to Italy.

Slide 20 - Open vraag

Past Simple or Present perfect:
7. I'm sorry, but I ____ (forget) my homework.

Slide 21 - Open vraag

Past Simple:

Wanneer? 
  • Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 
  • Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  • Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

vraagzin? did + heel ww
ontkenning? didn't + heel ww

Present Perfect:

Wanneer?
  • iets is in het verleden begonnen en is nu nog bezig
  • iets is in het verleden gebeurd maar geen bepaling verleden tijd
Hoe?
  • have / has + voltooid deelwoord 
  • voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  • Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Slide 22 - Tekstslide