Module 4 Hoofdstuk 1 Aanbieden van activiteiten deel 1

Module 4, Hoofdstuk 1

1.1 t/m 1.2.1
 
Aanbieden van activiteiten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module 4, Hoofdstuk 1

1.1 t/m 1.2.1
 
Aanbieden van activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Module 4 Hoofdstuk 1 
Leerdoelen 
Leerdoelen
  • Je kunt toelichten welke verschillende doelen een activiteit kan hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je een activiteit laat aansluiten bij de interesses van de cliënt en de doelgroep.
  • Je kunt uitleggen met welke aandachtspunten je rekening houdt bij het kiezen en voorbereiden van een activiteit.




Slide 2 - Tekstslide

Aanbieden van activiteiten...
Waar denk je aan?

Slide 3 - Open vraag

Aanbieden van activiteiten
Een activiteit is een verrichting --> Iets verrichten betekent iets doen. 

Het dagelijks leven bestaat uit verschillende activiteiten. Naast werk en school zijn er andere activiteiten, bijvoorbeeld sporten, muziek maken en wandelen.
Het doel is om deelnemers te betrekken, te vermaken of te informeren, afhankelijk van het type activiteit en de doelgroep1.


In de maatschappelijke zorg hebben cliënten soms moeite met het verrichten van activiteiten. Ze weten (nog) niet goed wat ze kunnen en waarom ze iets moeten ondernemen.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke motivatie
De cliënt stimuleren om mee te doen aan een activiteit is een belangrijke taak van de (persoonlijk) begeleider.

 Activiteiten ondersteunen namelijk de participatie van de cliënt. 

Maar je biedt niet zomaar een willekeurige activiteit aan. Je praat met de cliënt, achterhaalt zijn doelen en persoonlijke interesses en bedenkt activiteiten die hierbij aansluiten.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijke motivatie
Aandachtspunten bij het aanbieden van een activiteit zijn:
  • Wees uitnodigend: nodig cliënten persoonlijk uit om mee te doen aan een activiteit;
  • Motiveer: enthousiasmeer cliënten om mee te doen;
  • Wees duidelijk: leg aan de cliënten uit wat het doel, de inhoud en de duur van de activiteit is;
  • Sluit aan: zorg ervoor dat de activiteit die je aanbiedt, aansluit bij de cliënt, zijn mogelijkheden en zijn wensen.
  • Voel aan: geef de cliënt de ruimte om de activiteit in zijn tempo te verrichten
  • Maak het praktisch: leg van tevoren de materialen klaar die je nodig hebt voor de activiteit. 







Slide 6 - Tekstslide

Doelen
Een activiteit kan verschillende doelen hebben:

recreatief: de cliënt krijgt afleiding, vermaak, ontspanning, heeft een tijdverdrijf...etc;
ondersteunend: de cliënt wordt ondersteund in het dagelijks functioneren, zoals ADL en sociaal contact;
preventief: voorkomen of verminderen van negatieve omstandigheden, klachten, beperkingen;
activerend: de cliënt wordt aangemoedigd om in actie te komen, iets te proberen, iets te onderzoeken, iets te leren.
Positieve Gezondheid
Als (persoonlijk) begeleider probeer je zo goed mogelijk aan te sluiten bij het doel/de doelen van de cliënt. Je moet dus eerst weten welk(e) doel(en) de cliënt heeft. Het kan helpen om uit te gaan van Positieve Gezondheid als je de doelen van de cliënt samen in beeld wil krijgen




Slide 7 - Tekstslide

Positieve gezondheid
Opdracht
Als (persoonlijk) begeleider probeer je zo goed mogelijk aan te sluiten bij het doel/de doelen van de cliënt. Je moet dus eerst weten welk(e) doel(en) de cliënt heeft. Het kan helpen om uit te gaan van Positieve Gezondheid als je de doelen van de cliënt samen in beeld wil krijgen: 

Opdracht: Onderzoek eens hoe het met jouw positieve gezondheid staat 
Maak gebruik van de volgende link: https://mijnpositievegezondheid.nl/

Ga naar de 'tegel' 16 tot 25 jaar en vul deze eens voor jezelf in. 

Wat is jou uitkomst? 



timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Aansluiten bij persoonlijke interesses.
Het is erg belangrijk om bij de activiteiten  zoveel mogelijk aan te sluiten bij de persoonlijke interesses van de cliënt. Dit doe je dit door ernaar te vragen:
  • Wat vind je leuk om te doen?
  • Waar word je blij, rustig of tevreden van?
  • Deed je vroeger iets waar je blij van werd, wat je wel weer zou willen doen?
  • Heb je iets gezien wat je wilt proberen?

Soms sluit een doel van een activiteit niet aan bij de persoonlijke interesse van de cliënt maar is het wel belangrijk om de cliënt te stimuleren om de activiteit te ondernemen.
 Bijvoorbeeld geen interesse hebben in sport, maar heeft de fysiotherapeut wel geadviseerd meer te bewegen om zijn rugpijn en knieklachten te verminderen.






Slide 10 - Tekstslide

Taken methodisch werken

  • kiezen van geschikte materialen en ruimte(s);
  • stimuleren en motiveren van de cliënten;
  • observeren en instrueren van de cliënten;
  • overleggen en samenwerken met collega's van verschillende disciplines (zoals de vaktherapeut);
  • in overleg met de cliënt een activiteitenplan opstellen;
  • creëren van een veilige sfeer binnen de groep cliënten;
  • evalueren en rapporteren.







Slide 11 - Tekstslide

Wat versta je onder methodisch werken?

Slide 12 - Open vraag

Methodisch werken
Methodisch werken betekent dat je de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit volgens een bepaalde werkwijze uitvoert. Deze werkwijze stem je af op de kenmerken van de cliënt/ doelgroep. Belangrijke taken zijn:.
  • kiezen van geschikte activiteiten;
  • kiezen van geschikte materialen en ruimte(s);
  • stimuleren, motiveren, observeren en instrueren van de cliënten;
  • overleggen en samenwerken met collega's zoals een vaktherapeut;
  • in overleg met de cliënt een activiteitenplan opstellen;
  • creëren van een veilige sfeer binnen de groep cliënten;
  • evalueren en rapporteren.







Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Module 4
Hoofdstuk 1
Opdracht 1 t/m 6

Slide 14 - Tekstslide